100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Complete samenvatting ziekteleer, gezondheidszorg en wetgeving Nederland en bijzondere zorggroepen $6.78   Add to cart

Summary

Complete samenvatting ziekteleer, gezondheidszorg en wetgeving Nederland en bijzondere zorggroepen

 5 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Deze samenvatting bestaat uit alle onderdelen die getoetst worden op het tentamen ziekteleer ook bestaat het uit een deel wetgeving en gezondheidszorg in Nederland en een klein deel bijzondere zorgggroepen

Preview 4 out of 60  pages

  • April 12, 2023
  • 60
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
Alle samenvattingen Ziekteleer

Cardiovasculair systeem en aandoeningen

Relevant voor mondhygiënist:
 Medicijnen: meneer krijgt bloedverdunners/ bloeddrukverlager.
 Verhoogd risico op een nieuwe hartaandoening.

Hart bestaat uit:
Atria= boezem en ventrikel= kamer.
Hart is spier dat bloed in je hart rondpompt. Hartspier= hyocard.

Grote bloedsomloop: van het hart naar het hele lichaam en terug naar het hart.
Kleine bloedsomloop: van het hart naar je longen en terug naar het hart. Hierdoor wordt het hart
verzien van zuurstofrijk bloed.

Linkerdeel van het hart bestaat uit dikker spierweefsel, moet zuurstofrijk bloed naar het heel lichaam
pompen. Rechterdeel van het hart pompt zuurstofarm bloed naar de longen.

Boezems zorgen ervoor dat kamers gevuld worden en genoeg bloed hebben om rond te pompen.
Linkerkamer trekt samen en pompt bloed de aorta in. (grote bloedsomloop).




Positie hart: Apex (punt van het hart) steekt richting links.

Kransslagaders= coronairen, voorzien het hart van bloed.
Kransslagader komen direct uit de aorta, eerste aftakking naar hart zelf.
3 slagaders, ieder verzorgt zijn eigen gebied van het hart.

Arteriën (slagaders) lopen van het hart af, venen (aders) lopen naar het hart toe. Arteriën zijn rood
en venen zijn blauw.
Arteriën: elastisch en musculair type (spierweefsel).
Venen: opslagfunctie (64%) en kleppen zodat bloed niet terug stroomt.

Venae pulmonalis: longader, komt van longen gaat naar de linker boezem.

,Aorta: vervoert zuurstofrijkbloed naar het hele lichaam vanaf de linkerkamer.
Venae cava (inferior en superior): komt van boven en onder. Lijden zuurstofarm bloed terug naar de
rechterkant van het hart.
Arterie pulmonalis: pompt zuurstofarm bloed van de rechterkamer naar de longen.
Pericard= omhulsel van het spierweefsel, vlies om het hart heen.
Hartkleppen zijn belangrijk voor de doorstroming van het bloed. Bloed moet 1 kant op en niet
terugstromen.

4 hartkleppen in het hart:
 2 kleppen tussen atria en ventrikels, zodat het bloed niet terug de boezem in gaat.
Mitralisklep (linkerkant) en tricuspidalusklep (rechterkant).
 2 tussen ventrikels en arteriën, zodat het bloed in de slagader niet terug de ventrikel in
stroomt.
Aortaklep (linkerkant) en pulmonalisklep (rechterkant).

Elektrische geleiding:
1. Sinusknoop (SA knoop): punt waar de eerste prikkel gaat ontstaat. Atria wordt gestimuleerd-
> atria knijpt samen, bloed stroomt in ventrikel.
2. Atrioventriculaire knoop: (AV knoop), ligt tussen atria en ventrikel.
3. Bundel van His: loopt tussen twee ventrikels door. De stroom loopt door de bundel.
4. Linker en rechter bundeltak: splitsen af na de bundel van His, naar links en naar rechts.
5. Purkinjevezels: zorgen dat het stroompje dat eerst door een dikke bundel loopt, zorgt ervoor
dat het stroompje over al het spierweefsel verspreidt wordt.
Begint in rechter atria, dan ook linker atria, AV knoop, bundel van his, linker en rechter bundeltak,
ventrikels trekken samen.
ECG= is hoe het stroompje in je hart loopt, kan gemeten worden.




Hartcyclus:
Diastole= ontspanning fase -> vullen van ventrikels.
Systole= inspanningsfase -> ventrikels knijpen samen, bloed stroomt uit het hart.




