Hoofdstuk 1 Groepsdynamica tussen psychologie en sociologie
1. Inleiding
Groepsdynamica is de studie van het gedrag van mensen in kleine groepen.
Het is onwaarschijnlijk dat een persoonlijkheidsontwikkeling mogelijk is zonder primaire groepen.
Door groepen is een individu aan maatschappij en cultuur verbonden. Het individu leert taal en
spreken, denken en waarnemen en een uitgebreid waardensysteem. Ook kan een individu de
maatschappij beïnvloeden. Dit gebeurt doordat een individu een groep beïnvloed en die groep
vervolgens weer de maatschappij beïnvloed. Denk hierbij aan politieke groepen.
Groepsdynamica heeft zowel te maken met psychologie (nadruk op het individu) als met sociologie
(nadruk op de maatschappij)
Lewin -> grondlegger van groepsdynamica.
1.1 Enkele weerstanden tegen groepsdynamisch denken
Nog veel mensen denken nog dat wat er in een groep gebeurt vooral door individuen wordt bepaald.
Ook bestaat er nog weerstand tegen het inzicht dat groepsdynamica een aparte wetenschapstak
vormt. Ook blijft de mens de neiging hebben zichzelf als individu centraal te stellen.
1. ‘Are groups real?’ (Allport, 1924)
Dacht dat alleen individuen ‘echt en reëel’ zijn en dat groepen niets meer zijn dan reeksen van
waarden, ideeën, gedachten en gewoonten.
2. Antropocentrisme
Het individualistisch denken heerst nog heel sterk.
De neiging zichzelf centraal te stellen kan een hindernis vormen voor het zicht op
groepsprocessen.
Het denken in termen van groepsverschijnselen vereist een nieuw referentiekader, namelijk
het loslaten van de neiging zichzelf als individu centraal te stellen. -> gebrek aan aandacht
voor de context.
3. Collectivisme
Ook kunnen kleine groepen een gevaar vormen voor grotere groepen. Dit is omdat een kleine
groep zich kan isoleren en een samenzwering kunnen vormen tegen het grotere geheel.
4. Cultureel-historisch
leven in groepen werd lang geleden als zo vanzelfsprekend beleefd dat men zich niet bewust
was van wat een groep is. De mens leefde in en voor de groep.
Individuen kunnen bang zijn dat hun autonomie wordt aangetast in een groep. Dit kan zorgen voor
spanningen tussen de groep en het individu.
1.3 De mogelijke brugfunctie van groepsdynamica
Brugfunctie -> door aan te tonen op welke wijze individu en groep (en individu en maatschappij) op
elkaar zijn aangewezen en interdependent zijn van elkaar kan de groepsdynamica bijdragen tot meer
inzicht in de nauwe onderlinge vervlechting van aspecten die als ‘individueel’ en als ‘maatschappelijk’
opgevat worden.
1.4 Het individu
Belangrijkste polariteiten in de mensen:
De spanning tussen zijn rationele en de irrationele kanten, ook wel aangeduid als de spanning tussen
verstand en gevoel.
,1.5 De groep
Er zijn 2 soorten groepen:
o Primaire groepen
o Persoonlijke en intieme relaties
o Directe contactsituaties
o Gezin en vriendengroepen
o Secundaire groepen
o Onpersoonlijke, rationele en formele relaties
o Taakgroepen, werkgroepen etc.
Hoofdstuk 2 Grondslagen van de groepsdynamica
2.2 Indeling in taakaspecten en sociaal-emotionele aspecten
Elke groep functioneert tegelijkertijd op 2 niveaus:
o Taakniveau
o Verwijst naar de inhoud van de groepsactiviteit.
o De groep vervult formele functies.
o Sociaal-emotioneel niveau
o Verwijst naar de manier waarop men met elkaar omgaat tijdens de uitvoering van een
taak.
o De groep vervult psychologische functies, zoals het tegemoetkomen aan de
emotionele behoeften van de hele groep en van de afzonderlijke groepsleden.
Er zijn 2 systemen:
o Externe systeem
Omvat alles wat er zich in een groep afspeelt aan activiteiten, interacties en gevoelens om als
groep ten aanzien van de buitenwereld te kunnen blijven voortbestaan. Denk aan het
vervullen van de taak en het bereiken van het groepsdoel.
o Formele groepsstructuur met een werkverdeling.
o Taakleider staat centraal.
o Taakaspecten.
o Interne systeem
Omvat alle activiteiten, interacties en gevoelen die voortvloeien uit het interne
groepsfunctioneren.
o Wordt niet bepaald door de buitenwereld.
o Informele groepsstructuur.
o Sociaal-emotioneel leiderschap.
2.12 Overzicht van een aantal hoofdthema’s in de groepsdynamica
1. Interactie
Een groep moet klein genoeg zijn om elk van de leden in staat te stellen rechtstreeks met elkaar in
contact en interactie te komen. Groepen die kleiner zijn dan 20 personen. Hun groepsgedrag wordt
aangeduid met de term interactie.
2. Interpersoonlijke attractie
We zijn geneigd vooral om te gaan met degenen die wij sympathiek vinden en die ons sympathiek
vinden. Hoe gevoelens van sympathie en antipathie in groepen tot stand komen, wordt in de
groepsdynamica bestudeerd onder de term interpersoonlijke attractie.
3. persoonswaarneming
Hoe eerste indrukken tot stand komen, is een onderwerp van het studiegebied van de
persoonswaarneming. Sympathie en antipathie spelen hier een rol in.
