100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Psychopathologie; Psychiatrie een inleiding $7.05   Add to cart

Summary

Samenvatting Psychopathologie; Psychiatrie een inleiding

1 review
 38 views  7 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit is een samenvatting van het boek Psychiatrie een inleiding. Deze samenvatting bevat de volgende hoofstukken: 1.1 t/m 1.2 en 1.4 2.1 t/m 2.8 3.1 t/m 3.4 7.1 t/m 7.5 5.1 t/m 5.6 4.2.3 t/m 4.4.2 8.1 t/m 8.8 9.1 t/m 9.7 11.1 t/m 11.5 6.1 t/m 6.4 13.1 t/m 13.8 14.1 t/m 14.5 12.1 t/...

[Show more]

Preview 4 out of 41  pages

  • No
  • Unknown
  • April 13, 2023
  • 41
  • 2022/2023
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: freekhermens • 7 months ago

avatar-seller
PSYCHOPATHOLOGIE
HERKANSING
WEEK 1



AFWIJKEND GEDRAG

Psychopathologie: een deelgebied van de psychiatrie en de psychologie dat zich bezighoudt met het
beschrijven van psychische stoornissen, oorzaken en behandelingen daarvan

Psychische stoornis: geheel van afwijkende emoties, gedachten of gedragspatronen dat wordt
gekenmerkt door onder andere een storing in het functioneren en (persoonlijk) lijden

Diagnogstisch criterium: bepaalde verschijnselen moeten of symptomen moeten voldoen aan
bepaalde voorwaarden, voordat ze als afwijkend of passend bij een bepaalde stoornissen
beschouwen

CRITERIA VOOR AFWIJKEND GEDRAG

 Uitzonderlijk: dingen horen of zien die er niet zijn
 Sociaal afwijkend: alle samenlevingen hebben maatstaven die bepalen welke vormen van
gedrag acceptabel zijn in welke context. Normen ontwikkelen zich uit de gewoonten en
opvattingen van een bepaalde groep.
 Foute perceptie of interpretatie van de werkelijkheid: normaal gesproken vormen onze
zintuigen en cognitieve processen een accurate mentale representatie van onze omgeving
(bijv. achtervolgingswanen)
 Aanzienlijk emotioneel lijden van de persoon: persoonlijk lijden als gevolg van
problematische emoties (bijv. aanhoudende angst of depressie die het functioneren
belemmeren)
 Ongepast of contraproductief gedrag: gedrag dat niet productief of nuttig is voor de
persoon, maar iemand zijn functioneren belemmert (bijv. veelvuldig controleren van het slot
van de deur omdat er spanning wordt ervaren als hij dat niet doet)
 Gevaar: gedrag dat gevaar oplevert voor de betrokkene zelf of voor anderen (bijv. aanslag in
Brussel)

PSYCHOLOGISCHE PERSPECTIEF

 Psychologische problemen worden aangestuurd door onbewuste motieven en conflicten, die
zijn terug te voeren op de kindertijd (Freud)
 Collectief onbewuste: bevat primitieve beelden, of archetpe, die afkomstig zijn uit de
geschiedenis van onze soort (Carl Jung)
 De relatie tussen ouder en kind heeft grote invloed op de interpersoonlijke relaties die
iemand in zijn latere leven aangaat (Karen Horney & Harry Stack Sullivan)

,  Hechtigstheorie: de interactie tussen kind en omgeving is bepalend voor de wijze waarop
een kind zich emotioneel en cognitief vormt.

Bewuste: deel van de geest dat overeenkomt met wat op dit moment onder onze gedachte is

Voorbewuste: deel van de geest waarvan de inhoud buiten het huidige bewustzijn ligt, maar
waarvan we ons bewust kunnen worden als we onze aandacht erop richten

Onbewuste: deel van de geest dat buiten het bereik van het normale bewustzijn ligt en dat onze
instinctieve drijfveren bevat

Id: de onbewuste psychische structuur die onze primitieve instincten bevat en die wordt
aangestuurd door het lustprincipe

Lustprincipe: aangestuurd door het id en wenst directe behoeftebevrediging

Ego: komt overeen met het zelf. Werkt volgens realiteitsprincipe en is in staat om frustatie te
tolereren. Dit onderdeel van de psychische structuur ontwikkelt zich tijdens het eerste levensjaar

Realiteitsprincipe: stuurt het ego aan. maar houdt ook rekening met sociale acceptatie en praktische
overwegingen

Superego: internaliseert de normen van ouders en belangrijke anderen, en die functioneert als
moreel geweten. Zo rond de leeftijd van 4 ontwikkelt dit derde onderdeel van de psychische
structuur

AFWEERMECHANISMEN

Afweermechanismen: door het ego gebruikt om het zelf te beschermen tegen het bewustzijn van
angstaanjagende zaken

 Verdringing: verdrijving van angstaanjagende ideeën uit het bewustzijn naar het onbewuste
(bijv. een student vergeet de uiterste inleverdatum van een belangrijk werkstuk)
 Regressie: terugkeer, tijdens stress, naar een vorm van gedrag dat kenmerkend is voor een
eerder ontwikkelingsstadium (bijv. een jongvolwassene huilt als hij de auto van zijn ouders
niet mag lenen)
 Rationalisatie: gebruik van misleidende rechtvaardiging voor onacceptabel gedrag (bijv. een
man verdedigt zijn gesjoemel met de belastingaangifte met de woorden ‘’iedereen doet
het’’)
 Verplaatsing: verplaatsing van ideeën en impulsen over bedreigende of ongeschikte
objecten naar minder bedreigende objecten (bijv. een werknemer zoekt ruzie met haar man
nadat ze van haar leidinggevende een standje heeft gehad)
 Projectie: toeschrijven van eigen onacceptabele impulsen aan anderen, zodat het lijkt of het
andermans impulsen zijn (bijv. een seksueel gefrusteerde persoon interpretterd onschuldige
gebaren van anderen als seksuele toenaderingpogingen)
 Reactieformatie: gedrag dat tegengesteld is aan de werkelijke impulsen, om de werkelijke
impulsen te onderdrukken (bijv. iemand die boos is gedraagt zich misselijkmakend aardig
tegenover de persoon in kwestie)

