Hoofdstuk 1. De basisbegrippen
Weggebruikers/verkeersdeelnemers:
*Bestuurders
-Fiets, brom-of snorfiets
-Gehandicaptenvoertuig of brommobiel
-Motorvoertuigen: auto, motor, bus, vrachtwagen
-Ruiters en geleiders van (kudde) dieren
-Tram
-Trein
-Metro
*Voetgangers
-Te voet
-Rolschaatsen
-Skateboarden
-Steppen
-Rolstoelgebruikers
-Bestuurders van een gehandicaptenvoertuig of een scootmobiel op het voetpad of stoep
Militaire colonne herkennen:
1) 1ste voertuig links en rechts hebben een blauwe vlag
2) Voertuigen die volgen hebben alleen rechts een blauwe vlag
3) Laatste voertuig heeft rechts een groene vlag
4) Alle voertuigen rijden met de verlichting aan.
1ste tot voorlaatste voertuigen hebben rechts blauw licht, het laatste voertuig heeft
rechts groen licht
Een uitvaartstoet is te herkennen aan deze vlag:
Een uitvaarstoet en een militaire colonne mag je nooit doorsnijden!
Verkeersregelaars en verkeersbrigadiers (4 soorten):
1) Beroepsverkeersregelaars (bij tijdelijke verkeersmaatregelen, vanaf 18 jaar)
2) Transportbegeleiders (begeleiden bij lange, hoge en brede transporten, vanaf 24
jaar)
3) Evenement verkeersregelaars (vanaf 16)
4) Verkeersbrigadiers (oversteekhulp, vanaf 10 jaar)
,Voertuigen:
1) Motorrijtuigen: alle voertuigen met een motor die niet op rails rijden. Behalve de
fiets met trapondersteuning. (Altijd een aansprakelijkheidsverzekering afsluiten
voordat je mag deelnemen aan het verkeer)
2) Motorvoertuigen: alle voertuigen met een motor die niet op rails rijden. Behalve de
fiets met trapondersteuning, bromfiets en gehandicaptenvoertuig.
3) Personenauto: motorvoertuig op 4 wielen voor het vervoer van max 8 pers (excl.
Bestuurder) Rijbewijs B nodig.
4) Motorfiets: tweewielig voertuig met soms een zijspan of aanhangwagen. Rijbewijs A
nodig + een helm dragen.
5) Driewielig motorvoertuig: motorvoertuig met 3 wielen die harder dan 45 km/h kan.
6) Bedrijfsauto: goederen vervoeren tot 3500 kg.
7) Vrachtwagen: goederen vervoeren met meer dan 3500 kg maximummassa*
8) Aanhangwagen: voertuig dat door een ander voertuig wordt voortbewogen.
9) Bromfiets: voertuig op 2 wielen met een maximumsnelheid van 45 km/h. Verplicht
dragen van een helm en rijbewijs AM hebben.
Kan ook een voertuig zijn met 3 of 4 wielen (geen gehandicaptenvoertuig) bv
brombakfiets. Alle bromfietsen hebben een geel kenteken.
10) Snorfiets: bromfiets op 2 wielen met een max snelheid van 25 km/h. Verplicht dragen
van een helm en rijbewijs AM hebben.
11) Brommobiel: 3 of 4 wielen + carrosserie. Rond wit bord met rode rand met het cijfer
45. Rijbewijs AM en volgt de regels van een motorvoertuigen.
12) Gehandicaptenvoertuig: max 1,10 m breed en kan wel of geen hulpmotor hebben.
Met motor is max snelheid 45 km/h. GEEN BROMFIETS
13) Autobus: vervoer van meer dan 8 personen (excl. Bestuurder) max 80 km/h
14) Lijnbus: openbaar vervoer.
15) T-100 bus: max 100 km/h en het heeft geen staanplaatsen en voldoet aan speciale
veiligheidseisen zoals gordels.
16) Voorrangsvoertuigen: voertuigen die bij geval van nood licht en geluidssignalen
voeren. Bij zwaailichten en sirenes altijd voorrang geven en een vrije doorgang
verlenen.
