Samenvatting Nederlandse geschiedenis deeltentamen 1
72 views 6 purchases
Course
Nederlandse Geschiedenis (5771V152)
Institution
Universiteit Leiden (UL)
Book
Geschiedenis van Nederland
Nederlandse geschiedenis samenvatting van tentamenstof voor het eerste deeltentamen uit het 1e jaar van de opleiding geschiedenis aan Universiteit Leiden, afgeleid van het boek Geschiedenis van Nederland van Friso Wielenga
Geschiedenis van Nederland - van de opstand tot het heden
H2 oppositie en opstand. Ontslaan en consolidatie van de Republiek der Verenigde
Nederlanden (1555 - 1609)
De Opstand van draaide niet om de nationale onafhankelijkheid, zoals velen denken, maar
was een samenkomst van factoren die onbedoeld tot de vorming van de Republiek leidden.
Een centrale factor was de economische potentie van het betrokken gebied. Het verschoof
tijdens de Opstand van zuid naar noord, oa door emigranten in 1580.
Rond de 16e eeuw vormden de Habsburgse Nederlanden een economisch en strategisch
belangrijk gebied, met Antwerpen als belangrijkste stad. Bevolkingsgroei vergrootte de vraag
maar massagoederen, waarbij in het noorden Holland het voortouw nam. In het westen vond
intensivering en specialisatie van landbouw plaats. De bevolkingsgroei, deels door migratie
veroorzaakt, was mogelijk door de economische bloei. Amsterdam werd een belangrijke
stad voor massagoederen, Antwerpen voor ‘rijke handel’. Na 1585 met de overname van
Antwerpen, verplaatste de rijke handel naar A’dam. Ook kruisten bij A’dam belangrijke
waterwegen tussen Noord- en Zuid-Europa elkaar, had A’dam een goede stedelijke
infrastructuur en was er dus een economische eenheid.
In de eerste helft van de 16e eeuw viel dit nog tegen, een deel van NL kende in die tijd enkel
agrarische structuur bestemd voor lokale en regionale markt.
De Habsburgse expansie was duur en vooral aangewezen op belastinginkomsten uit NL. Bij
de Bourgondiërs had een systeem van bedes bestaan. Dit was moeizaam doordat de
gewesten vooral met hun eigen belangen bezig waren. Karel V wilde centralisering in NL,
terwijl de gewesten hier juist geen behoefte aan hadden en de elites keerde zich hier dan
ook tegen. Karel had aan de ene kant de elite nodig voor financiering en zijn
eenheidsstreven, maar hij wist ook dat hij anders te weinig steun zou krijgen. Door de
tegenstelling was de verwezenlijking van een bestuurlijke eenheid moeizaam en gepaard
met spanningen.
Er werd een landvoogd gestuurd en in 1531 werden de collaterale raden gevormd: de Raad
van State, de Geheime Raad en de Raad van Financiën. Vervolgens kwam er ook een
bestuursgroep van juristen bij. In de gewesten kwamen stadhouders, verantwoordelijk voor
handhaving en bevelhebber over de troepen.
De Staten-Generaal had een proces van bedes, vervolgens ruggespraak en daarna
antwoord. zo was het steeds meer een zelfstandig politiek lichaam aan het worden.
Door de verspreiding van Luthers geschriften was de geloofwaardigheid en het morele
gezag van de rooms-katholieke kerk verloren gegaan. Karel V bestreed dit in de jaren 1520
al met de inquisitie. Dit leidde tot verinnerlijking van de Reformatie. Er waren ook radicalere
groepen, zoals de dopers. Vanaf 1540 kwamen ook de calvinisten op, die sterk werden
vervolgd. De spanningen liepen echter op doordat de katholieken de repressie en onrust van
de vervolgingen verafschuwden.
In oktober 1555 nam Filips II de troon over. Hij zette de vervolging voort, maar zat ook met
een lege schatkist en een moeizame relatie met de edelen. Daarnaast was hij achterdochtig
en had nauwelijks contact met NL. In 1559 vertrok Filips naar Spanje voor de kroning en
1
,stuurde Margaretha van Parma als landvoogdes, die makkelijk werd beïnvloed door hoge
adel zoals stadhouder Willem van Oranje, die overigens dichtbij Karel en Filips stond.
