MICROECONOMIE :
MARKTMECHANISME
Inleiding
Markt = concept van ontmoeting van potentiële vragers en aanbieders (Alfred Marschall)
4 voorwaarden voor zuivere mededinging :
- Homogene goederen
- Markt – atomisme : groot aantal kopers en aanbieders
- Geen belemmeringen : vrije toe – en uittreding
- Markttransparantie : alle informatie
Marktvraag = totale hoeveelheid die alle consumenten samen beried zijn te kopen afhankelijk van determinanten (bv. prijs, inkomen)
Marktaanbod = totale hoeveelheid van een goed die alle producenten samen bereid zijn te produceren in functie van een aantal
determinanten
Marktevenwicht
Marktevenwicht = wanneer tegen de geldende prijs de hoeveelheid die consumenten willen kopen precies gelijk is aan de hoeveelheid die de
producenten wensen aan te bieden : xv(p) = xa(p)
Aanbodoverschot = te weinig vraag voor de aangeboden hoeveelheid (V<A)
Aanbodtekort = te weinig aanbod voor de gevraagde hoeveelheid (V>A)
Comparatieve statica = vergelijking van oorspronkelijke en het nieuwe marktevenwicht
Automatisch mechanisme :
- “invisible hand”
1. Empirisch bepalen vraag en aanbod :
1ste methode :
- Verzamelen van :
o Marktprijzen
o Verkochte hoeveelheden
o Productiekostengegevens
o Inkomens
2de methode :
- Interviews voor reactie consument
3de methode :
- Consumenten confronteren
1
,Prijselasticiteit vraag en aanbod
Invloed op prijzen en hoeveelheden hangt sterk af van de prijsgevoeligheid van vraag en aanbod
1. Prijselasticiteit vraag
Prijselastische vraag = indicator voor de gevoeligheid waarmee consumenten reageren op een prijsverandering, bij gelijkblijvende waarde van
andere determinanten :
→ Met hoeveel procent de gevraagde hoeveelheid wijzigt wanneer de prijs toeneemt met 1 procent
Kenmerken :
- Negatief getal (vraagcurve is dalend)
- || < 1 : prijsinelastisch (vraag reageert minder op prijswijziging)
- || > 1 : prijselastisch (vraag reageert meer op prijswijziging)
Berekening prijselasticiteit :
- Grote p-wijzigingen : boogelasticiteit :
- Kleine p-wijzigingen : puntelasticiteit :
Prijselasticiteit en vorm vraagcurve :
- Lineaire vraagcurve :
- Loglineaire vraagcurve :
o Constante prijselasticiteit in elk punt
o Iso-elastische vraagcurve
Grafische interpretatie :
- Perfecte prijselastisch : verticale curve : ||= oneindig
- Perfect prijsinelastisch : horizontale curve : || = 0
- Kruising p-as = meest prijselastisch
- Kruising x-as = meest pijsinelastisch
- Hoe vlakker, hoe prijselastischer → hoe steiler, hoe prijsinelastischer
2
,Verband prijselasticiteit en uitgaven :
- Uitgaven constant : = -1 → ||= 1 (unitair elastisch)
- Stijgen de uitgaven : > -1 → ||< 1 (prijsinelastisch)
- Dalen de uitgaven : < -1 → || > 1 (prijselastisch)
Determinanten :
- Beschikbaarheid van substituten
- Noodzakelijke goederen/ luxegoederen
- Belang budget
- Tijdshorizon
2. Prijselasticiteit aanbod
Prijselasticiteit aanbod = indicator van de flexibiliteit of veerkracht waarmee de aangeboden hoeveelheid op een prijsverandering reageert, bij
gelijkblijvende waarde van andere determinanten :
→ Met hoeveel procent de aangeboden hoeveelheid wijzigt wanneer de prijs toeneemt met 1 procent
Kenmerken :
- Positief getal
- || < 1 : prijsinelastisch (aanbod reageert minder op prijswijziging)
- || > 1 : prijselastisch (aanbod reageert meer op prijswijziging)
