Volledige uitwerking van alle examenvragen beschikbaar op de Apollonia-website. De examenvragen komen elk jaar terug in reeksen, zeker de interacties en juist- of fout vragen!
De examenvragen werden uitgewerkt door een groep van 10 studenten.
FARMACOKINE niet-lineair CYP2C9-afhankelijk
TIEK niet transplacentair wel transplacentair (!!!)
FARMACODYNA bindt aan anti-trombine inhibeert vitamine K- Inhibeert factor Xa
MIEK → inhibitie trombine en reductase of trombine
factor Xa → geen carboxylatie van → directe inhibitie
→ verminderde de stollingsfactoren stollingsfactoren
stollingsneiging/hemostas → verminderde → verminderde
e stollingsneiging/hemostase stolling/hemostase
EFFECT NA Komt direct tot stand, Komt traag tot stand, want Komt direct tot
BEGIN want het effect is direct op actieve SF moeten eerst stand, want het
THERAPIE de actieve nog worden opgebruikt. Er effect is direct op
stollingsfactoren. is enkel een inhibitie van de actieve
de synthese. stollingsfactoren.
EFFECT NA Niet direct, effect zal nog
STOPPEN enkele dagen worden
THERAPIE aangehouden tot nieuwe
stollingsfactoren zijn
aangemaakt.
NEVENEFFECT osteoporose bij proteïne C en S
langdurig gebruik worden mee
overgevoeligheid geïnhibeerd
hypoaldosteronism necrosen van de
e(→ huid en onderhuid
hyperkaliëmie) CAVE: interactie
thrombose met (CYP2C9)
trombopenie door
, heparine-
antistoffen
INDICATIES Preventie van:
DVT &
longembolie
thrombo-embolie
(VKF)
thrombose bij
kunstkleppen
CONTRA- (mensen die geen spuitjes Zwangerschap, lactatie,
INDICATIES willen zetten) leverproblemen
ANTIDOTUM Protamine sulfaat Vitamine K Andexanet alfa &
idarucizumab
WAARMEE MOET JE OPLETTEN ALS JE ERYTROMYCINE GEBRUIKT?
Erythromycine is een macrolide antibiotica.
Het is een bacteriostatische antibiotica die bactericide wordt in hoge dosis. Het werkt via
de verhindering van het vormen van een initiatie-complex, en het verhinderen van de
translocatie.
De toediening gebeurt via ofwel een peroraal enterisch gecoat preparaat, ofwel
intraveneus.
Waar men voor moet opletten is dat bij intraveneuze toediening, grote concentraties
kunnen worden bereikt. Als gevolg hiervan kunnen er QT-verlengingen optreden.
Ook moet men goed opletten als de patiënt ook andere medicatie neemt die via CYP3A4
wordt afgebroken, want macrolide antibiotica is namelijk een niet-competitieve inhibitor
van het CYP3A4. Dit kan leiden tot een verhoogde biologische beschikbaarheid van de
andere medicatie.
Daarnaast kan macrolide ook passeren doorheen de placenta. (cave zwangerschap!)
KAN JE GLUCOCORTICOÏDEN COMBINEREN MET LITHIUMZOUTEN?
Opletten bij voorschrijven lithium in combinatie met glucocorticoïden
Therapeutic drug monitoring nodig, verschillende geneesmiddelen kunnen leiden tot
hogere lithium plasmaspiegels en dus tot intoxicaties.
Neveneffecten van glucocorticoïden kan gebeuren thv elektrolyten:
→ Natrium en waterretentie mogelijk: hierdoor ontstaat perifeer oedeem
MAAR dit is ook gevaarlijk voor de lithiumzouten aangezien deze het natrium volgen hier
ook retentie en dus hoger lithiumgehalte waardoor het gevaarlijk is voor therapeutisch
venster → monitoren!
,IMAO GEEFT KAASREACTIE
IMAO = Inhibitor monoamino-oxidase
FUNCTIE: inhibitie afbraak noradrenaline, dopamine en 5-HT → GEVOLG: concentratie in
synaps stijgt.
MAO kent 2 isovormen:
MAO-A: we spreken alleen van antidepressivum als MAO-A aanwezig is.
MAO-B
→ Hiervan bestaan selectieve inhibitoren (inhiberen MAO reversiebel) en niet-specifieke
inhibitoren (inhiberen MAO irreversiebel, nl Fenelzine).
