Hoofdstuk 06 Belastingrecht voor Bachelors en Masters – 2013/2014
Uitwerkingen oefenopgaven
Opgave 6.1
Voor deze aandeelhouders is in hoofdstuk 4 van de Wet IB een aparte regeling opgenomen (box 2).
Het tarief van box 2 bedraagt 25% (art. 2.12 Wet IB). Een ondernemer betaalt maximaal 52%
belasting over zijn winsten. Als men vervolgens ook nog rekening houdt met de mkb-winstvrijstelling,
wordt dit 44,72%. (52% –/– (14% x 52%).
De vennootschap van een aandeelhouder betaalt over de behaalde winst 25% vennootschapsbelasting
(afgezien van het opstaptarief van 20% over de eerste € 200.000). Bij een winst van € 100.000
bedraagt de gecombineerde heffing (vennoootschaps- en inkomstenbelasting) per saldo 40% . Bij een
winst van € 500.000 bedraagt de gecombineerde heffing 42,25%.
Opgave 6.2
Art 4.6 Wet IB: Een aanmerkelijkbelanghouder is iemand die:
a. voor ten minste 5% van het geplaatste kapitaal aandeelhouder is in een vennootschap waarvan het
kapitaal geheel of ten dele in aandelen is verdeeld;
b. rechten heeft om direct of indirect aandelen te verwerven tot ten minste 5% van het geplaatste
kapitaal;
c. winstbewijzen heeft die betrekking hebben op ten minste 5% van de jaarwinst van een
vennootschap dan wel op ten minste 5% van wat bij liquidatie wordt uitgekeerd;
d. gerechtigd is tot ten minste 5% van de uit te brengen stemmen in de algemene vergadering van een
coöperatie in de zin van art. 4.5a Wet IB.
Opgave 6.3
Belastingplichtige
100%
werkmaatschappij bv
Een belastingplichtige heeft een direct aanmerkelijk belang als hij 5% of meer van de aandelen in een
vennootschap bezit (zie hierboven).
Belastingplichtige
10%
Holding bv
3%
50%
Werkmaatschappij bv
Belastingplichtige heeft een direct aanmerkelijk belang in de holding. In de andere bv heeft hij niet
direct een aanmerkelijk belang, maar er is wel sprake van een indirect aanmerkelijk belang.
Een direct aanmerkelijk belang wil zeggen dat de belastingplichtige eigenaar is van de aandelen van
de vennootschap waarin hij een aanmerkelijk belang heeft. Van een indirect aandeelhouderschap is
sprake als de aandeelhouder middels een andere vennootschap de zeggenschap heeft over de aandelen.
In dit geval vormt het 3%-belang in Werkmaatschappij bv niet direct een aanmerkelijk belang. Maar
als de indirect gehouden aandelen van 5% (10% x 50% = 5%) erbij worden geteld, is wel sprake van
een aanmerkelijk belang.
, Hoofdstuk 06 Belastingrecht voor Bachelors en Masters – 2013/2014
NB. Het bijtellen van de indirect gehouden aandelen mag alleen als een belastingplichtige een
aanmerkelijk belang heeft in de holding. Zou de belastingplichtige slechts een belang van 4% in de
holding hebben, dan mogen de indirect gehouden aandelen in Werkmaatschappij bv niet samengeteld
worden met de aandelen die direct worden gehouden door de belastingplichtige (zie paragraaf 6.2.2).
Opgave 6.4
Tot de reguliere voordelen behoren:
– dividend;
– teruggaaf van hetgeen op aandelen of winstbewijzen is gestort;
– bonusaandelen die zijn uitgereikt door een fiscale beleggingsinstelling (FBI);
– forfaitair rendement in verband met het aandelenbezit in een buitenlands beleggingslichaam.
– forfaitair rendement in verband met het aandelenbezit in een VBI.
Bij een teruggaaf van hetgeen op de aandelen is gestort, kan belastingheffing echter achterwege
blijven voor zover de teruggaaf niet meer bedraagt dan de verkrijgingsprijs van de desbetreffende
aandelen en tevoren de algemene vergadering van aandeelhouders tot deze teruggaaf heeft besloten en
de nominale waarde van de desbetreffende aandelen bij statutenwijziging met een gelijk bedrag is
verminderd (art. 4.13 lid 1 Wet IB).
Opgave 6.5
Een belastingplichtige bezit aandelen in een vennootschap, maar die aandelen vertegenwoordigen
minder dan 5% van het aandelenkapitaal. De belastingplichtige verkrijgt meer aandelen in de
vennootschap en door deze aankoop stijgt zijn bezit boven de 5% van het aandelenkapitaal. In een
dergelijke situatie is de step-up-regeling van toepassing. De step-up-regeling houdt in dat als een
belastingplichtige reeds aandelen in een vennootschap bezat, maar deze aandelen pas na verkrijging tot
een aanmerkelijk belang gaan behoren, als verkrijgingsprijs van deze aandelen de waarde in het
economische verkeer ten tijde van het ontstaan van een aanmerkelijk belang wordt aangenomen (zie
art. 4.23 Wet IB).
De step-up-regeling kan ook worden toegepast bij immigratie (zie art. 4.25 Wet IB). Er zijn echter
situaties waarin de step-up-regeling niet mag worden toegepast (bijvoorbeeld bij terugkeer naar
Nederland na emigratie).
Opgave 6.6
Van een fictieve vervreemding is sprake bij (art. 4.16 Wet IB):
– het inkopen van aandelen en winstbewijzen;
– het betaalbaar stellen van liquidatie-uitkeringen;
– het van rechtswege worden van een aandeelhouder in een andere vennootschap;
– de overgang krachtens huwelijksvermogensrecht en erfrecht;
– het brengen van de aandelen in het vermogen van een onderneming;
– het niet langer aanwezig zijn van een aanmerkelijk belang;
– emigratie;
– het verlenen van een koopoptie.
Opgave 6.7
Bij fictieve vervreemdingen wordt meestal geen geld ontvangen, omdat de aandelen niet of niet
allemaal daadwerkelijk worden verkocht. De aanmerkelijkbelangheffing kan dan een
liquiditeitsprobleem met zich meebrengen.
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Universals. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.