In deze samenvatting staat alles wat je moet weten voor pedagogiek in het 1e jaar van de opleiding Pedagogiek aan De Haagse Hogeschool. Handig om te leren voor je casustoets of VGT!
● Je hebt opvoedingsideeën op 3 niveaus
1. Praktijk
2. Visie (argumenten, waarden & normen)
3. Theorie (wat de wetenschappers zeggen)
● Om een goede pedagogische visie te beschrijven, moeten de volgende elementen
erin voorkomen:
Kindbeeld: Het beeld dat jij als opvoeder hebt over een kind. Voorbeelden:
- Als object (opvoeder brengt alles in, kind heeft niets te zeggen. Kind = een ding, je bezit)
- Als subject (volwaardig kind/mens met gevoelens en mogelijkheden en die zichzelf
ontwikkeld. Heeft alleen basisbehoeften nodig)
- nature-nurture debat (aangeboren of aangeleerd)
Beeld vd opvoeder/pedagogische relatie: het beeld dat je als opvoeder hebt over andere
opvoeders (objectief of subjectief)
Opvoedingsdoelen: Doelen die je voor het kind formuleert en dat probeer je te bereiken met
het opvoeden. Het heeft altijd een waarderende lading
Opvoedingsinhouden: Kennis, vaardigheden en houdingen die nodig zijn
om een doel te bereiken.
Opvoedingsmiddelen: Wat je gaat doen om de doelen te bereiken.
Bijvoorbeeld belonen en straffen, boekjes, tv programma’s, spel (regels).
Opvoedingsvoorwaarden: Voorwaarden die aanwezig moeten zijn om goed
te kunnen opvoeden, zoals: veiligheid en vertrouwen.
● Führen oder wachenlassen = sturen of laten groeien
wachenlassen is kindvolgend.
● Historische ontwikkeling van het kindbeeld.
Middeleeuwen: kind als ‘’kleine’’ volwassene 🡪 werken in fabrieken en platteland
Eind Middeleeuwen: ‘De ontdekking van een kind’ - het kind is toch anders dan een
volwassene.
17/18e eeuw: Toenemende erkenning van het kind 🡪 kind kan en moet opgevoed worden.
19e eeuw: Uniciteit vh kind 🡪 eigen kinderslaapkamer, schattig, breekbaar.
Opvoedingsmiddelen: dwang, onderdrukking en slaan.
20/21e eeuw: Onderhandeling 🡪 kinderen mogen meedenken en meebeslissen
, ● Pedagogische reflectie op de historische ontwikkeling.
Lea Dasberg: kinderen worden in een kinderwereld gestopt. Alles is leuk, lief en niet eng.
Grootbrengen door ze bewust klein te houden (Jeugdland). Het afschermen van kinderen
voor de volwassen wereld.
● Pedagogische visie van Berding en Pols
Wie zijn zij? Ontwikkelingspsychologen 🡪 hechtingstheorie: hechting tussen pasgeboren kind
en opvoeder is een belangrijke voorwaarde om te ontwikkelen (lichamelijk contact). Als dat er
niet is, heeft het kind daar heel zijn leven last van.
- biologie: mens als secundaire nestblijver. Dat is een lange periode om de wereld te
verkennen. Liefde en aandacht is nodig.
- hersenonderzoek: plasticiteit vd hersenen. Kinderen moeten steeds nieuwe ervaringen
opdoen, anders neemt de plasticiteit af (ontw. wordt dan beperkt).
- het belang van taal (culturele geboorte): kinderen worden steeds 2x geboren. Fysiek
(bevalling) en culturaal (taal). Door taal worden kinderen medemens.
Kindbeeld
Kinderen zijn:
- in ontwikkeling (vorming hersenen cruciaal)
- vormbaar (plasticiteit vd hersenen)
- van nature actief (willen ontdekken)
- afhankelijk van anderen (ze moeten de wereld ingetrokken worden)
Kinderen hebben nodig:
- veilige hechting
- stimulerende omgeving (om uitgedaagd te worden)
- Sociale interactie (communicatie)
Kinderen ontwikkelen zich volgens nature-nurture.
