In deze samenvatting is het een bundel van het boek Basiskennis Natuur en techniek, NatuurOnderwijs Inzichtelijk en kennis van kennisclips zoals van meneer Wiersma en biologie met Joost.
Natuurkunde – bestuderen van natuurverschijnselen zoals materie, krachten, straling of
energie.
Scheikunde – wetenschap stoffen en chemische reacties
Biologie – natuurwetenschap die levende wezens bestudeerd.
Levensverschijnselen zijn ademhalen, voortplanten, bewegen, groeien, reageren op prikkels,
veranderen van stoffen in andere stoffen en uitscheiden stoffen.
Organismen zijn alle levende wezens.
Deze organismen vormen samen met de abiotische omgeving een ecosysteem.
Biotopen: verschillende omstandigheden waarin populaties leven als woestijngebieden,
bosgebieden, oceanen etc.
Abiotische factoren: omgevingsaspecten
Biotische factoren: interactie met andere organismen.
De kleinste bouwsteen van het leven is de cel.
- Eencellige: organismen die uit 1 cel bestaan
- Organellen: alle onderdelen van een cel
o Celmembraan: dun vlies dat grens van de cel aangeeft. Functie: binnenlaten
van nuttige stoffen en tegenhouden van schadelijke stoffen.
o Celkern: bevat DNA, uitzondering om sommige eencellige en schimmels
o Celplasma: stroperige vloeistof binnen het celmembraan
o Celwand: stevigheid, dierlijke cellen hebben geen celwand.
o Bladgroenkorrels: voor fotosynthese bij planten
o Vacuolen: blaasjes waarin voedingsstoffen als zouten en eiwitten worden
opgeslagen.
o Chromosoom: alle samen bevatten het complete DNA van een organisme
o Genen: DNA is verdeeld in kleinere stukjes, genen. Gen staat voor een
instructie, het specificeert wat en hoe er dingen moeten gaan gebeuren.
o Cyptoplasma: ruimte tussen celkern en celmembraan is opgevuld met een
soort water.
o Mitochondrion: zorgt voor energie in de cel, door brandstof om te zetten in
energiepakketten.
- Weefsel: aantal cellen met vergelijkbare functie bij elkaar
- Orgaan: geheel weefsel dat taak in lichaam uitvoert
- Organenstelsel: aantal organen die samen functie in het lichaam vervullen.
Rijken Bacteriën Schimmels Planten Dieren
Aantal cellen 1 1 of meer 1 of meer 1 of meer
Celwand Ja Ja Ja Nee
Celkern Nee Ja(meercellige)/ Ja Ja
nee (eencellige)
Vacuolen Nee Ja Ja Nee
, Bladgroenkorrels Nee Nee Ja Nee
Celmembraan Ja Ja Ja Ja
Celplasma Ja Ja Ja Ja
Chromosoon Nee Ja Ja
Mitochondrion Ja Ja
Bacteriën: altijd eencellig, voortplanting is door deling, leven van resten van andere dode
organismen.
Schimmels: eencellig of meercellig, leven van resten van andere dode organismen.
- Eencellige schimmels: geen celkern, wel celwand, heel klein
- Meercellige schimmels: wel celkern, schimmeldraden, sporen voortplanting
o Eind schimmeldraden, gebruik van paddenstoelen.
- Korstmossen: combo schimmels en alg. groeien het beste op ruwe ondergrond
o Luchtvervuiling:
struikvormig korstmos: kwetsbaar groeit in schone omgeving
bladvormig korstmos: kan iets meer vervuiling hebben
korstvormig korstmos: best bestand tegen vervuiling.
Planten:
- Sporenplanten: wel wortels, stengels of bladeren, geen bloemen, sporen
voortplanting.
- Wieren: geen wortels, stengels of bladeren, geen bloemen, deling voortplanting.
- Zaadplanten: wel wortels, stengels of bladeren, wel bloemen, zaad voortplanting.
Dierenrijk: 3 kenmerken.
- Skelet: gewervelde en ongewervelde.
- Warm- of koudbloedige
- Symmetrie: asymmetrisch, tweezijdig symmetrisch of veelzijdig symmetrisch.
, 8 afdelingen in het dierenrijk
1. Eencellige: 1 cel, niet symmetrisch, geen skelet, leven in het water.
2. Sponzen: niet symmetrisch, skelet van naalden tussen cellen, vaste bodem zee
3. Holtedieren: veelzijdig symmetrisch, meestal geen skelet, leven in water, hebben
vangarmen.
4. Stekelhuidige: veelzijdig symmetrisch, huid bedekt met stekels, leven bodem zee,
geen skelet.
5. Wormen: geen skelet, lang en dun, tweezijdig symmetrisch
6. Weekdieren: tweezijdig symmetrisch, schelp of huis.
7. Geleedpotige: tweezijdig symmetrisch, skelet is pantser, poten geleed
8. Gewervelde: tweezijdig symmetrisch, inwendig skelet, verzien van wervelkolom.
Energie is afkomstig van de zon, planten verkrijgen energie door fotosynthese. Planten
nemen water (H20) en koolstofdioxide (CO2) en vormen zo suikers (glucose). Zo ontstaat er
zuurstof (02).
Assimilatie: maken van bouw, brand en reservestoffen.
Energie wordt verbruikt: dissimilatie.
= stofwisseling. Ene stof wordt omgezet in de andere stof.
Planten en stofwisseling
- Zonlicht wordt door bladeren verzameld in groene cellen, fotosynthese
- Via huidmondjes wordt CO2 uit de lucht gehaald. Zitten aan onderkant blad.
- Wortel van plant halen water uit de grond, via
transportweefsels. We hebben houtvaten,
mineraalrijke water naar boven en bastvaten,
glucose door plant verspreiden.
-
Dieren/mensen en stofwisseling
- Via mond komt voeding binnen, slokdarm komt het
bij de maag en darmen en via anus eruit.
- Verteringsproces voltooid wanneer het zich
verplaatst door het lichaam.
- Voedsel door darmen = belangrijke stoffen worden
opgenomen in ons bloed die het verspreiden.
- Voedingsdeeltjes in lever maken die er nuttige
stoffen van.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller aymeevgerner. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.91. You're not tied to anything after your purchase.