,4. Stereotypering
Mensen hebben de neiging om de leden van de eigen groep als individuen te zien, terwijl de mensen
buiten de eigen groep ‘op 1 hoop geschoven worden’. Ook zien we van de leden van onze eigen
groep vooral de positieve eigenschappen, terwijl bij stereotypering van anderen vaak negatieve
eigenschappen worden benadrukt.
5. Communicatie
Communicatie vormt de belangrijkste vorm van interactie in groepen. Communicatie dient 2
hoofdfuncties: een zakelijke en rationele.
6. Groepsnormen en conformiteit
Groepen ontwikkelen ook normen over hoe je met de taak en met elkaar dient om te gaan en hoe je je
dient te gedragen naar de buitenwereld. Je kunt niet zomaar van zulke normen afwijken, want groepen
dwingen vaak een bepaalde conformiteit af.
7. Besluitvorming
Tot de regels en normen over hoe een groep met de taak wenst om te gaan, horen ook procedures
met betrekking tot besluitvorming.
8. Leiderschap
Dit is het meest bestudeerde onderwerp in de groepsdynamica. Taakgerichte leiders en sociaal-
emotionele leiders.
9. Groepsontwikkeling
Theorie van groepsontwikkeling bestaat uit 6 fasen: voorfase, oriëntatiefase, invloedsfase,
affectiefase, fase van de autonome groep en afsluitingsfase.
10. Feedback
Feedback is een van de manieren waarop groepen intern hun evenwicht proberen te bewaren. Bijv.
door groepsnormen en pressies tot conformiteit.
Hoofdstuk 3 Definitie van de groep en soorten groepen
3.1 De kracht van groepen
Groepen kunnen positieve dingen bieden, zoals steun aan elkaar, binding, veiligheid, vertrouwen,
erkenning etc. Maar groepen kunnen ook een negatieve kracht hebben, zoals zondebokvorming,
pestgedrag, machtsmisbruik of chantage.
3.2 Wat kenmerkt een groep (3.3 t/m 3.8)
Volgens Sprott definieert een groep als een verzameling individuen die in een bepaalde context meer
interactie met elkaar hebben dan met anderen daarbuiten. Hij vindt dat groepsdynamica de studie is
van groepen mensen in een directe contactsituatie. Denk hierbij bijv. aan de medewerkers van een
bepaald bedrijf.
Naast directe contactsituatie is ook groepsbewustzijn een criteria om te bepalen of een verzameling
mensen een groep is. Dit gebeurt als een aantal mensen zichzelf als een eenheid waarneemt en die
de macht heeft om gezamenlijk tegenover de omgeving te handelen. De leden zijn zich bewust van
hun lidmaatschap.
Er is niet 1 definitie van ‘groepen’.
Verschillende groepsaspecten worden benadrukt:
o Motivatie
Mensen worden lid van een groep vanuit een bepaald belang of een persoonlijke behoefte.
Een leerling gaat naar school om een diploma te behalen. Het groepslidmaatschap moet
belonend zijn anders komt het voortbestaan van de groep in gevaar en is de kans groot dat de
groep uiteenvalt.
, o Doelstelling
‘Individuen worden lid van een groep om een gemeenschappelijk doel te bereiken’ en
‘groepen zijn eenheden van 2 of meer personen die met een bepaalde bedoeling met elkaar
omgaan en die dit contact zinvol vinden’. Doelstelling overlapt met motivatie
o Structuur
Als structurele elementen van groepen worden rollen, normen, statusaspecten en dergelijke
benadrukt.
o Interdependentie
Groepsleden hoeven niet op elkaar te lijken, maar moeten wel wederzijds op elkaar betrokken
zijn.
o Interactie
Vorm van wederzijdse betrokkenheid. Dit zijn een aantal personen die over een bepaalde
periode regelmatig contact met elkaar heeft.
Volgens Hare zijn er 5 kenmerken om van een groep te kunnen spreken: interactie, gezamenlijk doel,
normen, rollen en een netwerk van interpersoonlijke attracties. De laatste 4 hebben betrekking op de
groepsstructuur.
3.9 Groepstypen (3.10 t/m 3.15) -> leerdoel
Primaire en secundaire groepen.
o Primaire groepen
o Gekenmerkt door persoonlijke, intieme relaties in directe contactsituaties.
o Vervanging van 1 groepslid door iemand anders wijzigt de relatie grondig of vernietigt
de relatie.
o Persoonlijk en intrinsiek.
o Secundaire groepen
o Koele, onpersoonlijke, rationele en formele relaties.
o Het draait voornamelijk om je positie en status en niet om wie je bent.
o Categorisch en extrinsiek.
Psychegroup en sociogroup
o Psychegroup
o Lijkt op de primaire groep
o Er is psychologische participatie
o Affectieve bindingen overheersen
o Sociogroup
o Lijkt op de secundaire groep
o Je bent alleen in naam lid (bijv. een student)
o Zakelijke en maatschappelijke relaties overheersen.
Informele en formele groepen
o Informele groepen
o Hoort bij de primaire groep
o Doelen, rollen en normen blijven vaag en impliciet,
o Vriendengroepen zijn informeel omdat ze in stand gehouden worden door
interpersoonlijke attractie.
o Autonoom gezien vrij.
o Formele groepen
o Hoort bij secundaire groep
o Georganiseerd door werk- of taakorganisatie.
o Onvrijwillige factoren spelen een grote rol.
o Niet autonoom.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller PsychoSummaries. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.