Biologie 6 vwo examen samenvatting uitgewerkte leerdoelen
voor het examen.
Biologie 3 (NHL Stenden Hogeschool)
Studeersnel wordt niet gesponsord of ondersteund door een hogeschool of universiteit
Gedownload door Robyne Heemskerk (105777@amadeuslyceum.nl)
, lOMoARcPSD|22395618
Biologie examen 2021 Samenvatting
B1.1 DNA
De kandidaat kan in een context:
1. De bouw van DNA en RNA beschrijven en de verschillen toelichten.
Eukaryoot: cellen met DNA in hun celkern
Prokaryoot: cellen zonder celkern, DNA bevindt zich los in de cel
DNA BINAS 71
DNA bestaat uit nucleïnezuren en bevindt zich in de kern van een cel (kernDNA). Bij een
prokaryoot drijft het DNA los in de cel.Een nucleïnezuur is opgebouwd uit verschillende
nucleotiden. Een nucleotide is weer opgebouwd uit een suikergroep: desoxyribose, een
fosfaatgroep en een stikstofbase. DNA heeft vier verschillende stikstofbasen:
- Cytosine
- Guanine
- Adenine
- Thymine
C-G vormt een basenpaar, en A-D vormt een basenpaar. Door deze bindingen ontstaat de
helixstructuur (dubbele helix) van DNA. DNA is dubbelstrengs.
DNA bestaat uit twee einden. Het ene eind is het 3’ eind en het andere eind is het 5’ eind.
Het 3’ staat voor dat er op het 3e C-atoom van het desoxyribose een OH molecuul zit. Het 5’
staat voor dat er een fosfaat molecuul op het 5e C-atoom van het desoxyribose zit.
Chromosomen bestaan uit DNA (BINAS 70A). Histonen zijn eiwitten waar DNA omheen
wikkelt, een histon met DNA er omheen gewikkelt is een nucleosoom.
Mitochondriaal DNA (mtDNA)
Het eigen DNA van de mitochondriën van eukaryote cellen. Het heeft de vorm van een
ringvormig chromosoom. Mitochondriën kunnen met hun mtDNA zelf, onafhankelijk van de
celkern, enkele eiwitten maken. Het mtDNA bevat onder meer de informatie om enzymen te
maken die betrokken zijn bij de verbranding, de belangrijkste taak van het mitocondrium.
Het mtDNA erft via de moeder over. Zowel zaadcellen als eicellen bevatten mitochondriën,
maar in de zaadcel zitten ze in de staart waardoor die niet worden opgenomen.
Gedownload door Robyne Heemskerk (105777@amadeuslyceum.nl)
, lOMoARcPSD|22395618
Chloroplast DNA
Aanwezig in de chloroplasten van plantencellen. Bevat het eigen DNA van de chloroplasten.
Plasmide BINAS 71M
Klein, ringvormig DNA-molecuul in bacteriën.
RNA
De nucleotidenvolgorde van DNA kan worden gekopieerd in RNA. RNA bestaat ook uit een
reeks aan elkaar gekoppelde nucleotiden en bevindt zich in de kern en in het cytoplasma.
Verschillen met DNA:
- De nucleotiden in RNA bevatten een ribose-suikergroep.
- RNA bevat geen Thymine maar Uracil.
- RNA is meestal enkelstrengs
- DNA komt in een vaste hoeveelheid voor en RNA wordt telkens aangemaakt en dus
is er geen vaste hoeveelheid van.
2. De functies van DNA en van mRNA, tRNA en rRNA benoemen en het verband beschrijven
met de bouw ervan.
mRNA, tRNA en rRNA zijn betrokken bij translatie. BINAS 71E
mRNA
Staat voor messenger-RNA. In mRNA is de DNA-code overgenomen. Nadat de DNA
enkelstrengs wordt zal transcriptie beginnen. mRNA wordt gevormd zodat het
complementair is aan de matrijsstreng van het DNA. Het mRNA zal transporteren vanuit de
kern naar ribosomen voor translatie van gencodes.
tRNA
tRNA (transfer-RNA) transporteert aminozuren. Elk van de vele tRNA-moleculen kan slechts
aan één bijbehorend aminozuur koppelen en transporteren; welk aminozuur dat is, hangt
samen met het anticodon dat koppelt met het codon van mRNA.