Beeld vd opvoeder/pedagogische relatie
- Noodzakelijk (om mens te worden)
- Deelnemen en communiceren (belang van taal)
- Sensitief-responsieve opvoeder. Sensitief is gedrag juist observeren, interpreteren en
adequaat reageren.
- wederzijdse beïnvloeding
Opvoedingsdoelen
- Volwaardig kunnen deelnemen aan een sociale gemeenschap
- eigen identiteit vormen
Hierdoor kan er wel spanning tussen een individu en een gemeenschap ontstaan.
Opvoedingsmiddelen en voorwaarden
- middelen: participeren (meedoen aan het leven), communiceren, uitdagen en stimuleren
- voorwaarden: veiligheid en geborgenheid
● Pedagogische principes
De inhoud van opvoeding is cultuurhistorisch bepaald.
1. Opvoedingsprincipe 🡪 alle kinderen aangewezen tot opvoeding
2. Vormbaarheidsprincipe 🡪 alle kinderen hebben van nature de mogelijkheid om te
ontwikkelen/iets te worden
3. Activiteitsprincipe 🡪 kinderen willen leren en actief zijn.
Als al die 3 principes aanwezig/werkzaam zijn, is dat opvoeden.
, ● Continuüm:
Toerustingsmodel ---------------------------------------- ontplooiingsmodel
maatschappij staat ontw. van het kind centraal.
centraal. Inbreng kinderen vrijheid om zichzelf te ontw.
beperkt (child caretakers - kind object) (child liberators - kind subject)
● Vertegenwoordiger ontplooiingsmodel: Janus Korczak.
Zijn pedagogische visie:
Kindbeeld
Dragers van rechten
1. Recht op de dood (niet over beschermen, risico’s nemen)
2. Recht op de dag van vandaag (jaag kinderen niet op, laat ze kind zijn)
3. Recht om te zijn wie je bent (uniek en dat als opvoeder accepteren)
Beeld vd opvoeder/pedagogische relatie
Proces van wederzijdse opvoeding tussen opvoeder en kind. Relatie is gelijkwaardig en
opvoeder moest respect hebben voor het kind. Er is geen machtsverschil. Opvoeder moet
beschikbaar zijn als het kind daar behoefte aan heeft.
Opvoedingsmiddelen
- Kinderparlement (kinderen nemen beslissingen)
- Kinderrechtbank
- Kinderkrant (beheert en gemaakt door kinderen)
- Mentorschap (oudere kinderen mentor voor jonge kinderen)
- eigen waarneming & intuïtie als pedagoog
- fantasie van kinderen leren kennen
● De visie van de wetenschappelijke pedagogische stromingen.
1. Empirisch-analytische pedagogiek = feitenkennis.
Kindbeeld
- Kleine mensen die zich volgens wetmatigheden gedragen. Ze zijn voorspelbaar.
- Alle kinderen zijn hetzelfde. Het normale kind is niet uniek.
- Het zijn objecten en zeer vormbaar
Beeld vd opvoeder/pedagogische relatie
Trainer om ze af te richten
Opvoedingsdoelen
Deze moeten de opvoeders zelf bedenken want het is niet wetenschappelijk
Opvoedingsmiddelen
Alleen die wetenschappelijk (feitelijk) effect hebben
* Visie op pedagogisch wetenschappelijk onderzoek:
- objectief, want het heeft geen oordeel
- Feiten achterhalen (niet geïnteresseerd in gevoelens/meningen etc, alleen in werkelijkheid)
- Bij onderzoeken kijken naar grote groepen en dan de standaard (gemiddelde) eruit halen
en kijken of iets afwijkt.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dainelarietmeijer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.51. You're not tied to anything after your purchase.