100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting spijsvertering 1ste bachelor $8.45
Add to cart

Summary

Samenvatting spijsvertering 1ste bachelor

 8 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Duidelijke en overzichtelijke samenvatting met afbeeldingen ter verduidelijking

Preview 6 out of 84  pages

  • April 14, 2023
  • 84
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
FYSIOLOGISCHE ASPECTEN VAN DE
SPIJSVERTERING
HIMPENS

,1. De speekselsecretie
Weefsels in mondholte vrij kwetsbaar, want rechtstreeks blootgesteld aan buitenwereld
• Speeksel belangrijk voor mondbescherming

3 voornaamste speekselklieren
1. Gl. Sublingualis → viskeus secreet, rijk aan mucoproteïnen
o Muceus (slijmerig)
2. Gl. Parotis (oorspeekselklier) → waterig secreet, rijk aan α-amylase
o Sereus (waterachtig)
o Secreet is heel vloeibaar om eten te verwerken
3. Gl. Submandibularis (onderkaakspeekselklier) → heterogeen,
o seromuceus vocht

Daarnaast ook verschillende muceuse, buccale (wang) kliertjes
• 10% vocht
• 70% mucus

Al deze klieren samen vormen heterogene groep
→ de pancreas zorgt ook voor secretie MAAR opgebouwd uit 1 enkele klier

Dagelijkse secretie: 1 - 1,5 l speeksel
• 50 - 60% in rust (nuchter/interprandiaal/interdigestief)
o zwak: 0,25 - 0,5 ml/min
o vooral via Gl. submandubilaris
• Bij simulatie tijdens maaltijd (prandiaal/digestief):
o Gl. parotis secreteert krachtig, MAAR kortdurend
o 35 - 50% v totale speekselvolume (4 - 5 ml/min) na maaltijd

Speeksel
• 99% vocht
• < 1% proteïnen en ionen

Waarom?
• In speeksel zitten bepaalde metabolieten v chemische stoffen
• DNA onderzoek
• Bevat bepaalde aspecten zodat het niet zomaar uit mond loopt
• Smaaksensatie
• Doorslikken
• Helpt bij voedselvertering
• Mondhygiëne

,Vorming en samenstelling v/h speeksel

Vocht en ionensecretie




Speekselsecretie is actief proces (geen ultrafiltraat zoals nieren) thv acini
• Acinus = cluster v cellen met framboosachtige structuur
o in nauw contact met bloedvaten
▪ Gevormde vocht door afvoerbuizen naar uitmond
• Klieren die veel secreet kunnen produceren vaak sterk bevloeid door capillair
o Vocht aangevoerd langs bloedbaan: veel secreet = veel vocht nodig
▪ Vooral parotisklier tijdens eten

Speekselmodificatie = toevoegen v specifieke eigenschappen thv afvoerwegen

Aanmaak speekselvocht
• Vooral tijdens maaltijden
• Parasympatisch zs: extra stimulatie door prikkeling v M3-cholinerge receptoren
• Orthosympatisch zs: extra stimulatie door prikkeling v α1-adrenerge receptoren
• Intrinsieke zs: extra stimulatie door prikkeling met neuropeptiden

Secundaire boodschapper: Ca2+

,Wat gebeurt er juist bij een prikkel?
• Ca2+ is voornaamste intracellulaire boodschapper
→ Activatie apicale Cl- kanaal
→ primaire vorming v/e Cl- secreet in acini
→ Na+ en andere kationen via kation-selectieve intercellulaire juncties passief (tgv negatief
potentiaal) naar lumen v acinus gedreven
→ deze secretie v anionen en kationen door epitheelcellen zorgt voor osmotische gradiënt
→ water vervoeren door cellen (zal dienen als vocht v speekselsecreet)
MAAR ook waterverplaatsing door verhoogde incorporatie v aquaporine-5
→ secretie v NaCl en water

Daarnaast komen er in acini ook muceuze cellen voor die slijmerig secreet maken met EW mucine in
• Secreet bewerkt in intralobulaire gangen

Modificaties in afvoerwegen
• Na+ en K+ uitwisseling (reabsorberen v Na+)
o Afh v secretiedebiet
▪ Zeer trage secretie: weinig Na+ aanwezig → meer geabsorbeerd
▪ Overvloedige secretie: meer Na+ aanwezig
o Versterkt door aldesteronen
• HCO3- en Cl- uitwisseling (HCO3- secretie en reabsorberen v Cl-)
o Enkel bij mens
o HCO3- absorptie bij trage secretie
• Daling osmolariteit: hypotoon

Hypotoon speeksel
• Ontstaat als secretie traag is
• Opname v ionen MAAR heel weinig opname v water
• Kan ervoor zorgen dat osmolariteit tot < 25% tov plasma

,Proteïnesecretie
Speeksel verwijdert voedselresten
• Door bacteriële inwerking kunnen dental plaques gevormd worden → cariës en tandbederf

