Summary
Samenvatting leerdoelen 1.8
- Course
- Institution
Samenvatting thema 1.8 fysiologie & werkgroepleren voor MZK
[Show more]
Seller
Follow
ritaalb192
Content preview
Aanval en afweerSpecifieke afweer:
• Reactie op specifieke bedreigingen
• Cel/antistof gemedieerd
• B- en T-cellen reageren op aanwezigheid van specifieke antigenen
Antigenen: ziekteverwekkers
Antistoffen: antilichamen
Specifieke afweer-> T-helpercellen activeren B-cellen en T-killercellen
- T-lymfocyten alleen bestrijding van virussen, binden zich vast aan geïnfecteerde cel zodat die doodgaat
- B-cellen maken antistoffen die koppelen aan antigenen
Bij:
Virussen: kunnen er geen antigenen meer binnendringen door de antistoffen.
Bacteriën: zorgen B-cellen (antistoffen) met de complementfactoren voor dat de antigenen direct kapot gaan of
makkelijker door fagocyten vernietigd worden
Toxinen: wordt ervoor gezorgd dat deze geneutraliseerd worden
- B- en T-lymfocyten en antistoffen
A-specifieke afweer:
• Stoffen en cellen die niet specifiek richten tegen een antigeen
• Verhinderd dat micro-organismen/schadelijke stoffen binnenkomen of beperken de groei
• Granulocyten (neutrofielen, basofielen en eosinofielen) en monocyten (macrofagen)
Facocyten: cellen die andere cellen vernietigen (fagocytose) en evt. antigeen op hun membraan plaatsen zodat
deze wordt herkend door de witte bloedcellen-> hierdoor activatie specifieke afweer.
Niet specifiek Niet specifiek Specifiek humoraal Specifiek cellulair
humoraal cellulair
Cytokinen Fagocyterend: PMN, B-cellen T-cellen
macrofagen en NK-cellen
Interferonen Eosinofielen B-geheugencel T-geheugencel
Complementsysteem Basofielen(mestcellen) Antilichaam T-cytotoxische cel
T-suppressor
T-helpercel
Humoraal (extracellulair): ziekteverwekkers in lichaamsvocht→ bloed, etc.
Cellulair (intra): zieke, geïnfecteerde cellen
o Fagocyten:
- portiers
- surveilleren perifere weefsels
- eerste lijn cellulaire verdediging
o Microfagen:
- neutrofielen
- eosinofielen
, o Macrofagen:
- stammen af van monocyten
- kunnen door capillairwanden verplaatsen (diapedese)
- aangetrokken/afgestoten door chemische stoffen-> chemotaxis
o Microgliacellen: hersenen
o Kuphercellen: lever
De:
➢ Neutrofielen (PMN’s)
➢ Fagocyterende cellen (macrofagen en eosinofielen)
komen als eerste voor in actie bij ontsteking
Infectie kan lijden tot ontsteking, maar NOOIT andersom!!!
Functies complementsysteem:
• 11 complementeiwitten in bloedplasma-> vormen samen complementsysteem
• Dit systeem vult werking van antistoffen aan
• Complementeiwitten werken in kettingreactie-> begint bij binding van bepaald complementeiwit aan
antistof molecuul op en bacterie celwand
1) Ontstekingsregulatie: bevorderd ontstekingsreactie
2) Opsonisatie: bedekken oppervlak van bacterie met een laagje (vlaggetje)
3) Chemotaxis: aantrekken van fagocyterende cellen door chemische stoffen (cytokinen)
4) Verhoogde bloedtoevoer en permeabiliteit: meer oorbloeding, bloedvatwand is meer
doorlaatbaarder
5) Bacterie-lysis: gaatjes prikken in cel-> cel loopt leeg
Betrokken afweercellen bij parodontitis:
1. B-cellen
2. T-cellen
3. Macrofagen/PMN fagocyteert-> APC cel
4. Dendritische cel-> instrueert
5. Prosagline en cytokinen-> immuun mediatoren
Overdraagbare pathogenen parodontitis:
PG: prophyromonas gingivalis
• Door contact: zoenen
• Horizontale transmissie: huid, slijmvlies, respiratoire(ademhaling), orale weg
AA: aggregatibacter actinomucetemcomitans
• Van ouder naar kind: door speen die moeder eerst in haar mond doet en vervolgens in de mond van
de kind
• Verticale transmissie: placenta, melk, bloed, speeksel
Functie immuunrespons ontstekingsreactie gingiva:
• Het buiten/beperkt houden van pathogenen en micro-organismen
,Risicofactoren ontstaan parodontitis:
1) Roken
2) HIV
3) Stress
4) Medicijnen
5) Systemische ziekte (diabetes)
6) Hormonen
7) Erfelijkheid
8) Transmissie
Er is altijd ontstekingsinfiltraat aanwezig in gingiva, maar bij gingivitis meer (veel PMN’s aanwezig)
• Afwisselende hoeveelheid PMN’s stimuleert botafbraak
