1.1.1
de ontwikkeling + rijping van lichamen is rond 20e levensjaar voltooid.
-> Hoogtepunt van lichamelijke mogelijkheden.
Veroudering= de natuurlijke achteruitgang die wordt veroorzaakt door het ouder worden
Hersenen nemen in latere fases af in hun volume - Er wordt verder gesnoeid in de grijze massa en de
myelinisering loopt door.
-> Complexe verbindingen blijven intact.
In de jaren 20 zijn zintuigen het gevoeligst.
- Vrouwen zijn gevoeliger voor hoge tonen dan mannen
- Smaak
- Gevoeligheid voor aanrakingen
1.1.2
Secundaire veroudering = lichamelijke aftakeling die veroorzaakt wordt door omgevingsfactoren of
individueel gedrag.
1.1.3
Drie richtlijnen om gezonder te eten:
1. Eet meer plantaardig dan dierlijk
2. Eet meer weinig of niet-bewerkt voedsel.
3. Vermijd overconsumptie en voedselverspilling
Obesitas= BMI 30 of meer.
1.1.5 (hoofdstuk 14)
Psycho Neuro-immunologie= Onderzoek naar de relatie tussen de hersenen, het immuunsysteem en
psychologische factoren.
- Bijnieren scheiden hormoon uit dat stress veroorzaakt.
Psychosomatische aandoeningen = medische problemen die worden veroorzaakt door de interactie
tussen psychologische, emotionele en lichamelijke problemen.
● Probleemgerichte coping = situatie rechtstreeks proberen te veranderen om stress te beheersen,
reduceren of verdragen.
● Emotiegerichte coping = emoties bewust proberen te reguleren om stress te beheersen,
reduceren of verdragen.
● Defensieve coping = de ernst van een gevaarlijke situatie ontkennen.
1.2.1
(Labouvie-Vief)
Postformeel denken = denken waarbij rekening gehouden wordt met het feit dat volwassenen in een
hachelijke situatie terecht kunnen komen en dat op een relativerende wijze wordt opgelost.
- Dialectisch denken = Er is ruimte voor de mogelijkheid dat zaken niet altijd helder af te bakenen
zijn. -> Vragen en antwoorden zijn niet fout.
Belangstelling en waardering voor argument, tegenargument en discussie.
Postformeel denken en dialectisch denken houdt rekening met de wereld waar soms geen duidelijk
onderscheid tussen goed of fout is.
, (Perry)
Jongeren maken gebruik van dualistisch denken:
- Dualistisch denken = Iets is goed of fout, mensen zijn goed of slecht, anderen zijn voor of tegen
hen.
-> Visie op verschillende standpunten werd duidelijk -> gevolg: meervoudig denken.
Ze beschouwen ‘relatief’: het inzien dat verschillende samenlevingen, verschillende normen en waarde
bevatten.
Kritiek: Theorie is gebaseerd op een steekproef.
1.2.3
(Warner Schaie: richt zich op gebruiken van informatie)
Cognitieve ontwikkeling van Schaie (figuur 1.5 blz 22)
1. Verwervend stadium:
Verzamelen van informatie, dat wordt opgeslagen voor toekomstig gebruik. Kinderen en adolescenten
worden voorbereid op toekomstige bezigheden.
2. Uitvoerend stadium:
Jongvolwassenen passen verworven keen toe op specifieke situaties die te maken hebben met het bereiken
van lange termijn doelen. (carrière, gezin, bijdragen aan maatschappij)
3. Verantwoordelijk stadium:
Mensen met middelbare leeftijd houden zich vooral bezig met persoonlijke situatie, beschermen en
verzorgen partner, gezin en carrière.
4. Ondernemend stadium:
Mensen met middelbare leeftijd raken meer betrokken met de wereld - ze gaan zaken breder bekijken.
5. Reintegratief stadium:
Mensen in de ouderdom die zich vooral richten op zaken met een persoonlijke betekenis.
Hoofdstuk 2
2.1.2
Sociale klok = we doen dingen op bepaalde tijden omdat het zo hoort (cultureel of biologisch bepaald)
Het ontwikkelen van relaties staat centraal in de volwassenheid.
2.1.3
(Erik Erikson)
Stadium van intimiteit versus isolatie (adolescenten tot 30 jaar)
- Het ontwikkelen van hechte relaties relaties staat centraal.
Kritiek: volgens erikson zouden homoseksuele en partners die geen kinderen willen, minder gelukkig
zijn. Daarnaast was Erikson meer geïnteresseerd in de ontwikkeling van van mannen ipv vrouwen,
daardoor is de toepasbaarheid van de theorie beperkt.
2.1.4
Als mensen in de adolescentie komen, neemt het aantal hechte multiraciale hechtingen of heterogene
vriendschappen af.
Mensen worden vrienden met elkaar, gebaseerd op:
- Overeenkomsten
- Persoonlijke kwaliteiten
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sannebartman. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.65. You're not tied to anything after your purchase.