Dynamische samenstelling met als secundaire boodschapper:
• cAMP (β2 en VIP = vasoactive intestinal peptide)
• Ca2+ (α1, M3)

Amylase = stof die aanwezig is in ons speeksel v/d oorspeekselklier
• Heeft vooral cAMP en Ca2+ als secundaire boodschapper
• Werkt in op zetmeel en zet dit om in simpelste bouwstenen, glucosemoleculen
• pH optimum: 6,9 → pH afhankelijk
o breekt koolhydraten af bij alkalische, neutrale of lichtzure pH
• Meer specifieke naam: α-amylase (ptyaline) = α 1-4 band
• Va dat het terecht komt in maag verliest het zijn werking en zullen er geen koolhydraten meer
door kunnen afgebroken worden (maagzuur inactiveert amylase)
• Rol op 3 belangrijke vlakken
o Tandreiniging doordat het zetmeel afbreekt tot meer wateroplosbare componenten
o Smaak kan aangepast worden door ontstaan v glucose
▪ Lage concentratie aan glucose en natrium in speeksel bevorderen
smaakgevoeligheid voor zoet en zout. Smaakpapillen bepalen dit ook mee
waarbij speeksel dient als solvent
o Vertering

Linguale lipases vooral bij zuigelingen voor vertering melk (bij volwassenen eerder pancreaslipasen)

Mucines (sublinguaal en submandibulair) = onderdeel v speeksel dat puur instaat voor bevochtiging
omgeving
• Vormen hydrofiele, elastische gel met slijmerige eigenschappen
• Functies
o Zo loopt speeksel niet zomaar uit mond
o Belet verslikken
o Beschermen v zachte en kwetsbare weefsels in mond tegen uitdroging
o Bescherming bij kauwen en praten
• Elke klier produceert ze behalve de oorspeekselklier/parotis

Antimicrobiële stoffen
• Lysozymen afkomstig v macrofagen en gaat ontwikkeling v bacteriële flora in mond tegen
• IgA / s-IgA (witte bloedcellen) = antistoffen die aanwezig zijn in speeksel vu plasmacellen

Groeifactoren (EGF, NGF) dienen voor herstellen v bepaalde letsels in de mond
• Genezen over het algemeen heel snel doordat er goede prikkeling is v groeifactoren

Bloedgroepantigenen (ABO en Lewis systeem) bij secretoren: aanwezig in speeksel en kunnen
gebruikt worden voor DNA onderzoek

Hyposalivatie = verminderde speekselsecretie
Xerostomia of droge-mond syndroom = bijna afwezige speekselsecretie (< 20 ml/dag)
• vaak gebidspaantasting en pijnlijke ontsteking slijmvliezen en schimmelinfecties

Hypersalivatie (sialorroe) = te veel speekselsecretie
• Vooral bij verminderde motoriek bv. ziekte v Parkinson

, Controle op de speekselsecretie

Wanneer je los v/d prikkels kijkt is er een constante en residuele secretie die de mond en farynx
mucosa vochtig houdt
• Onderliggend mechanisme verloopt via intrinsieke zs
• Vooral onderkaakspeekselklier en kleine speekselklieren

Tijdens slaap (ook rustperiode) is secretie < 1 ml/uur


De neurale beïnvloeding
Parasympatisch systeem
• Voornamelijk secretie tijdens maaltijd
o vasodilatatie v bloedvaten door VIP/NO
o waterig vocht (bijna geen mucus) dat proteïnerijk is wanneer er voedsel
geroken/gezien wordt
o uitgesproken en langdurig

Orthosympatische systeem
• Voornamelijk secretie v Gl. Submandibularis
o vasoconstrictie en myoconstrictie v bloedvaten wat taai en visceus slijm veroorzaakt
o contractie v myoepitheliale cellen
o transiënt effect
o tijdelijke toename v geringe, visceuze secretie (EW-rijk, schuimig speeksel)
o door stress


De reflexen
Ongeconditioneerde (inherente) reflexen
• Als je bepaalde stoffen in mond brengt en er secretie optreedt na bepaalde latentieperiode
• Mechanische en/of chemische stimulatie
• Stimulatie speekselklieren en dan vooral parotisklier door smaakprikkels of kauwkrachten
• Hoeveelheid en samenstelling speeksel bepaald door fysische en chemische aard prikkel
• Reflexboog via speekselcentra, 2-3 s latentie
• Fysische prikkels zoals bewegen van kaken en van tong over mondmocusa of tandarts die in
mond werkt

Geconditioneerde (verworven) reflexen
• Prikkelen v/e zintuig zoals het zien v lekker eten of ruiken eten zorgt ervoor dat mensen
beginnen watertanden
o Ook gehoor of tactiele prikkels.
• Aangeleerde reflex omdat het zich puur in hoofd afspeelt
o Je maakt associatie tss prikkeling en speekselsecretie
• Vergelijkbaar met Pavlof effect bij honden (rinkelen met belletje wanneer ze eten krijgen)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller gnkstdnt1. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.45. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.45
  • (0)
Add to cart
Added