• Specifieke cellen (B- en T-cellen)-> chronische gingivitis
• Meer plasmacellen en weefselschade-> parodontitis
Onderdelen specifieke immuunsysteem parodontium:
• B- en T-cellen -> plasmacellen
• T-lymfocyten (T-cel en T-helpercel)
• Antilichamen/antistoffen
Onderdelen a-specifieke immuunsysteem parodontium:
• Zorgt voor reductie bacteriën in subgingiva en beschermt gastheer tegen bacteriële penetratie
Intact houden epithiale barrière:
• Beschermd binnenkant element van buitenwereld
• Bescherming= tight junctons- cellen die strak tegen elkaar liggen en waar bacterie moeilijk doorheen
komt
Productie immuun mediatoren en defensinen:
• Bacteriën hechten aan epitheel, defensinen geven seintje en epitheel verdikt. Als bacteriën hierdoor
heen komen volgt er fagocytose
Fagocytose( vooral neutrofielen):
• Neutrofielen en macrofagen fagocyteren bacteriën
• Door activiteit neutrofielen en macrofagen komt proteïnase (eiwitsplitsend enzym) vrij
Complementactivering en activering complementcascades:
• Complementsysteem versneld fagocytose
Creviculaire vloeistofstroom richting mondholte:
• Je slikt hierdoor je eigen micro-organismen door
Breed assortiment natuurlijke (aspecifieke) antilichamen:
• Hier speelt aangeboren immuniteit een rol bij
• Plasmacellen ontstaan door b-lymfocyten
De aspecifieke en specifieke immuniteit zorgen er samen voor om het parodontium te verdedigen en
fagocyteren antigenen (macrofaag functioneert als APC en laat beide immuniteiten samenwerken).
, Natuurlijke passieve verworven immuniteit: moeder naar baby
• Melk
• Placenta
Natuurlijke, actieve, verworven immuniteit: begint bij geboorte en wordt versterkt als iemand nieuwe
ziekteverwekkers tegenkomt
• Waterpokken (1x in je leven en je lichaam herkent het al)
Geïnduceerde, passieve immuniteit: toediening antistoffen na blootstelling antigenen
• Chemo
Geïnduceerde, actieve immuniteit: verzwakte vorm van antigenen-> lichaam gaat zelf antistoffen aanmaken
• Vaccinatie
Werking van de aspecifieke en specifieke immuunsysteem parodontium:
• Parodontale infectie/ontstekingsreactie ontstaat wanneer aangeboren immuniteit doorbroken is
• Infectie aanwezig als: paropathogenen/micro-organismen/hele bacteriën door de epithiale barriere
van het pocketepitheel zijn binnengedrongen
• De aspecifieke en specifieke immuniteit verdedigen het parodontium en fagocyteren antigenen
• Macrofaag functioneert als APC-cel-> laat beide immuniteiten samenwerken
Algemene eigenschappen paropathogenen:
1. Hechten aan parodontale weefsel/bacteriën en groeien
2. Moeten zelf parodontale afbraak veroorzaken (induceren)
3. Lokale afweer van gastheer kunnen weerstaan
Functies epitheliale barrière (barrière tegen micro-organismen):
1. Eerste afweer van lichaam
2. Afscheiding immuun mediatoren en defensinen
3. Toename epitheelproliferatie (=verspreiding/groei)
4. Vorming retelijsten
5. Penetratie paropathogenen
6. Op gang brengen lokale immuunreacties
7. Intercellulaire tight junctions
8. Productie antibacteriële peptiden en defensinen
9. Kolonisatie commensalen bacteriën: barrière
10. Epitheliale cel proliferatie en afstoting
11. Creviculaire vloeistof stroom
• Monocyten/macrofagen komen bijna nooit in de epitheliale barrière.
Rol cytokinen bij parodontitis:
• Wanneer onder invloed van bacteriële infectie tot expressie-> veroorzaken verhoogde productie van
proteolytische enzymen en een verlaagde uitscheiding enzymremmers
Rol van onderstaande bij parodontitis: vanuit monocyten ontstaan:
➢ Macrofagen-> fagocyteren en werken als APC
➢ Dendritische cel-> instrueert APC
➢ Osteoclast-> breekt bot af
o Macrofaag produceert ook: cytokinen en prostaglandinen bij fagocyteren.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ritaalb192. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.06. You're not tied to anything after your purchase.
Can Stuvia be trusted?
4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)
75323 documents were sold in the last 30 days
Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now