Week 1
Totstandkoming van overeenkomsten (verdieping)
Casusposities oplossen
- feiten en omstandigheden juridisch kwalificeren (40%)
- welk leerstuk moet worden onderzocht?
- wat is de rechtens relevante vraag?
- welke denkstappen moet u zetten om de vraag te beantwoorden met behulp van het
relevante leerstuk?
- feiten en omstandigheden normatief waarderen (60%)
- zie HC 2 contractenrecht in het kader van de uitleg van overeenkomsten
Totstandkoming van overeenkomsten
Voor de totstandkoming van overeenkomsten is een aanbod van A nodig (een rechtshandeling). Een
rechtshandeling is pas geldig volgens art. 3:33 als er sprake is van een op een rechtsgevolg gerichte
wil die is geopenbaard door een verklaring. A wil dus iets en verklaart dit ook. Maar voor een
overeenkomst moet B aanvaarden, ook weer door middel van een wil en een verklaring volgens art.
3:33. Vast moet komen te staan dat A en B precies hetzelfde willen en ook hetzelfde verklaard
hebben. Dan is er sprake van wilsovereenstemming en komt er een overeenkomst tot stand.
Wat zijn algemene voorwaarden?
Dit zijn de kleine lettertjes die in het contract staan. Wat de wet erover zegt staan in art. 6:231
(algemene voorwaarden): een of meer bedingen die zijn opgesteld ten einde in een aantal
overeenkomsten te worden opgenomen met uitzondering van beding die de kern van prestaties
aangeven (kernbedingen). Als die bedingen in een standaard document staan en de functie hebben
om telkens terug te komen in verschillende overeenkomsten, spreken we van algemene
voorwaarden.
Voordeel: je hoeft niet constant nieuwe voorwaarden te scheppen.
Nadeel: er staan vaak bedingen in die de positie van de gebruiker van algemene voorwaarden
aanzienlijk bevorderen, maar wat wel ten nadeel is voor de consument.
Wie kunnen er geen beroep doen op de beschermingsbepaling van afdeling 6.5.3?
Dit zijn groter ondernemingen die voldoen aan art 6:235 lid 1 (ondernemingen die een jaarrekening
hebben gepubliceerd of de ondernemingen met 50 werknemers). Die kunnen op de specifieke
beschermingsbepalingen geen beroep doen, maar eventueel wel op algemene
beschermingsbepalingen. Art. 6:235 lid 1: het hangt af van het type wederpartij of er op deze
beschermingsbepaling een beroep gedaan kan worden.
Hoe kunnen algemene voorwaarden overeengekomen worden?
We moeten gewoon terugvallen op de hoofdregel van art. 3:33 en art. 6:217 (wilsovereenstemming).
Bijzondere problemen
‘Battle of forms’
Wat is het probleem?
Er is strijd tussen algemene voorwaarden. Zowel A als B hebben aparte algemene voorwaarden die
, ze willen laten gelden in de overeenkomst. Er is dus geen wilsovereenstemming, want ze hebben
allebei een andere wil en verklaren ook wat anders. Er komt dus in beginsel geen overeenkomst tot
stand.
Hoe wordt dit opgelost?
Art. 6:225 lid 3: als aanbod en aanvaarding naar verschillende algemene voorwaarden verwijzen,
komt aan de tweede verwijzing (van B) geen werking toe, wanneer B niet tevens de algemene
voorwaarden van A van de hand heeft gewezen. Die van A gelden dus, tenzij B zei dat toen hij zei dat
zijn algemene voorwaarden van toepassing zijn, B zei ‘die van jou gelden niet’. B laat dus zien dat hij
ze uitdrukkelijk van de hand doet en zijn eigen algemene voorwaarden van toepassing verklaart. Als
B uitdrukkelijk afwijst, biedt hij dus zijn algemeen voorwaarden aan. Als A niks van zich laat weten,
heeft A impliciet de voorwaarden van A aanvaardt.
Art. 6:225 lid 2: als de algemene voorwaarden van A en B slechts op ondergeschikte punten, dan
geldt, indien B de algemene voorwaarden van A van de hand doet en zijn eigen voorwaarden van
toepassing verklaart, komt er in beginsel een overeenkomst tot stand met de algemene voorwaarden
van B, tenzij A onverwijld bezwaar maakt tegen de verschillen.
Het probleem dat de wederpartij zegt dat hij het verklaard heeft, maar niet zo bedoeld heeft
Wat is het probleem?
B is de gebruiker van de algemene voorwaarden. A aanvaardt de algemene voorwaarden. B doet een
beroep op een beding om van een probleem af te zijn, waardoor A de pineut is. In zo’n geval kan A
zich eventueel beroepen op ‘ik heb gezegd dat ik het ermee eens ben, maar ik heb het niet zo
bedoeld’. Dan rijst de vraag: als A het niet zo bedoeld heeft, kan B dan toch nog gebondenheid
construeren door op het standpunt te stellen dat A het wel heeft verklaard, en dat B er redelijkerwijs
mocht vertrouwen dat er verklaard werd conform de wil? Dan moeten we kijken naar het
gerechtvaardigd vertrouwen van art. 3:35, dan kan er toch sprake zijn van een overeenkomst. A zal
zeggen: ik heb de algemene voorwaarden wel geaccepteerd, maar ik wilde natuurlijk niet aan deze
specifieke bepaling gebonden zijn.
Hoe wordt dit opgelost?
Een wederpartij (A) is ook gebonden als bij het sluiten van de overeenkomst de gebruiker (B) wist of
moest begrijpen dat A de algemene voorwaarden niet kende of niet behoorde te kennen. Dit wordt
gedaan om te voorkomen dat A zegt dat hij niet alles gelezen heeft en dat dat logisch is. Een beroep
op de wilsvertrouwensleer (art. 3:35) valt dus weg.
Art. 6:232 stelt niet in de weg dat A zich kan stellen op het standpunt dat A de algemene
voorwaarden helemaal niet heeft aanvaardt. Hier is de wilsvertrouwensleer wel van toepassing.
Arrest Linthorst/Echoput: hele lange onderhandelingen tussen partijen, waarbij een offerte werd
uitgebracht. In de 1e offerte wordt verwezen naar de voorwaarden. Onderhandelingen gaan verder,
inclusief nieuwe offertes. Er wordt in de offertes niet meer naar algemene voorwaarden verwezen.
Aan het einde verklaart de ander zich akkoord met verwijzing naar eerdere offertes waarbij wel naar
algemene voorwaarden is verwezen. Is hij dan akkoord met algemene voorwaarden? Ja, want er
heeft een impliciete verwijzing plaatsgevonden in de offertes naar de algemene voorwaarden, dus de
gebruiker mag er gerechtvaardigd op vertrouwen dat hij zich akkoord heeft verklaard met de
algemene voorwaarden.
Petermann/Frans Maas: Petermann vraagt aan Frans Maas of hij zijn leveringsvoorwaarden kunnen
toesturen (welke voorwaarden je met me wilt contracteren). Onderaan verwees hij naar zijn
algemene voorwaarden, waarop Petermann opdracht verstrekt aan Frans Maas. Partijen krijgen een
discussie die beslecht moet worden. Wat blijkt er in de voorwaarden te staan: een arbitragebeding
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Mariekebaas. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.