Regulatie bloeddruk:
 Systolische druk (bovendruk): 120 mm/quick. Hoeveel druk moet je uitoefenen voordat het
vat dichtslaat. Druk die je hart uitoefent als die samenknijpt.

,  Hartminuutvolume
 Elasticiteit arteriën
 Diastolische druk (onderdruk): 80 mm/quick. Wanneer je hart ontspant, laagste druk is
onderdruk.
 Perifere weerstand.
Vasoconstrictie= samentrekken.
Vasodilatatie= ontspannen, uitzetten.

Regulatie bloeddruk:
 Neuronale factoren (stroompjes, zenuwen):
 Drukreceptoren (wordt aangevoeld door lichaam hoe hoog de druk is in de vaten).
 Sympaticus (autonome zenuwstelsel-> onderbewust -> kan bloeddruk onbewust
verhogen of verlagen).
 Hormonale factoren: er worden hormonen uitgescheiden in je bloed wat een effect op je
bloeddruk heeft.
 Noradrenaline
 Vasopressine
 RAAS (nieren), vocht vasthouden of uitscheiden in je lichaam.
 Lokale factoren:
- Schade bloedvat, door bloedverlies verlaagt je bloeddruk.

Hoe komt bloed terug?
 Adempomp-> zuigkracht.
 Spierpomp-> duwkracht door spieren.
 Colloïd osmotische druk-> zorgt dat vocht uit weefsels opgenomen wordt in je bloed.
Eiwitten in het bloed zorgen ervoor dat vocht de venen weer ingetrokken wordt.


Cardiovasculaire aandoeningen

Hypertensie=
te hoge bloeddruk. >140 mmHg
Systolische bloeddruk wordt bepaald door hartminuutvolume en elasticiteit van de arteriën.

Oorzaken hypertensie:
 Genetische aanleg
 Overgewicht
 Diabetes Mellitus
 Orale anticonceptie
 Bijnieraandoening
 Nierarteriestenose
 Roken, verhoogd cholesterol, alcohol

Oorzaak behandelen, risicofactoren wegnemen, leefregels en medicatie.



Medicatie voor hypertensie:
 Diuretica (plastablet)-> minder vocht in je lichaam-> bloeddruk verlaagt.
 Bèta- blokkers-> zorgt ervoor dat je hartslag/bloeddruk niet te snel omhoog gaat.
 ACE- remmers ->onderdrukken RAAS systeem-> dus er wordt vocht afgevoerd.

,  Calciumanatagonisten-> minder sterke contractie van het hart->hart knijpt minder hard
samen->bloed kan makkelijker wegvloeien.

Bijwerkingen medicijnen (oraal):
 Droge mond.
 Gingivahyperplasie (calciumantagonisten)= opzwelling van de gingiva.

Shock= reactie van lichaam op een levensbedreigende situatie.
Door:
 Ernstige allergische reactie.
 Hartritmestoornis.
 Bloedverlies.
Symptomen shock:
 Verward
 Transpireren
 Grauwe huid
 Bloeddruk en pols zijn laag
 Flauwvallen

Bij bekende allergieën Epipen toedienen.

Ischemische hartziekten=
onvoldoende doorbloeding van het weefsel.
Gevolgen:
 Te weinig zuurstof.
 Afvalstoffen hopen zich op.
 Cellen kunnen afsterven.
 Atherosclerose meestal oorzaak van ischemische hartziekten.

Angina pectoris= hartinfarct.
Oorzaak:
 Vernauwing coronairen (=kransslagaders).
 Er gaat tijdelijk te weinig zuurstof naar de hartspier.
Symptomen:
 Pijn op de borst bij inspanning.
Behandeling:
 Nitroglycerine (spray onder de tong)-> zorgt voor vasodilatie= uitzetting van vaten.
 Instabiele AP: acuut-> naar het ziekenhuis.


Myocardinfarct= afsterven van hartspierweefsel.
Oorzaak:
 Gevolg van te lang bestaande ischemie (=te weinig doorbloeding) van de hartspiercellen.
 Vaak door afsluiting van een coronair.


Symptomen:
 Pijn op de borst + uitstraling (naar kaak/schouders).
 Langer dan 15 min.
 Misselijk, braken, zweten en kortademig.
 Nitroglycerine spray heeft geen zin.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller amystr02. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.78. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

76462 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.78
  • (0)
  Add to cart