Berekeningen :
- Kleine p-wijzigingen :
Grafische voorstelling :
- Perfecte prijselastisch : horizontaal curve : = oneindig
- Perfect prijsinelastisch : verticaal curve : = 0
- Aanbodcurve door de oorsprong : =
- Hoe vlakker, hoe prijselastischer → hoe steiler, hoe prijsinelastischer
Determinanten :
- Flexibiliteit en mobiliteit van productiefactoren
- Tijdshorizon
3
, Andere elasticiteiten vraag en aanbod
1. Kruiselingse elasticiteit
= met hoeveel % verandert de vraag naar goed i, indien de prijs van goed j stijgt met 1% :
- Bij substituten : +
- Bij complementen : -
- Bij onafhankelijke goederen : 0
2. Inkomenselasticiteit
= met hoeveel % verandert de vraag, indien het inkomen van de consumenten stijgt met 1%
- Normale goederen : 0 yv 1
- Luxegoederen : 1 yv
- Inferieure goederen : − yv 0
Markt en overheidsinterventies
1. Indirecte prijsinterventies
Indirecte belastingen :
- Waarom ? :
o Inkomens te vergaren voor de financiering van publieke voorzieningen
o Consumptie van bepaalde goederen ontmoedigen owv schadelijke effecten (bv drugs, alcohol)
- Manier :
o Accijns : constante belasting per eenheid vh product
o Btw : procentuele belasting op waarde vh product
- Effecten :
o Prijsgevoelige vraag :
▪ Prijs bijna onveranderd
▪ Beïnvloed gevraagde hoeveelheid hard
▪ Belastingopbrengsten dalen
▪ Verminderd belastingafwenteling op consument hard
▪ Producent betaald (bijna) alle belastingen
o Prijsongevoelige vraag :
▪ Prijs veranderd
▪ Beïnvloed hoeveelheid niet hard
▪ Belastingopbrengsten stijgen
▪ Verminderd belastingafwenteling op consument matig
▪ Producent betaald (bijna) geen belastingen
4
MARKTMECHANISME
Inleiding
Markt = concept van ontmoeting van potentiële vragers en aanbieders (Alfred Marschall)
4 voorwaarden voor zuivere mededinging :
- Homogene goederen
- Markt – atomisme : groot aantal kopers en aanbieders
- Geen belemmeringen : vrije toe – en uittreding
- Markttransparantie : alle informatie
Marktvraag = totale hoeveelheid die alle consumenten samen beried zijn te kopen afhankelijk van determinanten (bv. prijs, inkomen)
Marktaanbod = totale hoeveelheid van een goed die alle producenten samen bereid zijn te produceren in functie van een aantal
determinanten
Marktevenwicht
Marktevenwicht = wanneer tegen de geldende prijs de hoeveelheid die consumenten willen kopen precies gelijk is aan de hoeveelheid die de
producenten wensen aan te bieden : xv(p) = xa(p)
Aanbodoverschot = te weinig vraag voor de aangeboden hoeveelheid (V<A)
Aanbodtekort = te weinig aanbod voor de gevraagde hoeveelheid (V>A)
Comparatieve statica = vergelijking van oorspronkelijke en het nieuwe marktevenwicht
Automatisch mechanisme :
- “invisible hand”
1. Empirisch bepalen vraag en aanbod :
1ste methode :
- Verzamelen van :
o Marktprijzen
o Verkochte hoeveelheden
o Productiekostengegevens
o Inkomens
2de methode :
- Interviews voor reactie consument
3de methode :
- Consumenten confronteren
1
,Prijselasticiteit vraag en aanbod
Invloed op prijzen en hoeveelheden hangt sterk af van de prijsgevoeligheid van vraag en aanbod
1. Prijselasticiteit vraag
Prijselastische vraag = indicator voor de gevoeligheid waarmee consumenten reageren op een prijsverandering, bij gelijkblijvende waarde van
andere determinanten :
