Opdracht 2
1. In hoeverre is in deze uitspraak verticale en/of horizontale werking van grondrechten
aan de orde? Verticale werking van grondrechten gaat over gelijkheid en gelijke
behandeling als norm in de relatie tussen staat en burger. Horizontale werking van
grondrechten gaat over gelijkheid en gelijke behandeling als norm in de relatie tussen
burgers onderling. Het gaat hier om een horizontale werking van grondrechten.
Verzoekster is een bedrijf denk ik, maar geen overheidsorgaan. R. is een burger.
2. Schets kort de relevante feiten uit deze uitspraak. Volgens R. is er sprake van
discriminatie aangezien homoseksuele mannen geen bloed mogen doneren. Er is bij
hen sprake van een verhoogd risico ten aanzien van hiv. Verzoekster zegt dat zij daar
goede redenen voor heeft en dat zij streeft naar maximale veiligheid voor de
ontvangers van bloed.
3. Welke belangen worden vertegenwoordigd door de partijen in het geding?
Verzoekster behartigt de belangen van ontvangers van bloed, R. behartigt de
belangen van homoseksuele mannen.
4. Is hier sprake van een directe of indirecte vorm van onderscheid? Er is sprake van
direct onderscheid: 3.14 De Commissie is op grond van het voorgaande van oordeel
dat haar in 1998 gevolgde redenering herziening behoeft en oordeelt thans dat het
beleid van verzoekster tot direct onderscheid leidt.
5. Wat was de uiteindelijke conclusie van de Commissie Gelijke Behandeling (nu College
voor de Rechten van de Mens)? De commissie heeft geoordeeld dat verzoekster
overtuigend heeft beargumenteerd dat zij op dit moment nog niet afdoende zijn ter
bescherming van de volksgezondheid. De juistheid van de stelling dat het selecteren
op basis van MSM noodzakelijk is voor de veiligheid van bloedproducten is
aannemelijk. Er kan niet worden aangenomen dat elke veiligheidswinst voor bloed
altijd zal voorgaan op de belangen van homo’s om niet te worden gediscrimineerd en
uitgesloten. Het toelaten van MSM zou kunnen leiden tot onaanvaardbare gevolgen.
6. Is de conclusie in overeenstemming met de systematiek van de Algemene Wet
Gelijke Behandeling? De Algemene Wet Gelijke Behandeling bepaalt dat het maken
van onderscheid is verboden bij het aanbieden of verlenen van toegang tot goederen
of diensten en bij het sluiten, uitvoeren of beëindigen van overeenkomsten ter zake
door, onder andere, instellingen die werkzaam zijn op het gebied van
gezondheidszorg. Dit verbod ziet onder meer op onderscheid op grond van seksuele
gerichtheid (art. 1 AWGB). De keuring, afname, bewaring en bewerking van bloed
vallen onder dienstverlening in de zin van de AWGB. De conclusie is dus niet in
overeenstemming met de systematiek van de Algemene Wet Gelijke Behandeling.
Opdracht 3
Stel dat er in het bovenstaande arrest geen sprake was van direct onderscheid, maar van
indirect onderscheid. Beargumenteer hoe dit indirect onderscheid eventueel
gerechtvaardigd zou kunnen worden. Houdt daarbij rekening met de systematiek van de wet
en ga daarbij in op de verschillende belangen van partijen. De uitsluiting van homoseksuele
mannen is niet vanwege hun geaardheid. De uitsluiting is gericht op het verhoogde risico op
hiv dat seksueel contact tussen twee mannen met zich meebrengt.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller KyraNieuwenhuijsen97. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.