Samenvatting hoofdstuk 3 en 4 vastgoedeconomie.
Let op: de samenvatting beschikt oefenvragen voor het examen met antwoorden, ideaal dus voor het snelle leren!!
Hoofdstuk 3 Meso-economie: bedrijfstak en concurrentieverhouding
Hoofdstuk 4 micro-economie: consumenten en productengedrag
hoofdstuk 4 micro economie consumenten en productengedrag
hoofdstuk 3 meso economie bedrijfstak en concurrentieverhouding
oefenvragen voor het examen
Written for
LOI - Leidse Onderwijsinstellingen
Vastgoedkunde
Vastgoedeconomie
All documents for this subject (4)
Seller
Follow
ellesvanriezen
Reviews received
Content preview
Hoofdstuk 3 Meso-economie: bedrijfstak
en concurrentieverhouding
Wat is de definitie van een bedrijfstak?
Is een groep van ondernemingen die verwante bewerkingen uitvoeren op dezelfde markt
binnen de bedrijfskolom. De bedrijfskolom is het traject dat producten tussen oer producten
en consumenten doorlopen → verschillende stappen en bijwerkingen.
Wat is de definitie van concurrentie?
Concurrentie kunnen definiëren als een proces van bedrijven dat is ondernemingen bestaat,
waarbij elk van de ondernemingen haar eigen doelstelling tracht te behalen.
Welke concurrentieniveau ’s zijn er?
o behoefte concurrentie: het geld van de consument kan op diverse manieren worden
besteed.
o Generieke concurrentie: er bestaat concurrentie tussen aanbieders van verschillende
producten of diensten die in een zelfde behoefte van de consument kunnen
voorzien.
o Product vorm en merkenconcurrentie: Is er concurrentie tussen verschijningsvormen
van een product.
Er zijn drie vormen van concurrentie binnen bedrijfstakken, welke zijn dit?
1. Interne concurrentie: deze concurrentievorm richt zich op het verkrijgen van een zo
groot mogelijk aandeel binnen de bedrijfstak door gelijksoortige ondernemingen.
2. Externe concurrentie: deze concurrentie van heeft betrekking op het behalen van
een zo groot mogelijk winstmarge binnen de bedrijfskolom.
3. Potentiële concurrentie: dit zijn mogelijk nieuwe ondernemingen die mogelijk willen
toetreden tot de bedrijfstak waarin de ondernemingen zich bevindt.
Wat zijn concurrentiebepalende factoren?
o Aantal ondernemingen
o Grootte van de ondernemingen
o Productie differentiatie
o Ontwikkeling van de techniek
o Globalisering van de economie
o Macrofactoren
Wat hebben alle samenwerkingsvormen gemeen?
Alle samenwerkingsvormen hebben gemeen dat ze wettelijke zijn toegestaan en dat ze
opereren als zelfstandige organisatie.
Wat zijn samenwerkingsvormen?
o Publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie
o Branchevereniging
o Franchising
, Wat zijn voordelen van franchising?
o franchisegever: beperkte investeringen snel uitbreiden van formule en regelmatige
kosten
o Franchisenemer: behoud zelfstandig ondernemerschap gebruikmaking van
bestaande formule training door de franchisegever.
Wat zijn nadelen van franchising?
o franchisegever: zeggenschap over zelfstandige franchisenemers beperkt in
aanloopfase: hoge startkosten nog geen landelijke dekking.
o Franchisenemer: hoge startkosten, periodieke afdrachten van inkomsten, invloed
van franchisegever.
Wat betekent vrijwillig filiaalbedrijf?
Is een samenwerkingsvorm tussen een groothandel in de detaillist, waarbij de detaillist
zelfstandig blijft.
Wat is een inkoopcombinatie?
Werken afnemers die een zelfde productie inkopen samen om een sterke
onderhandelingspositie te krijgen tegenover de leveranciers.
Wat betekent coöperatie?
Behartigt bepaalde zakelijke belangen van haar leden, zoals inkoop of reclame. De winst mag
worden uitgekeerd aan de leden.
Wat betekent concern?
Dit is een grote onderneming met veel dochterondernemingen. De moedermaatschappij
heeft de zeggenschap over de werkmaatschappijen.
Wat betekent joint venture?
Gaan twee of meer ondernemingen gezamenlijk ondernemen in een nieuwe onderneming.
Wat betekent fusie?
Is het samengaan van twee of meer zelfstandige bedrijven tot een zelfstandig bedrijf.
Hoe wordt een concentratiegraad ook wel genoemd?
Concurrentie-intensiteit. Geeft aan hoeveel aanbieders van het zelfde product of dienst op
een deel van de markt aanwezig zijn. Dit wordt weergegeven in marktaandeel.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ellesvanriezen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.62. You're not tied to anything after your purchase.