Een lijst van de belangrijkste prognostische factoren voor lage rugpijn:
1. Eerdere episodes van lage rugpijn
2. Leeftijd
3. Geslacht
4. Werkgerelateerde risicofactoren zoals fysieke belasting en langdurig zitten
5. Psychologische factoren zoals depressie, angst en stress
6. Psychosociale factoren zoals werkonzekerheid en slechte sociale steun
7. Fysieke factoren zoals slaaptekort, obesitas en roken
8. Ernst van de pijn en functionele beperkingen bij de presentatie
9. Onderliggende conditionele gezondheid, zoals hernia of stenose, die de rugpijn veroorzaken
10. Kwaliteit van leven en algehele fysieke fitheid van de patiënt.
1. Wat is lage rugpijn en lumbosacraal radiculair syndroom?
Lage rugpijn verwijst naar pijn in de onderrug en het bekkengebied. Het kan variëren van mild tot
ernstig, en kan worden gekenmerkt door een plotselinge stekende pijn of een langdurige zeurende
pijn in de onderrug.
Het lumbosacraal radiculair syndroom is een aandoening waarbij de zenuwwortels in de onderrug
geïrriteerd of bekneld raken, wat leidt tot pijn en/of gevoelloosheid in het been. Dit kan worden
veroorzaakt door een hernia, stenose van het wervelkanaal of degeneratie van de
tussenwervelschijven. Het is een aandoening die meestal wordt geassocieerd met rugpijn en kan van
invloed zijn op de mobiliteit van de patiënt.
2. Hoeveel mensen hebben last van lage rugpijn in Nederland?
Er zijn geen exacte data bekend over aantallen patiënten met lage rugpijn in de fysiotherapeutische
en oefentherapeutische praktijk in Nederland. Ieder jaar heeft ongeveer 1 tot 5% van de
volwassenen last van een lumbosacraal radiculair syndroom (LRS).
hoogst bij mensen tussen 40 en 80 jaar oud
in 2017 bijna 900 000 nieuwe gevallen waarvan 30% uitstralende pijn betrof. Werkelijke
aantallen wss hoger.
3. Wat zijn de oorzaken van lage rugpijn en lumbosacraal radiculair syndroom?
. Een duidelijke pathofysiologische oorzaak is meestal niet aantoonbaar. Ernstige oorzaken zoals
fracturen en ontstekingen worden slechts gevonden bij minder dan 1% van de mensen die met
rugpijn de eerstelijns gezondheidszorg bezoekt. Bij een LRS is meestal sprake van een hernia nuclei
pulposi (HNP), in de meeste gevallen in de lumbale wervelkolom op niveau L4-L5 of L5-S1.
1. Eerdere episodes van lage rugpijn
2. Leeftijd
3. Geslacht
4. Werkgerelateerde risicofactoren zoals fysieke belasting en langdurig zitten
5. Psychologische factoren zoals depressie, angst en stress
6. Psychosociale factoren zoals werkonzekerheid en slechte sociale steun
7. Fysieke factoren zoals slaaptekort, obesitas en roken
8. Ernst van de pijn en functionele beperkingen bij de presentatie
9. Onderliggende conditionele gezondheid, zoals hernia of stenose, die de rugpijn veroorzaken
10. Kwaliteit van leven en algehele fysieke fitheid van de patiënt.
1. Wat is lage rugpijn en lumbosacraal radiculair syndroom?
Lage rugpijn verwijst naar pijn in de onderrug en het bekkengebied. Het kan variëren van mild tot
ernstig, en kan worden gekenmerkt door een plotselinge stekende pijn of een langdurige zeurende
pijn in de onderrug.
Het lumbosacraal radiculair syndroom is een aandoening waarbij de zenuwwortels in de onderrug
geïrriteerd of bekneld raken, wat leidt tot pijn en/of gevoelloosheid in het been. Dit kan worden
veroorzaakt door een hernia, stenose van het wervelkanaal of degeneratie van de
tussenwervelschijven. Het is een aandoening die meestal wordt geassocieerd met rugpijn en kan van
invloed zijn op de mobiliteit van de patiënt.
2. Hoeveel mensen hebben last van lage rugpijn in Nederland?
Er zijn geen exacte data bekend over aantallen patiënten met lage rugpijn in de fysiotherapeutische
en oefentherapeutische praktijk in Nederland. Ieder jaar heeft ongeveer 1 tot 5% van de
volwassenen last van een lumbosacraal radiculair syndroom (LRS).
hoogst bij mensen tussen 40 en 80 jaar oud
in 2017 bijna 900 000 nieuwe gevallen waarvan 30% uitstralende pijn betrof. Werkelijke
aantallen wss hoger.
3. Wat zijn de oorzaken van lage rugpijn en lumbosacraal radiculair syndroom?
. Een duidelijke pathofysiologische oorzaak is meestal niet aantoonbaar. Ernstige oorzaken zoals
fracturen en ontstekingen worden slechts gevonden bij minder dan 1% van de mensen die met
rugpijn de eerstelijns gezondheidszorg bezoekt. Bij een LRS is meestal sprake van een hernia nuclei
pulposi (HNP), in de meeste gevallen in de lumbale wervelkolom op niveau L4-L5 of L5-S1.