In Brussel was Antoine Perrenot (Granvelle) aangesteld. De spanningen tussen hem en de
adel liepen begin jaren 1560 op. In 1559 was er een kerkelijke herindeling met bisdommen
geweest, wat veel verzet op had geroepen. De hoge adel en lokale geestelijkheid verloren
invloed en men zou niet meer op afkomst worden benoemd maar op opleiding/toewijding.
De herindeling leidde ook tot hardere vervolging. Ondertussen trouwde Oranje met de
lutherse Anna van Saksen, wat veel wantrouwen opriep bij Filips.
In 1563 eisten hoge edelen het vertrek van Granvelle en later ook de landvoogdes. Hij
vertrok in 1564. De adel had weer meer macht, maar de vervolging minderde niet. Dat jaar
in december hield Oranje een betoog over gewetensvrijheid bij de Raad van State. Men
reisde af naar Filips hiervoor, maar uit de Brieven uit het Bos van Segovia kwam een nee.
Eind 1565 kwamen lagere edelen met het verbond het Compromis. Zij boden in 1566 de
landvoogdes het Smeekschrift der Edelen aan, voor opschorting van ketterplakkaten en het
bijeenroepen van de Staten-Generaal, wat sinds 1559 niet meer was gebeurd. Ze wilden
een toleranter beleid en weer meer invloed. Later dat jaar kwam er nog een smeekbede voor
godsdienstvrijheid en het bestuur naar de hoge edelen.
De landvoogdes schortte de vervolging tijdelijk op en de calvinisten begonnen met
hagepreken. Ter voorbereiding voor kerkdiensten moesten de kerken vervolgens worden
gezuiverd, wat leidde tot de Beeldenstorm. Uiteindelijk was dit en de sociaaleconomische
situatie reden voor een radicale en explosieve stemming onder het volk.
De landvoogdes ging in op de voorstellen van Oranje voor de protestantse diensten. Als
tegenprestatie werd het verbond der lagere edelen opgeheven. Dit ‘Akkoord’ uit 1566 leidde
later tot verdere confrontatie en Oranje moest kiezen tussen onderwerping of gewelddadige
opstand. Zijn middenpositie liet hem aan steun verliezen. De protestantse kerken werden
gesloten. Oranje weigerde trouw aan Filips te zweren en ondertussen nam de onrust toe.
In 1567 stuurde Filips Alva. Hij zette de Raad van Beroerten op en velen vluchtten het land
uit. Ook voerde Alva een drietal belasting in. Willem probeerde gewapenderhand terug te
komen, maar in 1568 werd hij verslagen door ontbreken van steun onder het volk,
geldgebrek en Alva’s militaire strategie. In de daaropvolgende jaren probeerde hij het nog
meerdere keren met de de Watergeuzen. Vanaf Den Briel in 1572 ging het even goed, maar
in het zuiden en oosten liep het weer vast, ook doordat de Franse hugenoten weg bleven
door de Bartholomeusnacht. In Holland en Zeeland ging het beter. De staten erkenden
Oranje als ‘hoofd en beschermer’, ondanks Alva zijn aanwezigheid.
Alva startte een veldtocht richting het noorden, waarbij hij oa het bloedbad van Naarden
aanrichtte. Dit was enkel op korte termijn effectief, op lange termijn riep dit verzet op.
Daarnaast had Alva financiële problemen en hadden de opstandelingen veel macht met de
waterrijke gebieden. Soldaten konden niet meer worden betaald, wat leidde tot muiterij.
Alva werd teruggeroepen en Don Luis de Requesens werd zijn vervanger. Hij begon in 1575
met onderhandelen met de staten en Oranje. Men wilde toelating van het protestantisme,
wat kans op overeenkomst klein maakte. Maar door financiële zaken moest Filips stoppen,
wat leidde tot de Pacificatie van Gent. De Spaanse troepen vertrokken, het calvinisme zou
worden geaccepteerd in de opstandige provincies en andersdenkers zouden met rust
worden gelaten. Filips en de nieuwe landvoogd, Don Juan, moesten dit accepteren.
