Samenvatting Geschiedenis vwo 4/5/6 tijdvak 10 de tijd van televisie en computer Geschiedenis Werkplaats
6 views 1 purchase
Course
Geschiedenis
Level
VWO / Gymnasium
Book
Geschiedeniswerkplaats / tweede fase havo historisch overzicht / deel Handboek
Dit is een samenvatting geschikt voor leerlingen uit vwo 4 vwo 5 en vwo 6. In deze samenvatting is hoofdstuk/tijdvak 10 'De Tijd van televisie en computer.' samengevat en onderverdeeld in de volgende paragrafen:
§1 Dekolonisatie
§2 De Koude Oorlog
§3 Welvaart en cultuur
§4 Eenheid en verd...
Geschiedenis tijdvak 7
De tijd van pruiken en revoluties
§1 De verlichting
Rationeel optimisme en ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle
terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale
verhoudingen.
De wetenschappelijke revolutie uit de 17e eeuw werd gevolgd door een revolutie
van denken: de verlichting. Domheid, onwetendheid en intolerantie werd
vervangen met kennis, inzicht en verdraagzaamheid. Er ontstond optimisme over
dat met verstand alles begrepen en verbeterd kan worden. Rationalisme leidde
tot algehele vooruitgang van wetenschap, recht, politiek en menselijk geluk.
Vrijheid was volgens de verlichte denkers een voorwaarde voor vooruitgang.
De verlichting begon in de 17e eeuw in Engeland en Nederlanden sloeg in de 18 e
eeuw over naar Duitsland, Frankrijk en Amerika. De verlichting raakte in de mode
in de westerse wereld, met verlichte leesclubs waarin mensen discussieerden,
ideeën uitwisselden of onderzoek deden (genootschap Felix Mertis). Parijs werd
het centrum van de verlichting. In 1751-1772 werd de Encyclopédie
geschreven, waarmee ze de mensheid vooruithielpen met kennis van de hele
wereld. Met kennis was rationalisme beter toepasbaar.
De verlichting bracht kritiek op godsdienstige tolerantie. De godsdienstoorlogen
bewezen de ellende van godsdienstig fanatisme. Frederik de Grote vond dat alle
religies gelijke rechten moesten hebben, want niemand kon bewijzen welke
klopte. Zijn vriend Voltaire was tegen godsdienstige bekrompenheid (kortzichtig
qua ideeën en opvattingen) en bijgeloof, die door de katholieke kerk werd
verspreid. Voltaire was geen atheïst, maar een deïst: God had de wereld
gemaakt, maar greep niet meer in. Voltaire keerde zich tegen geloof in
wonderen, alles verliep volgens natuurwetten.
Voltaire had geen moeite met sociale ongelijkheid. Hij vond dat een klein deel
van de bevolking zelf wou nadenken, dus de armen verdiende geen verlichting.
Andere verlichte denkers vonden de bestaande sociale verhoudingen in strijd met
de rede, want alle mensen hadden verstand gekregen en moesten dus ook
gelijke rechten krijgen. Zo schreef Jean Jacques Rousseau dat alle mensen van
natuur gelijk zijn, wat was mis was gegaan toen er eigendom ontstond
(hebzucht). Veel verlichte denkers vonden dat verschillen, los van prestaties,
moesten verdwijnen.
Rationalisme en optimisme ontwikkelden/verbeterden de politieke situatie. John
Lock meende dat machthebbers hun soevereiniteit niet hebben gekregen van
God, maar van de burgers. Die hebben een deel van hun rechten overgedragen,
zodat de overheid kan zorgen voor veiligheid. De overheid moest de natuurlijke
rechten beschermen. Mensenrechten: recht op leven, vrijheid en bezit. In een
rechtstaat stond de overheid volgens Locke niet boven de wet, want burgers
mogen bestuurders vervangen zo nodig. Ook Rousseau was een voorstander van
volkssoevereiniteit (‘de algemene wil’). Hij vond de algemene wil belangrijker
dan de wil van de meerderheid.