Gedownload door Robyne Heemskerk (105777@amadeuslyceum.nl)
, lOMoARcPSD|22395618
tRNA zorgt ervoor dat het juiste aminozuur bij het codon komt. Het zal drie basen aflezen die
een codon vormen. A zal binden met U en G zal binden met C. Zie BINAS 71G voor welke
aminozuren passen bij welke codons.
rRNA
Staat voor ribosomaal RNA.Bevat enzymen voor aaneenschakeling van de door tRNA
aangevoerde aminozuurmoleculen tot een polypeptide. De functie van rRNA is translatie;
aaneenschakeling van een reeks aminozuur-moleculen met een volgorde die door de
volgorde van de codons in mRNA wordt bepaald.
Werking per ribosoom:
- Startcodon (AUG)
- Basenparing van een anticodon van een tRNA met passend mRNA-codon bij de
contactplaats met het ribosoom
- Opschuiven van mRNA langs het ribosoom
- aaneenschakeling van door tRNA aangevoerde aminozuren
- verbreking van bindingen tussen de gevormde polypeptideketen en tRNA-
moleculen.
- verbreking van basenparingen tussen tRNA-moleculen en mRNA
- voor stopcodons is geen passend tRNA zodra een van de stopcodons afgelezen
wordt stopt de verlenging van een eiwit.
3. Uitleggen op welke manieren de basenvolgorde in het DNA bepaald kan worden.
PCR (BINAS 71M)
Soort van sequencing. Vaak bevatten monsters te kleine hoeveelheden DNA om direct mee
te werken. Dankzij de PCR-techniek kunnen we nu het DNA in een monster
vermenigvuldigen en aantonen. Belangrijk is dat dit te bepalen stukje DNA/RNA
kenmerkend is voor datgene wat je wilt bepalen. Zoals bij het coronavirus moet je weten
welk stukje RNA dit virus wel heeft en andere virussen niet. Zodra de code bekend was kon
men dan ook de test ontwikkelen. Lees hier meer. Het PCR apparaat is eigenlijk niets meer
dan een heel nauwkeurig verwarmings- en koelapparaat met daarin de buisjes met het DNA-
monster en andere ingrediënten die noodzakelijk zijn voor de reactie.
Deze ingrediënten zijn
- losse nucleotides (A's, T's C's and G's),
- korte enkelstrengs DNA moleculen de zogenaamde primers
- Een enzym met de naam Thermus aquaticus polymerase(Taq polymerase). Taq polymerase
is afkomstig van bacterie Thermus aquaticus die leeft in hete bronnen en dus in het bezit van
enzymen die bij zeer hoge temperaturen werkzaam zijn, zodat het enzym de (herhalende)
denaturatiestappen in onderstaand proces overleeft en vervolgens zijn (DNA verlengende)
werk kan doen.
Het proces bestaat uit drie stappen:
1. Denaturatie: Het verwarmen van het monster tot een temperatuur van ca 90-95ºC,
waardoor elke dubbele streng DNA zich splitst in twee enkele strengen.
Oorzaak: de waterstofbruggen die de complementaire strengen "bij elkaar houden" zijn veel
zwakker dan de covalente bindingen tussen de nucleotides binnen een keten. Het verhitten
verbreekt de waterstofbinding waardoor de dubbele streng uit elkaar gaat terwijl de
covalente (keten)bindingen onaangetast blijven.
2. Hybridisatie: Vervolgens wordt de temperatuur verlaagd, wat de DNA-primers in staat stelt
zich aan de gescheiden ketens te binden. De primers binden zich omdat ze complementair
Gedownload door Robyne Heemskerk (105777@amadeuslyceum.nl)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller robyneheemskerk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.01. You're not tied to anything after your purchase.