Samenvatting geschiedenis pabotoets
Tijdvak 1 – jagers en boeren
De mens heeft zich vanuit Afrika over de ander werelddelen verspreid. De mens leefde als jager-
verzamelaar, een leefwijze die sterk werd beïnvloed door het heersende klimaat
1.1.1 migraties uit Afrika
Menssoort homo erectus = de rechtop lopende mens in Afrika
Menssoort Neanderthaler = plaatselijke menssoort in Europa
Menssoort homo sapiens = de denkende mens
1.1.2 de nomadische samenleving van jagers-verzamelaars
Jagen en verzamelen is voor de mensen de oudste vorm van bestaan, er zijn in onze tijd nog mensen
die zo’n bestaan leven. Zij komen bijvoorbeeld nog voor in het Amazonegebied, het tropisch klimaat
heeft een permanent groeiseizoen, daardoor is er het hele jaar door voedsel. In Europa hebben we
wisselende seizoen en kan dit niet. Deze mensen leiden een nomadisch bestaan, ze trekken rond op
zoek naar voedsel.
1.1.3 rendierjagers
Tot ongeveer 10.000 voor Christus bedekte de ijskap van de laatste IJstijd het noorden van Europa en
heerste in West-Europa een toendraklimaat. Op deze toendra, een gebied zonder bomen en
begroeid met mos, gras en struiken, leefden rendierjagers.
Hulpmiddelen die rendierjagers gebruikten waren het vuur en gereedschappen van vuursteen,
botten en hout. Ze gebruikten ook bijlen, schraper, boren, messen en naalden
1.1.4 jagers en vissers
Na de laatste IJstijd werd het klimaat steeds warmer. Het land raakte met bos begroeid, de rendieren
trokken naar het noorden. Andere dieren zoals elanden, runderen, wilde paarden en everzwijnen
profiteerden van het warmere klimaat en konden volop voedsel vinden.
Er ontstonden door de opwarming ook visrijke meren, rivieren en beekjes. In de lente werd er veel
gevist, en in de herfst werden noten en vruchten verzameld.
1.2.1 verschillen tussen jager-verzamelaars en landbouwsamenlevingen
Zij trokken in kleine groepen rond op zoek naar voedsel, iedereen hielp mee bij de jacht of het
verzamelen. In het Midden-Oosten, het huidige grensgebied voor Turkije, Irak en Syrië kwamen
natuurlijke graanvelden voor. Dit gebied staat ook bekend als de Vruchtbare Halvemaan. Men
spreekt ook wel over de Agrarische Revolutie, toen de landbouw werd uitgevonden.
Er werd ontdekt dat akkers met graan ingezaaid konden worden. Wilde dieren moesten
weggehouden worden bij de akkers. De volwassen dieren werden gedood, en jonge dieren werden in
gevangenschap opgefokt. Bij het fokken werd gelet op de tamheid van de dieren, zo ontstonden
kuddes geiten en schapen, die door herders konden worden gehoed.
, 1.2.2 de eerste boeren in ons gebied
De eerste landbouwcultuur in West-Europa was de Bandkeramiekcultuur, rond 5300 voor Christus.
Dit boerenvolk kreeg de naam door de opvallende versiering in de vorm van een band op het
aardewerk. De potten werden teruggevonden in grafkuilen.
Een andere landbouwcultuur was de Trechterbekercultuur. Dit boerenvolk leefde tussen 3500 en
2700 voor Christus. Zij kregen hun naam door de trechtervormige potten, bekers en schalen. Deze
boeren gaven hun overledenen potten, sieraden en wapens mee als ze in een hunebed werden
bijgezet.
1.2.3 steen, brons en ijzer
Steen is de langste tijd in het bestaan van de mens, het belangrijkste materiaal geweest, om
gereedschappen of wapens te maken. Later namen brons en ijzer deze rol over. De eerste boeren
maakte veel gebruik van stenen gereedschappen of wapens. Daarom wordt deze tijd ook wel de
steentijd genoemd.
Rond 4000 voor Christus werd vuursteen zelfs door middel van mijnbouw opgegraven. In het
Krijtland van Zuid-Limburg zijn op verschillende plaatsen vuursteenmijnen gevonden.
Rond 2100 voor Christus komen in Europa de eerste bronzen voorwerpen voor. Bronzen sieraden,
bijlen en speerpunten werden gegoten in gietmallen.
Vanaf 700 voor Christus werd in Europa ook gebruikgemaakt van ijzer.
1.3 religieuze uitingen: grottekeningen, beeldjes en grafgiften
Aangezien er geen schriftelijke bronnen uit dit tijdvak zijn gevonden, weten we niet wat de mensen
toen dachten. Vaak staan kunstwerken in het teken van een religie. Dat zou dan ook kunnen gelden
voor tekeningen en beelden uit de prehistorie.
