WG straf(proces)recht I.
WG 1.
Voorbereidingsvragen.
1. Wat wordt in het Wetboek van Strafvordering verstaan onder opsporing en wat is de
relevantie van het opsporingsbegrip? Noem ten minste twee gevolgen van de
kwalificatie van bepaald handelen als "opsporing".
Art. 132a Sv -> het onderzoek i.v.m. strafbare feiten onder gezag van de OVJ met als doel
het nemen van strafvorderlijke beslissingen.
Het opsporingsbegrip is zeer relevant gezien het bepaald of bewijs mag worden gebruikt.
Gevolgen:
- Wordt handelen gekwalificeerd als opsporing dan moet de betreffende ambtenaar
wel bevoegd zijn tot opsporing anders zal zijn vondst niet tellen.
Algemene opsporingsambtenaren -> art. 141 Sv.
Bijzondere opsporingsambtenaren -> art. 142 Sv.
Controle -> verplicht meewerken.
Opsporen -> zwijgrecht als verdachte, nemo tenetur = hoeft niet mee te werken aan je eigen
veroordeling (ambtenaar is verplicht je te wijzen op je recht).
Meewerken is fijner voor de ambtenaar, verdachte wil natuurlijk liever niet meewerken.
Art. 152 Sv -> verbaliseringsplicht. Zie ook art. 359a Sv (van toepassing op geheel
vooronderzoek), verzuim van o.a. de verbaliseringsplicht.
2. Welke vormen van opsporing kunnen worden onderscheiden? Geef van elke vorm
een voorbeeld.
‘Klassieke’ opsporing.
- Deze opsporing wordt ingezet nadat er een redelijk vermoeden bestaat dat er een
strafbaar feit is gepleegd. Er hoeft verder nog geen duidelijkheid te zijn.
- VB: Agnes belt de politie met de mededeling dat ze aan de overkant van de straat
een persoon heeft gezien die het raam van een huis heeft vernield en op die manier
het huis is binnengedrongen. Op basis van deze informatie komt de politie ter plaatse
en houdt zij de binnendringer aan en neemt deze voor verhoor mee naar het
politiebureau. Er is hierbij door het telefoontje sprake van redelijk vermoeden dat er
een strafbaar feit is gepleegd.
‘Vroegsporing’ -> art. 67 Sv.
- Er hoeft dan nog geen concreet strafbaar feit te zijn gepleegd, maar er dient een
redelijk vermoeden te bestaan dat er in een georganiseerd verband ernstige
strafbare feiten zijn of zullen worden gepleegd.
- VB: bij de georganiseerde criminaliteit, zoals mensenhandel of drugsbendes.
Repressieve controle.
- Dit onderzoek is er op gericht om strafbare feiten te ontdekken.
- VB: het inzetten van alcoholcontroles langs de kant van de weg. Er wordt pas een
zaak gemaakt op het moment dat er een strafbaar feit gepleegd is, maar dit moet
eerst ontdekt worden. Dus als iemand te veel heeft gedronken, zal hij of zij
strafrechtelijk vervolgd worden.
Opsporing terroristische misdrijven.
,Verkennend onderzoek -> vermoeden dat er een misdrijf gepleegd gaat worden, dan mag je
al informatie gaan verzamelen.
3. Wat is het kenmerkende verschil tussen controle en opsporing? Geef een voorbeeld
van een controlebevoegdheid en van een opsporingsbevoegdheid.
Controle is bijv. een auto aan de kant zetten om het rijbewijs te controleren en opsporen is
als je dezelfde auto aan de kant zet om te kijken of deze auto drugs vervoert. Het verschil
tussen de twee is het doel, controleren bij controle en opsporen bij opsporen, maar ook wie
en wanneer diegene bevoegd is tot de handeling.
4. Leg uit wat de begrippen sfeercumulatie, sfeerovergang en voortgezette toepassing
inhouden. Wat is het kenmerkende verschil tussen sfeerovergang en sfeercumulatie?
Waar moet voortgezette toepassing worden geplaatst, gelet op dit onderscheid?
Sfeercummulatie = je zet hierbij een bestuursrechtelijke bevoegdheid in met als doel
opsporen. Dit is een ander doel dus kan problematisch zijn.
- HR Controle en opsporings-arrest -> is wel toegestaan onder 2 voorwaarden:
- Moet voor beiden opsporingsbevoegdheden bevoegd zijn.