INTERACTIE tussen niet-specifieke IMAO’s en tyramine in rijpe kaas, gistproducten en
ander tyraminerijke voedingsstoffen (= indirect werkende sympathomimetica):
KAASREACTIE = ACUTE HYPERTENSIE met als gevolg:
hevige hoofdpijn
kans op intracerebrale bloeding
WERKING:
Tyramine zet noradrenaline vrij!
1. Wanneer tyramine wordt opgenomen uit tyraminerijk voedsel wordt het volledig
geïnactiveerd door MAO in darm en lever.
2. MAAR IMAO’s beletten dit met als gevolg dat tyramine in de circulatie komt.
3. DUS doordat tyramine niet wordt afgebroken door MAO in de zenuwuiteinden,
zullen grote hoeveelheden noradrenaline worden vrijgezet.
OPM: tyramine kan niet door BBB, waardoor kaasreactie beperkt blijft tot PZS.
De kaasreactie komt niet voor bij selectieve IMAO-A’s.
REDEN: tyramine kan nog geïnactiveerd worden door MAO-B.
LEG HET WERKINGSMECHANISME VAN TCA UIT EN GEEF 2 RELEVANTE
NEVENWERKINGEN VOOR JOU ALS TANDARTS.
Tricyclische antidepressiva
Werkingsmechanisme:
Inhibitie noradrenaline en/of serotonine reuptake transporter (NET en/of SERT)
⇒ ↑ concentratie noradrenaline/serotonine in synaptische spleet
⇒ antidepressief effect.
Er zijn stoffen die noradrenaline-opname meer blokkeren dan serotonine-opname, en vice
versa. Maar nooit volledige selectiviteit voor één van beide transmitters.
Functie transporters: mono-amino-neurotransmitters
(noradrenaline,serotonine,dopamine) terug uit de synaptische spleet opnemen in de cel.
Kunnen bijkomend ook muscarine-, 5-HT2- en α-receptoren blokkeren.
, cardiotoxisch: bepaalde AB die QTC interval verlengen in combinatie met TCA →
overdosis kan fataal zijn
orthostatische hypotensie: oppassen bij rechtkomen
als je andere medicatie geeft kan dit interacties veroorzaken
o NSAID: competitieve eiwitbinding
o indirecte sympaticomimetica: mindere werking
o direct sympaticomimetica: bloeddrukstijging
FARMACODYNAMISCHE EFFECTEN VAN OPIOÏDEN EN BIJVRAAG OVER
WELKE RECEPTOREN ER ZIJN.
farmacodynamische effecten van zuivere opioïde agonisten op:
1. centraal ZS
1. stijging van pijndrempel zowel bij acute als chronische pijn
2. sterke demping van affectieve component van pijn met euforiserend effect
2. perifeer ZS (11)
1. respiratoire depressie: door daling CO2-gevoeligheid in ademhalingscentrum,
meest fatale effect bij opioïden!
reeds mogelijk bij analgetische (normale) dosis
bij hogere dosis kan ademhaling stilvallen door verdwijnen prikkel
voor ademhaling
CO2-retentie → intracraniële drukstijging dr vasodilatatie →
hersenbloeding
2. miosis: vernauwing pupil door stimulatie nucleus oculomotorius
3. onderdrukking hoestreflex: inhibitie van hoestcentrum → veel hoestsiropen met
codeïne (= soort zuivere opioïde agonist)
4. soms braken: door stimulatie chemoreceptor triggerzone ←>tevens ook inhibitie
braakcentrum, daarom vooral in begin nausea en braken wat afneemt na
herhaaldelijke inname
5. cardiovasculaire effecten: vermindering outflow naar OZS → orthostatische
hypotensie (hier rekening mee houden wanneer patiënt in stoel ligt en daarna
gaat rechtstaan) → daling cardiale belasting en pulmonaire congestie. CAVE:
morfine kan ook acute hypotensie veroorzaken door histamine vrijzetting uit
mestcellen
6. bronchoconstrictie CAVE astmapatiënten ( nooit opioïden toedienen wanneer de
oorzaak van de pijn niet bekend is)
7. constipatie: door verhoging tonus spieren sfincter en vermindering peristaltiek,
deels enterisch (parasympatisch) en deels centraal (hersenen)
8. vertraagde maaglediging: verhoging tonus sfincter en vermindering motiliteit
9. afname uteruscontracties tijdens bevalling: best andere pijnstillers bij bevalling
10. urineretentie: door toegenomen sfinctertonus en afgenomen perceptie
mictiestimulus
11. toename druk in galblaas: galblaascontractie en contractie sfincter van Oddi,
CAVE patiënten met galstenen → verhoogde druk kan zorgen voor felle pijn
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller VvTHK. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $13.12. You're not tied to anything after your purchase.