Week 1 naam, woonplaats en burgerlijke stand
2.1 Personen
2.1.1 Inleiding
Een persoon kan drager van rechten en plichten zijn. De persoon is een rechtssubject.
Iedereen die zich in Nederland bevindt is vrij en bevoegd tot het genot van burgerlijke
rechten (art. 1:1 lid 1 BW). Deze bepaling wordt voor mensen van buitenlandse afkomst,
vluchtelingen en asielzoekers beperkt door vele administratieve regelingen. Lid 2 BW
verbiedt persoonlijke dienstbaarheden.
2.1.2 Het ontstaan van persoonlijkheid
Persoonlijkheid ontstaat door geboorte (art. 1:2 BW). Het is wel vereist dat het kind
levend ter wereld komt. Het (ongeboren) kind, van wie de vrouw zwanger is, wordt
geacht reeds geboren te zijn indien en voor zover zijn belang dit vordert. Art. 1:2 BW
geeft dus een fictie. Een kind wordt geacht nooit te hebben bestaan, indien het dood
geboren wordt. Ook dit is een fictie.
Als een kind staande het huwelijk of geregistreerd partnerschap van zijn ouders geboren
wordt, zijn deze ouders tijdens de minderjarigheid van het kind samen belast met het
ouderlijk gezag (art. 1:251 lid 1 en 253aa BW). Het ouderlijk gezag ziet onder meer op
de wettelijke vertegenwoordiging (art. 1:254 lid 4 BW). Na een echtscheiding houden de
ouders het gezamenlijk ouderlijk gezag, tenzij de rechter oordeelt dat het gezag slechts
aan één ouder zal worden uitgeoefend (art. 1:251 lid 2 jo. 251a BW).
Ook ingeval van buiten het huwelijk of geregistreerd partnerschap geboren kinderen
kunnen ouders gezamenlijk gezag uitoefenen (art. 1:252 en 253c). Gezag kan tevens
worden uitgeoefend door een ouder samen met een niet-ouder (art. 1:253t en 1:253sa
BW) of door een ouder alleen (art. 1:253b e.v. en 1:253x BW) of door een voogd (art.
1:280 e.v. BW).
Bij conflicterende belangen van het kind en de ouders (of voogd) kan de kantonrechter
een bijzondere curator benoemen ter bescherming van de belangen van het kind (art.
1:250 BW). In zaken betreffende de afstamming wordt altijd een bijzondere curator als
vertegenwoordiger van het kind (als verzoeker of belanghebbende) benoemd door de
rechter die over de zaak beslist (art. 1:212 BW).
2.1.4 Einde van de persoonlijkheid
De persoonlijkheid gaat teniet als het leven eindigt. Het tijdstip van overlijden speelt dus
een belangrijke rol hierbij. Ingeval van vermissing en afwezigheid wordt het overlijden
vastgesteld na een bepaalde termijn. Dit is de fictie van overlijden (art. 1:414 en 1:417
BW).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MinouBrouwer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.80. You're not tied to anything after your purchase.