Wegen, weggedeelten en markeringen:
-Rijbaan: weggedeelte voor rijdende voertuigen m.u.v. Fietspaden en
fiets/bromfietspaden.
-Doorgaande rijbaan: rijbaan zonder invoeg-of uitvoegstrook.
,-Rijstrook: deel v.d. rijbaan dat is gemarkeerd door doorgetrokken of onderbroken
strepen.
-Parkeerhaven of parkeerstrook: verharde weggedeelte langs de rijbaan bestemd
voor stilstaande of geparkeerde voertuigen.
-Kruispunt: kruising of splitsing van wegen.
-Fietsstrook: deel van de rijbaan dat gemarkeerd is met doorgetrokken over
onderbroken strepen met een afbeelding van een fiets.
-Busbaan of bus strook: busbaan is een rijbaan waarop staat ‘BUS’ of ‘LIJNBUS’
Bus strook is een rijbaangedeelte met doorgetrokken of
onderbroken streep dat van de rijbaan is afgescheiden met daarop ‘BUS’ of ‘LIJNBUS’
Een busbaan of strook met het woord ‘BUS’ is bedoeld voor lijnbussen, andere
autobussen en trams.
Een busbaan of strook met het woord ‘LIJNBUS’ is alleen voor lijnbussen en trams.
-Autoweg: voor voertuigen die harder mogen dan 50 km/h. borden geven aan hoe
hard je mag rijden (tot maximaal 100 km/h) herkennen aan dit bord->
-Autosnelweg: Maximumsnelheid 130 km/h.
Kenmerken-> geschieden rijbanen
Ongelijkvloerse kruisingen
Vluchtstroken
Herkennen aan dit bord->
-Vluchthaven of vluchtstrook: weggedeelte dat met doorgetrokken streep is
afgescheiden van doorgaande rijbaan. Mag alleen gebruikt worden in geval van nood.
-Spitsstrook en plusstrook: spitstrook, de vluchtstrook als extra rijstrook. (Max 80 of
100 km/h) plusstrook, aan de linkerzijde een extra rijstrook.
Plusstrook is smaller dan een normale rijstrook.
-Invoegstrook: Via deze strook kom je op de doorgaande weg. De strook is met
blokmarkering afgescheiden van de doorgaande weg.
-Uitrijstrook: deel van de weg dat door blokmarkering is afgescheiden van de
doorgaande weg. Via deze strook verlaat je de doorgaande weg.
-Weefstrook: wanneer een invoegstrook overgaat in een uitvoegstrook.
, -Verdrijvingsvlak: gedeelte van de rijbaan waarop schuine strepen staan. Hier mag je
niet op rijden.
-Puntstuk: Meerhoekig wit vlak op de weg waar wegen, rijbanen of rijstroken splitsen
of samenkomen. Hier mag je niet op rijden.
-Haaientanden: Voorrangsdriehoeken. Je moet voorrang verlenen aan bestuurders op
de kruisende weg.
Hoofdstuk 2. Gevaarherkenning
Gevaarherkenning in 5 stappen:
1) Waarnemen: scannen van de omgeving doe je elke 5-8 seconden in hetzelfde
kijkrondje.
Kijkrondje= *kijk minimaal 200 m vooruit van links naar rechts
*kijk in de binnenspiegel naar het verkeer achter je
*kijk vlak voor je
*kijk in je buitenspiegel (ruimtes naast en achter de auto)
Waar let je op tijdens je kijkrondje? *verkeersdeelnemers
*verloop van de weg
*verkeerstekens en aanwijzingen
*mogelijke obstakels
*uitwijkmogelijkheden
2) Voorspellen: wat verwacht je dat de verkeersdeelnemers gaan doen?
Welke mogelijkheden heb je om hierop te reageren?
3) Veiligste oplossing kiezen: welke reactie is het meest veilig? (Hou rekening
met doorstroming en milieu)
4) Beslissen: beslis hoe je gaat reageren
5) Handelen: actie en voert je beslissing uit
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sofie2705. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.26. You're not tied to anything after your purchase.