Montesquieu wou corruptie (omkoping) en onderdrukking voorkomen. Hij
ontwikkelde de driemachtenleer (trias politica), waarin hij de wetgevende,
, uitvoerende en rechterlijke macht scheidde. Het parlement moet wetten
vaststellen, de regering moet ze uitvoeren en rechters moesten de naleving van
de wetten controleren.
Volgens Adam Smith streven mensen altijd hun eigen voordeel na, iets wat niet
nadelig hoeft te zijn voor anderen. Als alle mensen de ruimte krijgen om hun
eigenbelang na te streven, werkt het eigen belang als een onzichtbare hand die
de algemene welvaart vergroot. Dit verloopt met vraag en aanbod, die elkaar
altijd in evenwicht houden. Smith was een tegenstander van het mercantilisme,
wan de overheid moest alleen zorgen voor eerlijke spelregels, verder moesten ze
zich niet met de economie bemoeien (anders werd vraag en aanbod verstoord).
Iedereen moet de vrijheid hebben om rationeel het eigen belang na te jagen.
§2 Het ancien régime
Voortbestaan van het ancien régime met pogingen om het vorstelijk
bestuur op eigentijdse wijze vorm te geven (verlicht absolutisme).
Rond 1734 was er censuur in Frankrijk die boeken verboden. Frankrijk was een
land van verlichting, maar ook van onvrijheid. Ancien régime: he bestuur van
voor de democratische revoluties. De Lodewijk koningen probeerde
veranderingen in Frankrijk tegen te houden. De sociale verhoudingen waren
nadelig voor een groot deel van de bevolking. In de standenmaatschappij
genoten edelen en hoge geestelijken van voorrechten door hun ‘hoge’ geboorte
(luxe levensstijl). De lage adel op het platteland perste de straatarme boeren uit.
Ze betaalde veel belasting, terwijl de adel en de kerk dit nauwelijks moesten
betalen. Bourgeoisie: rijke burgerij die zijn welvaart dankte aan handel en
nijverheid. Hun hadden niks te zeggen. De arbeiders in de steden hadden het
ook zwaar, met stijgende prijzen.
Andere absolute vorsten wouden verlichte hervormingen juist wel doorvoeren
(verlicht absolutisme). Een voorbeeld hiervan was de koning van Pruisen
Frederik de Grote (1740-1786). Hij zag zichzelf niet als dienaar van God, maar als
‘eerste dienaar van de staat’. Hij stond godsdienst- en persvrijheid toe en
verbood martelen, wat voorheen werd gezien als middel om de waarheid te
achterhalen. Misdaad kwam volgens hem uit domheid i.p.v. slechtheid. Maar
Frederik wou absolute macht houden en handhaafde de voorrechten van de adel.
De junker (Oost-Duitse plattelandssteden) heersten als vorsten over hun horige
boeren: mochten hun land zonder toestemming niet verlaten en hadden
toestemming nodig om te trouwen. De heer sprak recht over hen en liet hen
gratis voor zich werken. Frederik verzette zich hier niet tegen, omdat hij de
junker nodig had voor zijn leger. Alleen edelen konden officier worden.
De Russische keizerin Catharina de Grote (1762-1796) probeerde ook het verlicht
absolutisme. Ze was populair bij verlichte denkers, maar de Russische elite was
geen fan van haar hervormingen. Dit was ook het geval bij de Oostenrijkse keizer
Jozef II (1780-1790). Hij legde iedereen gelijke belastingen op en gaf gelijke
rechten aan joden. De kerk en de adel waren hiertegen en na zijn dood werd alles
weer teruggedraaid.
In Nederland waren ook de sociale verhoudingen nadelig voor een groot deel van
de bevolking. Toen stadhouder Willem III kinderloos overleed, kwam er een
tweede stadhouderloos tijdperk. De bloeitijd van de economie was voorbij, met
torenhoge schulden, maar de regenten werden rijker door rente door leningen
aan de overheid. De overheid kon dit alleen betalen door meer leningen af te
sluiten en belastingen te heffen. De bevolking draaide op voor de rijkdom van zijn
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ElenavanVliet. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.21. You're not tied to anything after your purchase.