- Controle mag niet uitsluitend ter opsporing dienen.
- Een auto aan de kant zetten op drugs op te sporen mag als dan bijv.
ook het rijbewijs wordt gevraagd. De controlebevoegdheid wordt
hierdoor al uitgeoefend en dan is er al niet alleen maar opsporing
verricht.
- Détournement de pouvoir -> machtsafwending.
- Waarborgen verdachte (zwijgrecht verdachte in acht nemen).
Sfeerovergang =
1. Zuivere -> bent bezig met het uitvoeren van een bestuursrechtelijke bevoegdheid en
gaat over op uitvoering van een strafvorderlijke bevoegdheid op basis van dezelfde
wet. Dit is toegestaan.
a. 1 voorwaarde -> moet voor beiden bevoegdheden bevoegd zijn.
2. Voortgezette toepassing -> hierbij hetzelfde alleen je springt over op een andere wet.
Bijv. van de wegenverkeerswet naar de opiumwet.
a. HR Geweer -> voortgezette toepassing is toegestaan als voldaan aan 2
voorwaarden:
i. Moet voor beiden opsporingsbevoegdheden bevoegd zijn.
ii. Geen misbruik maken van recht.
Kenmerkend verschil tussen sfeerovergang en sfeercummulatie is dat sfeerovergang ingaat
op het doel van het handelen en sfeerovergang niet.
Voortgezette toepassing staat onder sfeerovergang omdat je bij beide van een
bestuursrechtelijke bevoegdheid overgaat op een strafvorderlijke bevoegdheid. Het verschil
tussen beiden is dat je bij voortgezette toepassing dan ook op een andere wet overstapt en
bij sfeerovergang niet.
5. Bespreek de voorwaarden waaronder bovengenoemde modaliteiten zijn toegestaan.
Betrek daarbij de relevante jurisprudentie.
,Zie hierboven.
Casus Sjaak Vos.
Beoordeel of het optreden van de politie rechtmatig is geweest.
Na een melding bij Misdaad anoniem vindt de politie genoeg reden mijn cliënt te
onderzoeken. De melder heeft aangegeven dat er verschillende dingen gebeuren binnen het
bedrijf van mr. Vos die het daglicht niet kunnen verdragen. Dit alles is te lezen in het bericht
van Mirjam en deze informatie heeft zij van Mark die bij de politie zit. Ook is in het bericht
van Mirjam te lezen dat de politie ‘niet echt wat konden vinden en dat ze daarom hebben
besloten om hem maar eens te controleren’. Mag dit op deze wijze geschieden?
Je hebt drie manieren van opsporen. Het kan eventueel de klassieke manier zijn want de
opsporing wordt ingezet nadat er een redelijk vermoeden bestaat dat er een strafbaar feit is
gepleegd. Er hoeft verder nog geen duidelijkheid te zijn. Het redelijk vermoeden wordt
geschept door het telefoontje aan Misdaad Anoniem, zou je kunnen beargumenteren. Wat
echter ook te beargumenteren is, is dat gezien de politie verder niks kan vinden er geen
sprake is van een redelijk vermoeden. Hierbij zou je kunnen zeggen dat een anoniem
telefoontje wellicht ook nog geen redelijk vermoeden schept. Zonder redelijk vermoeden van
schuld aan enig strafbaar feit is mr. Vos niet als verdachte aan te merken en het controleren
van de politie is dan wellicht onrechtmatig.
Of is het zo dat controleren wel altijd mag maar dat het alleen onrechtmatig is als de politie
zou opsporen zonder redelijk vermoeden?
De politie heeft mr. Vos aan de kant gezet op basis van een verkeerscontrole, dus de
Wegenverkeerswet, en neemt hem vervolgens mee op grond van een een 50.000 euro
contant geld op de achterbank. Ze zijn hier dus overgestapt op een andere wet (welke geen
idee). Daarbij blijkt uit het appje van Mirjam dat ze mr. Vos zijn gaan onderzoeken na een
melding via Misdaad Anoniem dat er praktijken in zijn bedrijf plaatsvonden die het daglicht
niet konden verdragen. Ook blijkt uit het appje dat ze niks konden vinden en toen maar
hebben besloten hem gewoon te controleren.
I.c. is sprake van voortgezette toepassing, ze gaan namelijk na controle over op een andere
wet. I.c. is dit toegestaan en dat komt omdat er wordt voldaan aan de in HR Geweer
gestelde voorwaarden:
1. Moet voor beiden opsporingsbevoegdheden bevoegd zijn, we nemen aan dat dat i.c.
zo is.