→ Met hoeveel procent de gevraagde hoeveelheid wijzigt wanneer de prijs toeneemt met 1 procent
Kenmerken :
- Negatief getal (vraagcurve is dalend)
- || < 1 : prijsinelastisch (vraag reageert minder op prijswijziging)
- || > 1 : prijselastisch (vraag reageert meer op prijswijziging)
Berekening prijselasticiteit :
- Grote p-wijzigingen : boogelasticiteit :
- Kleine p-wijzigingen : puntelasticiteit :
Prijselasticiteit en vorm vraagcurve :
- Lineaire vraagcurve :
- Loglineaire vraagcurve :
o Constante prijselasticiteit in elk punt
o Iso-elastische vraagcurve
Grafische interpretatie :
- Perfecte prijselastisch : verticale curve : ||= oneindig
- Perfect prijsinelastisch : horizontale curve : || = 0
- Kruising p-as = meest prijselastisch
- Kruising x-as = meest pijsinelastisch
- Hoe vlakker, hoe prijselastischer → hoe steiler, hoe prijsinelastischer
2
,Verband prijselasticiteit en uitgaven :
- Uitgaven constant : = -1 → ||= 1 (unitair elastisch)
- Stijgen de uitgaven : > -1 → ||< 1 (prijsinelastisch)
- Dalen de uitgaven : < -1 → || > 1 (prijselastisch)
Determinanten :
- Beschikbaarheid van substituten
- Noodzakelijke goederen/ luxegoederen
- Belang budget
- Tijdshorizon
2. Prijselasticiteit aanbod
Prijselasticiteit aanbod = indicator van de flexibiliteit of veerkracht waarmee de aangeboden hoeveelheid op een prijsverandering reageert, bij
gelijkblijvende waarde van andere determinanten :
→ Met hoeveel procent de aangeboden hoeveelheid wijzigt wanneer de prijs toeneemt met 1 procent
Kenmerken :
- Positief getal
- || < 1 : prijsinelastisch (aanbod reageert minder op prijswijziging)
- || > 1 : prijselastisch (aanbod reageert meer op prijswijziging)
Berekeningen :
- Kleine p-wijzigingen :
Grafische voorstelling :
- Perfecte prijselastisch : horizontaal curve : = oneindig
- Perfect prijsinelastisch : verticaal curve : = 0
- Aanbodcurve door de oorsprong : =
- Hoe vlakker, hoe prijselastischer → hoe steiler, hoe prijsinelastischer
Determinanten :
- Flexibiliteit en mobiliteit van productiefactoren
- Tijdshorizon
3
, Andere elasticiteiten vraag en aanbod
1. Kruiselingse elasticiteit
= met hoeveel % verandert de vraag naar goed i, indien de prijs van goed j stijgt met 1% :
- Bij substituten : +
- Bij complementen : -
- Bij onafhankelijke goederen : 0
2. Inkomenselasticiteit
= met hoeveel % verandert de vraag, indien het inkomen van de consumenten stijgt met 1%
- Normale goederen : 0 yv 1
- Luxegoederen : 1 yv
- Inferieure goederen : − yv 0
Markt en overheidsinterventies
1. Indirecte prijsinterventies
Indirecte belastingen :
- Waarom ? :
o Inkomens te vergaren voor de financiering van publieke voorzieningen
o Consumptie van bepaalde goederen ontmoedigen owv schadelijke effecten (bv drugs, alcohol)
- Manier :
o Accijns : constante belasting per eenheid vh product
o Btw : procentuele belasting op waarde vh product
- Effecten :
o Prijsgevoelige vraag :
▪ Prijs bijna onveranderd
▪ Beïnvloed gevraagde hoeveelheid hard
▪ Belastingopbrengsten dalen
▪ Verminderd belastingafwenteling op consument hard
▪ Producent betaald (bijna) alle belastingen
o Prijsongevoelige vraag :
▪ Prijs veranderd
▪ Beïnvloed hoeveelheid niet hard
▪ Belastingopbrengsten stijgen
▪ Verminderd belastingafwenteling op consument matig
▪ Producent betaald (bijna) geen belastingen
4