2
, Oranje en Juan hadden tegenovergestelde standpunten. De opstandige gewesten eisten
meer dan eerst waardoor een compromis onmogelijk was. Juan greep naar de wapens,
waarop de Staten-Generaal Matthias van Oostenrijk erkenden tot nieuwe landvoogd. Willem
wilde nog steeds religievrede en eenheid, maar de conflicten tussen de geloven was
toegenomen tot de vorm van een burgeroorlog. Met de Unie van Atrecht in 1579 was de
Pacificatie officieel mislukt. Reactie hierop was de Unie van Utrecht. Willem sloot hier zich
later pas bij aan.
De gewesten gingen op zoek naar steun bij de hertog van Anjou, waarop Filips Oranje in de
ban deed. In 1581 verklaarde de Staten-Generaal in het Plakkaat van Verlatinghe dat ze
Filips niet meer als vorst erkende. Dit was ook het einde van het standpunt dat de
opstandelingen zich niet richtten tegen de koning, maar de uitvoerders van zijn bewind. De
hertog van Anjou werd de nieuwe landsheer.
De nieuwe landvoogd, de hertog van Parma, kwam met een Spaanse opmars die men niet
kon tegenhouden. Ondertussen was Anjou terug naar Frankrijk en op 10 juli 1584 werd
Willem van Oranje vermoord, waarmee het binden van de verdeelde gewesten wegviel.
Vanaf dan tot 1590 werden meer provincies ingenomen, Parma bood geen religievrede,
maar liet protestanten wel vertrekken, waardoor steden zich overgaven en het calvinisme
verdween, behalve in het noorden en westen.
Maar zijn veroveringen hadden ook economische gevolgen, zoals bij de verovering van
Antwerpen in 1585. De Schelde werd geblokkeerd, waardoor Antwerpen zijn betekenis als
havenstad verloor en veel mensen vertrokken. In het noorden groeiden daardoor de steden.
Dit leegstromen was eerst enkel religieus, maar later ook economisch. Het noorden kreeg
een economische impuls.
Ondertussen probeerde de Staten-Generaal nieuwe soevereiniteit te vinden. Elizabeth I
bood beperkte steun door Robert Dudley in 1585 te sturen, maar dit werd een machtsstrijd
met de staten en in 1587 vertrok hij weer. Dit kwam door Johan van Oldenbarnevelt de
nieuwe landsadvocaat. Hij had een sterke uitbreiding van zijn bevoegdheden geëist.
Men realiseerde na Dudley dat de soevereiniteit bij hun zelf moesten liggen, wat kon omdat
de staten van oudsher de soevereiniteit hadden bezeten en deze enkel hadden opgedragen.
Het was dus geen revolutionaire onafhankelijkheidsverklaring, volgens hen. In april 1588
legden ze de eed aan henzelf op: het ontstaan van de Republiek der Verenigde
Nederlanden. Dit kon ook plaatsvinden doordat Filips met hevige aanvalsplannen kwam
tegen NL én ENG, waardoor ze tot samenwerking werden gedwongen en Filips hier in 1588
werd verslagen. Ook kwam in FR in 1589 een protestantse vorst, wat Filips’ katholieke
missie bedreigde. Het zwaartepunt verplaatste daardoor naar FR en NL kreeg een pauze.
De Republiek bestond nu uit zeven soevereine staten met de Staten-Generaal als federaal
orgaan. Holland was het machtscentrum met Oldenbarnevelt als premier, minister van
Financiën en minister van Buitenlandse Zaken. Niet alle gewesten hoorde erbij, een deel
werd beschouwd als de Generaliteitslanden. Maurits van Nassau was stadhouder van
Zeeland en Holland geworden in 1585, maar had alleen het militaire bevel. In 1590/91 werd
hij ook stadhouder van Utrecht, Gelderland en Overijssel. Hij oogstte militaire successen,
door professionalisering en Filips die ook andere oorlogsfronten had. Hij werkte samen met
Willem Lodewijk.
Tussen 1588 en 1598 wordt de Opstand definitief gewonnen. Filips was al drie keer failliet
gegaan en de Republiek had het Drievoudig Verbond met ENG en FR gesloten om Spanje
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller femkesiebel2. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.96. You're not tied to anything after your purchase.