100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting problemen sociologie $6.96   Add to cart

Summary

Samenvatting problemen sociologie

 5 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

problemen sociologie

Preview 4 out of 66  pages

  • April 13, 2023
  • 66
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Probleem 1 (ongelijkheidsvraagstuk)
1) Wat is sociale ongelijkheid/ sociale stratificatie?
Social divisions (sociale ongelijkheid): wanneer verschillen tussen mensen maatschappelijk
significant worden gemaakt.

Sociale stratisfactie:
een systeem waarin de samenleving categorieen van mensen rangschikt in een hierarchie.
5 basisprincipes:
 Sociale stratisfactie is een kenmerk van de samenleving, niet simpel een reflectie van
individuele verschillen (ongelijke toegang tot middelen)
 Sociale stratisfactie houdt aan over generaties. in alle samenlevingen gevenouders
hun sociale posities door aan hun kinderen, zodat patronen van ongelijkheid
hetzelfde blijven van generatie op generatie.
o Soms maken individuen social mobility mee: ze veranderen dan van positie in
de sociale hierarchie. Bij de meeste mensen is dit echter niet het geval.
 Sociale stratisfactie is universeel maar ook veranderlijk/afwisselend. Wat ongelijk is
en hoe ongelijk het is verschilt per samenleving.
 Sociale stratisfactie gaat niet alleen over ongelijkheid maar ook over
overtuigingen/geloof. Net zoals dat het verschilt wat er ongelijk is verschilt ook de
verklaring waarom mensen ongelijk zouden moeten zijn per samenleving.
 Sociale stratisfaction veroorzaakt gedeelde identiteiten. In alle systemen van sociale
ongelijkheid hebben mensen een idee van hun plek, en deze accepteren ze,
onderhandelen ze of hier bieden ze weerstand tegen.

Sociale stratificatie duurt voort over generaties. Er is (meer of minder) sociale mobiliteit
mogelijk. (verandering in iemands positie binnen de hiërarchie).
 Horizontale mobiliteit: in dezelfde sociaal economische klasse
 Verticale mobiliteit: in een andere sociaal economische klasse ( hoger / lager )
 Intragenerationele mobiliteit: in 1 generatie
 Intergenerationele mobiliteit: tussen generaties
 Structurele mobiliteit: als groep
 Individuele mobiliteit: als 1 persoon.

Er zijn 4 grote sociale stratisfactie systemen:
ongelijkheid op basis van: sociaal-economische stand, ethniciteit, geslacht en leeftijd.

Processen die stratificatie in de hand werken (Young)
 Sociale uitsluiting en marginalisering
 Exploitatie (verdeling van groepen)
 Machteloosheid
 Culturele imperialisme (cultuur van de dominante groep is de norm)
 Geweld (tegen bepaalde groepen, vb vrouw is minder, homo is slecht)

,Open en dicht systeem
Dicht systeem van stratisfactie: weinig verandering in sociale positie
Open systeem: staan enige mobility toe.

vormen van stratisfactie:
Slavernij: bestaat tegenwoordig nog steeds. Moderne slavernij gaat alleen niet over direct
eigendom maar over het hebben van controle d.m.v. geweld, meestal met veel elementen
van economische uitbuiting. (dicht systeem)
 Forced labour
 Debt bondage
 Prostitution
 Servile marriage

Rang(feodaal stelsel): een systeem gebasseerd op een rigide in elkaar grijpende hierarchie
van rechten en plichten. (adel, geestelijkheid & gewone burgers)
(dicht systeem)

Kasten: typisch in agrarische samenlevingen, worden gebasseerd op tenaamstelling en
rusten op sterke morele overtuigingen, die iemands hele leven vormgeven, inclusief werk en
echtgenoot. Wordt bepaald bij de geboorte al, zoals in india. (dicht systeem)
 In eerste instantie bepaald de familie waarin je bent geboren het werk wat je gaat
doen.
 Endogaam huwelijk: geen rigide sociale hierarchie zou kunnen blijven bestaan als
mensen regelmatig buiten hun eigen categorie trouwen, dan zouden de meeste
kinderen een onzekere rank hebben. Om de hierarchie te behouden moeten mensen
dus trouwen met iemand in dezelfde ranking.

Klassen: sociale stratificatie vanuit de ongelijke verdeling van rijkdom, macht en aanzien.
gewoonlijk in industriele samenlevingen, reflecteren een grotere maat van individuele
prestatie. Omdat de nadruk op prestatie een weg opent naar social mobility zijn klassen
minder duidelijk bepaald als kasten. (open systeem)

Socialisten vs. kapitalisten
Historisch gezien hebben socialistische samenlevingen beweerd klassenloos te zijn, op basis
van hun publieke eigendom van productief eigendom. Hoewel dergelijke samenlevingen veel
minder economische ongelijkheid vertonen dan hun kapitalistische tegenhangers, zijn ze met
name gestratificeerd wat betreft macht.