2. Geen misbruik maken van recht. Hier is nog over te dubben, want de politie gaat
eigenlijk al met de bedoeling om mr. Vos voor iets te pakken erheen. Dit zou je
wellicht misbruik van recht kunnen noemen. Is beide kanten op te beargumenteren.
Antwoord:
Controle o.g.v. rijbewijs vragen. Vroegen of ze in zijn auto mochten kijken, wilde mr. Vos niet,
keken toch door het raam en zagen geld liggen.
1. Wat is het leerstuk? -> i.c. sfeercummulatie.
2. Juridisch kader? -> HR Controle en opsporings, toegestaan onder 2 voorwaarden:
a. Moet voor beiden beiden opsporingsbevoegdheden bevoegd zijn.
i. Aan voldaan.
b. Controle mag niet uitsluitend ter opsporing dienen.
i. Détournement de pouvoir -> machtsafwending.
, ii. Ze hebben hieraan voldaan want eerst is het rijbewijs gevraagd, dus
détournement de pouvoir is niet geschonden.
c. Waarborgen verdachte (zwijgrecht verdachte in acht nemen).
i. Door de controle zijn de waarborgen van de verdachte niet
geschonden.
3. Kader toepassen.
4. Conclusie -> rechtmatig gehandeld.
Casusvraag I
Jack en Hans houden zich bezig met afpersing van vastgoedhandelaren en bankiers. Jack
en Hans ruziën al enige tijd over het leiderschap van de criminele bende. Op een dag zit het
Jack zo hoog dat hij besluit zijn wapen uit de auto te pakken en Hans neer te schieten.
Meteen slaat hij op de vlucht in zijn grijze Tesla. Na een paar minuten komt Jack in een
alcoholverkeerscontrole terecht. Op het moment dat hij moet blazen, ziet de verbalisant een
vuurwapen op de achterbank liggen. De verbalisant houdt Jack op heterdaad aan voor
verboden wapenbezit (art. 26 WWM).
a. Zet gemotiveerd uiteen of de handelwijze van de verbalisant rechtmatig is.
De verbalisant stapt hier over van de ene wet op de WWM. Hier is dus sprake van
voortgezette toepassing en dit is toegestaan onder de in HR Geweer gestelde voorwaarden:
1. Moet voor beiden opsporingsbevoegdheden bevoegd zijn, we nemen aan dat dat i.c.
zo is.
2. Geen misbruik maken van recht. I.c. geen sprake van misbruik van recht.
Aan de voorwaarden is voldaan dus de handelwijze van de verbalisant is rechtmatig.
Antwoord:
1. Wat is het leerstuk? -> i.c. voortgezette toepassing.
2. Juridisch kader? -> HR Geweer, 2 voorwaarden:
a. Is de opsporingsambtenaar bevoegd tot beide wetten? Ja, bevoegd.
b. Machtsmisbruik? Rechtmatig aan het controleren dus geen machtsmisbruik.
3. Kader toepassen.
4. Conclusie -> rechtmatig gehandeld.
Stel dat, anders dan hierboven, de verbalisanten op de hoogte zijn van het gepleegde
strafbare feit op het signalement van de dader en de beschrijving van de vluchtauto (een
grijze Tesla). De verbalisant laat Jack stoppen onder het mom van een verkeerscontrole.
Zodra Jack stopt en de ramen open doet, vraagt de verbalisant: ‘Wat is uw rol geweest bij de
moord op Hans?’ Op het moment dat Jack wil antwoorden, ziet de verbalisant een
vuurwapen op de achterbank liggen. De verbalisant houdt Jack aan voor doodslag (artikel
287 Sr).
b. Zet gemotiveerd uiteen of de handelwijze van de verbalisant rechtmatig is.
Dan is er sprake van sfeercummulatie (een bestuursrechtelijke bevoegdheid ingezet met als
doel opsporen) en i.c. is dit niet rechtmatig, omdat een er aan de voorwaarde uit HR
Controle en opsporings-arrest niet is voldaan. De controle mag namelijk niet uitsluitend tot
opsporing dienen en dit is i.c. wel het geval want de verbalisant voert zijn controletaak niet
uit en hiervoor wordt de auto wel aan de kant gezet.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller s-kers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.00. You're not tied to anything after your purchase.