100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Alles wat je moet weten voor het tentamen planologie $7.22   Add to cart

Summary

Samenvatting Alles wat je moet weten voor het tentamen planologie

 3 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Dit document bevat een duidelijke samenvatting van alle belangrijke informatie uit de les en ook uit de kennisclips

Preview 2 out of 5  pages

  • April 18, 2023
  • 5
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Hoofdstuk 1 wat is een stad
 Planologie = de wetenschappelijke reflectie op de ruimtelijke planning
 Plek is bepalend voor waarde van het vastgoed

Wat zijn steden
 Een stad heeft stadsrechten
 Metropolen = samenhangend stedelijk gebied, kunnen meerdere gemeentes inzitten. Shenzou,
Tokyo, Shanghai
 Agglomeratiekracht is daar van belang  wat helpt als veel mensen bij elkaar zitten?  goede
internationale verbindingen, sterke kennis en cultuurclusters, diversiteit aan dagelijkse
voorzieningen
 Deltametropool  ..

Wat zijn stedelijke netwerken
 Hanzesteden = steden rond de oost die aan elkaar gekoppeld werden. Maken handelsafspraken
met elkaar. Hierdoor konden de steden groeien.
 In de buurt van de zee is voordelig
 Industriële netwerken  spoorwegen, kanalen hadden een cruciale rol. Manchester eerste
industriële stad.
 Global city  waar worden de meeste financiële transacties gedaan, dienstverlening,
internetverbindingen? Primaire knooppunten  New York, Londen, Tokyo

Wat is een daily urban system
 Je hebt alles in een stadje (je hele dagelijkse leven). Je gaat naar school, je gaat boodschappen
doen (allemaal binnen dezelfde muren)
 Henry Ford  auto. Hierdoor kon je bewegen. Je kon in een andere stad aan shoppen etc.
 Urban sprawl  auto is hier dominant (niet duurzaam)
 Transport oriented development  je hebt steeds minder de auto nodig. Is een plannings- en
ontwerpstrategie die bestaat uit het bevorderen van stedelijke ontwikkeling die compact,
gemengd, voetganger- en fietsvriendelijk is en nauw is geïntegreerd met het openbaar vervoer
door banen, huisvesting, diensten en voorzieningen te clusteren rond stations voor openbaar
vervoer. Concentratie voor voorzieningen wordt heel erg hoog waardoor je steeds minder de
auto nodig hebt
 Regionale samenwerking  gezamenlijk ziekenhuis en dierentuin
 15 minuten stad  fietsers en voetgangers als maatstaf voor de nieuwe stad. Voorzieningen
komen dichter in de buurt. Kleine afstanden, zodat alles in 15 min bewandeld kan worden.

Hoofdstuk 2 de stad en de technologie
Technologie onder maaiveld
 Amsterdam is op houten palen gebouwd. Houten palen moeten altijd onder water blijven.
Huizen gaan verzakken.
 Veel leidingen onder de grond  maakt het moeilijker om te bouwen
 Riool kwam in de 20ste eeuw

Technologie boven maaiveld
 Wolkenkrabbers
 Ruimtevraag  veel parkeervlaktes nemen de stad in beslag
 Nieuwe ruimtevraag  go scooters, zorgen voor overlast. Datacenter, data moet ergens
opgeslagen worden enorme kasten die veel energie en land gebruiken. Grote distributiecentra 
veel dozen. Energietransitie  neemt veel ruimte in beslag
 Meervoudige ruimtegebruik  alles op elkaar stapelen. Multifunctioneel

, Open data en smart cities
 Overheid weet alles, wanneer treinen reiden etc. Gevaar open data  privacygevoelig
 Stad van slimme algoritmes  uberapps, routenetten, bepaald piepje die alleen jongeren
kunnen horen. Controlecenters  privacy verlies
 Smart cities  steden die slimme oplossingen inzetten om de leefbaarheid, duurzaamheid,
bereikbaarheid, welzijn en economische ontwikkeling te vergroten. Kant en klaren steden, licht
wordt automatisch aan- en uitgedaan.

Hoofdstuk 3 de stad en de openbare ruimte
Publiek belang
 Herstructurering
 Modal shift  verandering van vervoerwijze  fietser voor de auto (voetganger voorop)

Groene revolutie
 Nieuwe utopieën  niet alles van glas, maar alles van groen
 Natura 2000  162 gebieden
 Ecologische verbindingszones  planten kunnen zich met dieren verplaatsen boven de snelweg
(ecologische verbindingszones kunnen ook dwars door steden rondlopen). Als je als gemeente
een bestemmingsplan maakt dan mag je bijv. niet overal woningbouw doen, er zijn namelijk ook
stroken die de provincie heeft aangewezen als ecologische verbindingszones en hier moeten nu
of in toekomst dieren of planten zich kunnen verspreiden.
 Gebiedsontwikkeling  als je toch ergens bezig bent, doe dan direct het hele gebied

Placemaking
 Betekenis geven aan een plek bijv. door kunstenaars die tekeningen op de muur maken
 Zomerfestival in Eindhoven
 Het verbeteren van de kwaliteit van de openbare ruimte en het leven van de mensen die er
gebruik van maken.
 Leefstraat  eigen huiskamer maken in de zomer, mensen kunnen elkaar daar ontmoeten.
Auto’s worden ergens anders geparkeerd.

Hoofdstuk 4 de stad als broedplaats
Jane Jacobs
 Activiste uit New York. In al die oude rommelige wijken zit zoveel waarde. De stad werd gemaakt
voor de mensen i.p.v. door de mensen.
 Regels waar een stad volgens haar aan moet voldoen:
- Hoge dichtheid van mensen  mensen die iets willen in stad en toe te voegen hebben aan
elkaar
- Verschillende functies  geen winkelcentra, maar van alles door elkaar
- Oud en nieuwe gebouwen
- Kleine bouwblokken  valt dan veel meer te zien en te ontmoeten
 Robert Moses  planoloog, grote stadsplanner. Zag allerlei problemen in de stad. Hij had
allemaal grote plannen bedacht (allemaal nieuwe wijken)

De creatieve economie
 Mensen gaan denken over economie, wat maakt economie nou eigenlijk
 Richard Florida ziet een economie ontstaan waar mensen zelf iets moeten toevoegen/ creëren.
Er is veel meer behoefte aan diversiteit
 Innovatie-districten  Katz en Wagner. Waar vindt dat nu plaats die diversiteit, waar zijn nu die
hotspots.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fmcnaus1. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.22. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

82956 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.22
  • (0)
  Add to cart