Intersectionaliteit: het idee dat individuen in een samenleving discriminatie en
onderdrukking ondervinden op grond van een veelvoud van factoren.

, 2) Wat zijn belangrijke aspecten van sociale stratificatie? (focus
op economische aspecten, armoede en klasse)
Wereldwijde stratificatie
 Ongeveer 15 procent van de wereldbevolking leeft in geïndustrialiseerde landen met
hoge inkomens en neemt 55 procent van het totale inkomen van de aarde op.
 Nog eens een derde van de mensheid leeft in middeninkomenslanden met een
beperkte industrialisatie en ontvangt ongeveer 37 procent van alle inkomsten.
 De helft van de wereldbevolking leeft in landen met een laag inkomen die nog niet
geïndustrialiseerd moeten worden; zij verdienen slechts 8 procent van het
wereldinkomen.
De armoede die in een groot deel van de wereld wordt aangetroffen, is een complex
probleem dat de beperkte industriële technologie, snelle bevolkingsgroei, traditionele
culturele patronen, interne sociale stratificatie, mannelijke dominantie en mondiale
machtsverhoudingen weerspiegelt.

Armoede in arme landen is veel ernstiger dan in rijke naties
Relatieve armoede: hebben gebrek aan middelen die anderen als normaal zien. (in rijke
landen). de ontbering van sommige mensen in relatie tot degenen die meer hebben.
Absolute armoede: een gebrek aan middelen die nodig zijn om te overleven >
levensbedreigend (in arme landen)
 Armoede in arme landen is uitgebreider dan in rijke naties.

Poverty trap: komt voort uit de structuur van de samenleving, je kunt er niet aan
ontsnappen zonder volhoudende en diepe inspanning om die samenleving te veranderen:
‘structurele armoede’. Bijv. family child labour traps, high fertility traps, debt bondage traps
etc. structurele armoede

Verklaren global inequality, redenen armoede
 Technologie
 Bevolkingsgroei
 Culturele patronen
 Sociale stratisfactie
 Gender ongelijkheid
 Global power relationships
o Kolonialisme
o Neo-kolonialisme

Sociale klassen
Sociale ongelijkheid omvat verschillen in een groot aantal variabelen, waaronder inkomen,
vermogen en macht. Marxisten zouden een benadering volgen bij het meten van klassen die
zich richt op het bezit van de productiemiddelen vs. arbeiders, terwijl Weberianen de neiging
hebben zich te concentreren op een reeks variabelen, waaronder werk en marktsituatie.
Marx ziet klasse als economisch begrip en weber ziet klasse meer als status/macht

Dimenties van klassen in de UK
Inkomen, Rijkdom, Prestige/aanzien, Occupation/beroep

, Verschillende klassen
 The upper class: een kleine klasse van de rijkste en machtigste families. Ze erven hun
rijkdom vanuit verschillende generaties (upper-upper class) of hebben zelf een hoog
inkomen (lower-upper class)
 Upper middle class: hoger inkomen en betere opleiding dan middle class
 Working class/ lower middle class: onder gemiddeld inkomen en minder financiele
zekerheid
 Underclass: mensen buiten de samenleving en het klasse systeem: sociale uitsluiting.
‘Onder de klassenstructuur’, degenen die economisch, politiek en sociaal
gemarginaliseerd en uitgesloten zijn. (lumpenproletariaat volgens Marx)

Vaak zien mensen de klassen voor zich als ladder of piramide, maar steeds vaker zeggen
mensen dat je het eigg moet zien in de vorm van een rugbybal.

 Sociale klasse beïnvloedt bijna alle aspecten van het leven, te beginnen met
gezondheid en overleving in de kindertijd, en omvat een breed scala aan vormen en
patronen van gezinsleven.
 Sinds het begin van de jaren zeventig hebben veranderingen in de economie de
levensstandaard van gezinnen met een laag en gemiddeld inkomen verlaagd. Een
belangrijke hedendaagse trend is een afname in de productiesector (fabrieken),
parallel aan de groei van laagbetaalde banen in de dienstensector.

Wie hebben meer kans om arm te zijn?
Vrouwen, kinderen, ouderen, minderheden/immigranten, beperkten, alleenstaande ouders
 Oscar Lewis en Charles Murray brachten de armoedecultuurtheorie naar voren, die
stelt dat armoede wordt bestendigd door de sociale patronen van de armen zelf.
 Tegen deze mening in, stelt William Ryan dat armoede wordt veroorzaakt door de
ongelijke verdeling van rijkdom in een samenleving

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller 553913av. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.96
  • (0)
  Add to cart