TEST BANK FOR BIOLOGICAL PSYCHOLOGY, 13TH EDITION, JAMES W. KALAT/ LATEST VERSION
Test Bank For Biological Psychology 13th Edition All Chapters Complete Guide A+
TEST BANK FOR BIOLOGICAL PSYCHOLOGY, 13TH EDITION, JAMES W. KALAT.ALL CHAPTERS COVERED ISBN:9781337408202
All for this textbook (88)
Written for
Saxion Hogeschool (Saxion)
Toegepaste Psychologie
Biologische Psychologie
All documents for this subject (35)
Seller
Follow
annemiekschlter
Content preview
introductie hoofstuk
string theory: waarom bestaat het universum en het bewustzijn
mind-brain problem vs mind body problem: het brein en get lichaam zijn gescheiden of
verbonden
dualisme: lichaam en de geest zijn gescheiden (Descartes)
o je geest is 1 soort substantie en materie een andere
monisme: lichaam en geest vormen een eenheid (neurowetenschappers en filosofen)
o gedachten en ervaringen zijn gelijk met je hersenactiviteit
o mentale activiteit en bepaalde soorten hersenactiviteit zijn onlosmakend met
elkaar verbonden
o het universum bestaat echt uit 1 soort wezen
biologische psychologie= de wetenschappelijke studie van de biologische basis van psyche en
gedrag
psychologie, evolutie, ontwikkelingsmechanismen van gedrag en
ervaring
een studie maar ook een denkwijze
vanwege onze hersenmechanismen denken en handelen we zoals we
doen
dorsaal: vanaf de bovenkant bekijken van de hersenen
ventraal: vanaf de onderkant bekijken van de hersenen
soorten cellen in het brein: glia cellen-> veel functies
neuronen-> versturen van berichten naar elkaar en naar spieren en klieren
waarneming en perceptie vindt plaats in het brein
4 categorieen van biologische verklaringen van gedrag:
1. fysiologische verklaring: gedrag wordt verbonden aan hersenactiviteit en andere
organen
o bijv. de chemische processen die ervoor zorgen dat hormonen het brein
beinvloeden en de routes waarmee breinactiviteit spiertrekkingen regelen
2. ontogenetische verklaring: de oorsprong van het bestaan
o beschrijving van hoe gedrag zich ontwikkelt, inclusief de invloed van genen,
voeding, ervaringen en hun onderliggende interactie
o bijv. vrouwen verschillen veel van mannen, sommige verschillen kunnen
worden verklaard door de effecten van genen of hormonen van voor de
geboorte. sommige door culturele invloeden, sommige door beiden.
3. evolutionaire verklaring: gedrag heeft een evolutionaire geschiedenis. de karakteristieke
eigenschappen van een dier zijn bijna altijd aanpassingen van iets dat gevonden is in vorige
soorten.
, o bijv. vleermuisvleugels zijn aangepaste armen
o evolutionaire verklaringen vragen aandacht voor gedragsovereenkomsten
tussen soorten die aan elkaar verwant zijn, omdat ze genen van dezelfde
voorouderen hebben geerft. ze zijn minder geinteresseerd in het doel van het
gedrag
1. genen muteren willekeurig
2. fittest= beste aangepast aan de omgeving
3. reproductie van genen is van belang
4. er is geen doelgerichte selectie, maar willekeurig
5. bijv. giraffen hebben een lange nek omdat ze dan bij de hoogste
bladeren kunnen komen en dus beter kunnen overleven, als er alleen
kleine bomen waren, zouden giraffen in het nadeel zijn, dus is de
mutatie van de lange nek in stand gebleven, omdat dit de fittest creeert
4. functionele verklaring: beschrijft waarom gedrag zo geevolueerd is zoals het is
o focus op het doel van het gedrag, waarom is het zo ontwikkeld
o bijv. camouflage-> kameleons kunnen zich aanpassen aan de omgeving, zodat
ze niet zichtbaar zijn voor grotere dieren en niet worden opgegeten
o genetic drift= in een kleine geisoleerde groep kan een gen perongeluk worden
verspreid
veranderingen in de gen frequenties binnen een
bepaalde populatie ten gevolge van toevallige
veranderingen
o in een grote populatie worden vaak de beste genen doorgegeven
minimalist: bepaalde soorten dierenonderzoek tolereren, maar wel zo veel mogelijk beperken
o vermindering van het aantal dieren
o vervanging door middel van computers
o verfijning van de procedures om het minder pijnlijk te maken
abolitionisten: mensen hebben dezelfde rechten als dieren en andersom
neuronen
2 soorten cellen:
neuronen: ontvangen informatie en geleiden het naar andere cellen
glia cellen: ondersteunen van het centraal zenuwstelsel
voorzien zenuwcellen van voedingsstoffen
geven axonen richting waarop ze moeten groeien
wijzen migrerende cellen de weg
ruimen reststoffen op
prikkeloverdracht gaat via het centrale zenuwstelsel-> hersenen en ruggenmerg
, de structuur van een dierlijke cel:
1. membraan-> laat H2o, N, K, O door
2. celkern-> DNA en chromosomen
3. mitochondrion-> omzetten van energie
4. ribosomen-> nieuwe eiwitten aanmaken
5. endoplastisch reticulum-> transport van de nieuwe eiwitten naar andere plekken
neuronen:
soma= cellichaam
kern, ribisomen en mitochondrion
stofwisseling
dendriet: zorgt voor de input
ontvangen van informatie van andere neuronen via synaptische
receptoren
dendritische stekels: uitroeiingen die het oppervlak van de
synapsen vergroten
impuls gaat naar de lichaamcel toe
axon: brengt een inpuls over naar andere neuronen, organen of spieren
voert een impuls van een lichaamscel af
myelineschede: isolerend materiaal om de axon
knooppunten van ranvier: onderbrekingen in de myelineschede
presynaptische terminal: axon uiteinde, prikkels worden hier
verstuurd naar andere cellen
o afferent: sensorische zenuwcel, naar hersenen en beenmerg
o efferent: motorische zenuwcel: vanaf hersenen en beenmerg
1. sensorisch: vervoeren van impulsen van een zintuig naar het centrale zenwustelsel
gevoelig voor 1 soort prikkel, dus licht of geluid of tast
axonen gaan richting het brein
soma zit tussen de axon in
2. motorisch: in het ruggenmerg
prikkels gaan weg van het centrale zenuwstelsel,
richting een spier of een klier
ontvangen prikkels via de dendrieten
impuls wordt doorgegeven aan de axon en deze geeft
door aan de spieren
3. schakelcellen: vormen een verbinding tussen het perifere en centrale zenuwstelsel
maken contact met andere neuronen
zorgen ervoor dat de impuls wordt overgedragen aan de
hersenen, zodat het daarna door kan naar de spier om de
beweging voort te zetten
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annemiekschlter. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.07. You're not tied to anything after your purchase.