,  Ontkenning: weigeren om de werkelijke aard van een bedreiging onder ogen te zien (bijv.
een zware roker kan zich niet voorstellen dat hij kanker of een hartziekte zal krijgen)
 Sublimatie: Ombuigen van primitieve impulsen in positieve, constructieve acties (bijv. een
vijandig persoon uit haar agressieve energie in wedstrijdsporten)

BEHAVIOURISTISCHE PERSPECTIEF/ LEERTHEORIE

 Nadruk op waarneembaar gedrag en de rol van leren
 Vanuit het leerperspectief is afwijkend gedrag het gevolg van het verwerven (leren) van
verkeerd, ongepast gedrag

KLASSIEKE CONDITIONERING

Klassieke conditionering: vorm van leren waarin je ervoor zorgt dat een respons op de ene stimulus
ook optreedt na een andere stimulus, door beide stimuli samen aan te bieden of aan elkaar te
koppelen

Geconditioneerde respons: geleerde respons op een voorheen neutrale stimulus

Ongeconditioneerde stimulus: stimulus die een niet-aangeleerde respons oproept (voedsel)

Ongeconditioneerde respons: niet-aangeleerde, natuurlijke respons (speekselproductie)

Geconditioneerde stimulus: een voorheen neutrale stimulus die een geconditioneerde respons
oproept nadat hij herhaaldelijk is gekoppeld aan de ongeconditioneerde stimulus die eerder die
respons heeft opgeroepen

OPERANTE CONDITIONERING

Operante conditionering: vorm van leren waarbij gedrag wordt eigen gemaakt en versterkt als het
wordt bekrachtigd.

Bekrachtiging: stimulus of gebeurtenis die de frequentie van de daaropvolgende respons verhoogt

 Positieve bekrachtiging: aangename stimuli die de frequentie van het voorafgaande gedrag
verhogen
 Negatieve bekrachtiging: onaangename stimuli die de frequentie van het voorafgaand
gedrag verhogen (iets onaangenaams wordt verwijderd (bijv. het optillen van een huilende
baby)
 Positieve straf: toegediende onaangename of pijnlijke stimuli die de frequentie van het
daaropvolgende gedrag verlagen (boetes)
 Negatieve straf: weggenomen aangename stimuli die de frequentie van het daaropvolgende
gedrag verlagen (tv uitzetten)

SOCIAAL COGNITIEVE LEERTHEORIE

Sociaal cognitieve leertheorie: leren door observatie en die ervan uitgaat dat gedrag zowel door
situationele als door cognitieve variabelen wordt bepaald

Modeling: leren door het gedrag van anderen te observeren en imiteren

, HUMANISTISCHE MODELLEN

Nadruk leggen op de goedheid van de mensen en de persoonlijke vrijheid van individuen om
bewuste keuzes te maken die hun leven een doel en betekenis geven

Zelfactualisatie: de drang om alles te worden waartoe een persoon in staat is. Het motief dat
iemand drijft om al zijn vermogens te ontwikkelen en de eigen, unieke vaardigheden tot uitdrukking
te brengen

 Onvoorwaardelijke positieve waardering: andere mensen waarderen omdat ze mens zijn,
los van hun gedrag op een bepaald moment
 Voorwaardelijke positieve waardering: andere mensen waarderen omdat hun gedrag op
een bepaald moment jouw goedkeuring kan wegdragen

COGNITIEVE MODELLEN

De manier waarop mensen de realiteit interpreteren, en in de vraag hoe ineffectief of foutieve
verwerking van informatie over de wereld kan leiden tot afwijkend gedrag

SOCIAAL-CULTURELE PERSPECTIEF

Oorzaken van afwijkend gedrag worden gezocht in de fouten van de maatschappij

DIATHESE-STRESSMODEL

Diathese stressmodel: het idee dat afwijkend gedrag te maken heeft met de interactie
tussen kwetsbaarheid of aanleg, en stressvolle en ingrijpende levensgebeurtenissen.

Diathese: kwetsbaarheid of aanleg voor een specifieke stoornis

Diathese + stress = ontwikkeling van de stoornis

PERSPECTIEVEN

- Welke rol spelen
neurotransmitters,
Biologische
Biologisch Biologisch model & genetische factoren
grondslagen van
perspectief medisch model en verschillen in
afwijkend gedrag
hersenstructuren in
afwijkend gedrag
- Hoe
Onbewuste vertegenwoordigen
conflicten en of symboliseren
Psychologisch Psychodynamische
motieven als specifieke
perspectief modellen
oorzaken van symtomen
afwijkend gedrag onbewuste
conflicten
Leermodellen De invloed van - Hoe worden
leerervaringen op abnormale
de ontwikkeling van gedragspatronen
afwijkend gedrag aangeleerd
- Wat is de rol van
de omgeving in het
ontstaan van

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jillclaessen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.05. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

79202 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.05  7x  sold
  • (1)
  Add to cart