1.4 de bronnen van dit tijdvak
1.4.1 prehistorie
Met het begrip prehistorie wordt de tijd bedoelt waarover geen geschreven bronnen zijn. De
prehistorie van een samenleving eindigt dan ook als er schriftelijke bronnen zijn.
Midden oosten – prehistorie eindigt 5000 jaar geleden
West-Europa – prehistorie eindigt 2000 jaar geleden met de komst van de Romeinen.
1.4.2 archeologie
De kennis over de prehistorie is vooral gebaseerd op archeologische vondsten. Archeologie is de
wetenschap die zich bezighoudt met het in kaart brengen van bodemsporen, het doen van
opgravingen en het rapporteren en interpreteren van vondsten. De grondlaag, waarin een voorwerp
wordt gevonden, kan iets zeggen over ouderdom. Er zijn ook methoden om de ouderdom van
organisch materiaal nauwkeurig te bepalen. Dit gebeurd bijvoorbeeld met de C14-methode, waarbij
het gehalte aan radioactieve koolstof wordt gemeten. Een andere nauwkeurige dateringsmethode is
het jaarringonderzoek van houten voorwerpen. Hierbij kan de ouderdom van hout worden bepaald
op basis van bekende reeksen jaarringen.
, Er zijn over het algemeen weinig vondsten uit de prehistorie. Toch weten we best veel over deze tijd.
De sporen van palen in de bodem kunnen bijvoorbeeld iets zeggen over de bouw van de woningen.
Rond vuurplaatsen kunnen wetenschapper veel te weten komen over eetgewoonten.
1.4.3 culturele antropologie
Men gaat ervan uit dat de tegenwoordige mens in zijn manier van denken en handelen niet veel
verschilt van mensen in de prehistorie.
Tijdvak 2 – Grieken en Romeinen
2.1 de eerste beschavingen: het ontstaan van stadstaten
In gebieden waar meer dan genoeg voedsel door boeren werd geproduceerd, hoefde niet iedereen
op het land te werken. Zo ontstonden er allerlei nieuwe specialismen en beroepen. De mensen die
dit deden leefden samen in een stadstaat.
2.1.1 stadsstaten in het Midden-Oosten (ca. 3000-600 v. Chr.)
De landbouwsamenlevingen van het Midden-Oosten lagen aan rivieren als de Eufraat, Tigris (huidige
Irak en Syrië) en de Nijl (Egypte). Ze waren afhankelijk van irrigatie, waarbij ze rivierwater over het
land lieten lopen via kanaaltjes. Dit maakte samenwerking ook noodzakelijk.
Vruchtbare grond werd verdedigt, en andere vruchtbare grond werd veroverd. Hiervoor waren
gewapende soldaten nodig. Deze hadden wapens nodig die alleen gemaakt konden worden door
ambachtslieden. Een geslaagde verovering van grond had ook vaak slaven met zich mee. Dit alles
moest goed georganiseerd en geleid worden door ambtenaren en bestuurders. Deze werden weer
aangestuurd door de koning. Op deze wijze ontstonden beschavingen en stadstaten.
Vanaf toen werd er ook belasting geheven op de verbouwde producten en het vee.
Belastingambtenaren gingen hiervoor administratie bijhouden, dit waren de eerste geschreven
teksten.
2.1.2 Griekse stadstaten (ca. 800-300 v. Chr.)
In Griekenland ontstonden ook stadstaten, zoals Athene, Sparta en Thebe. Laten stichten deze
steden in het Middellandse Zeegebied koloniën. Hiervoor werd handel ook erg belangrijk. Athene viel
op door de democratie en filosofie. In Athene ontstond de democratische bestuursvorm. Griekse
filosofen als Socrates en later ook Plato en Aristoteles ontwikkelen ideeën voor een ideaal bestuur.
Andere Griekse geleerden namen geen genoegen met eenvoudige verklaringen voor
natuurverschijnselen vanuit hun godsdienst. Zij probeerden door het stellen van vragen en
onderzoek meer wetenschappelijke verklaringen te geven. Zij legden zo de basis voor de
natuurwetenschappen. Zo werd de basis gelegd van de geschiedschrijving en geografie.
2.2 het Romeinse rijk
De stadstaat Rome groeide uit tot het groot Romeins rijk (ca. 200 v. Chr.-400 na Chr.). In dit rijk
werden veel zaken overgenomen uit de Griekse cultuur, zoals religie en wetenschap. We kunnen dan
ook spreken van een Grieks-Romeinse cultuur. Nederland lag precies op de grens van het Romeinse
rijk, doordat de Rijn een grensrivier was geworden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marithooms. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.26. You're not tied to anything after your purchase.