Innovatiemanagement, nieuwe business modellen
All documents for this subject (2)
Seller
Follow
anoukkorendijk
Reviews received
Content preview
HOAP-2 Innoveren
Hoofdstuk 1-5 en 7-10
LES 1
Conventionele business modellen
1. Principes; enkelvoudig en vaak alleen financieel
2. Economie; lineaire realisatie van de waarde propositie, distributie, gebruik
3. Eigenaarschap; financieel aandeelhouderschap centraal
4. Samenwerken; lineaire realisatie van de waarde propositie in (functionele) waardeketen
5. Transactie; producent en consument zijn gescheiden –transacties zijn primair gericht op geld
6. Organisatieontwerp; organisatie-centrisch-functioneel en organisatieontwerp
7. Succes; wordt zichtbaar in een kosten-baten-analyse gebaseerd op geld als centrale waarde
Nieuwe business modellen
1. Principes; meervoudig, gedeeld en collectief
2. Economie; circulaire realisatie van waarden, zowel materieel als sociaal
3. Eigenaarschap; toegang wordt belangrijker dan bezit
4. Samenwerken; draait om samenwerken in een netwerk van mensen (en instituties) die samen het
vermogen hebben een bepaalde propositie te organiseren cq realiseren
5. Transactie; producent en consument kunnen een en dezelfde persoon zijn. Breder palet aan
transactievormen en –middelen mogelijk zoals tijd, afval en punten, naast geld
6. Organisatieontwerp; community – centrisch- mengvorm van verschillende organisatievormen in een
netwerk, een ‘zwerm
7. Succes; meerdere soorten opbrengsten (in termen van winsten en waarden) voor meerdere personen
Werken aan de WEconomy
1. Circulaire economie de dominante economie kenmerkt zich door een lineair proces model (input,
transformatie, output, waste, partieel recyclen) met als output producten. Dat model is inefficiënt omdat
het functioneert op basis van steeds weer nieuwe grondstoffen. In een circulair model staan niet de
producten maar de grondstoffen centraal. Kern is die grondstoffen steeds weer opnieuw te gebruiken.
2. Functionele economie kern is dat bedrijven verantwoordelijk blijven voor het functioneren van
producten ook nadat deze zijn geleverd; de consument koop de functie, dus kilometers, warmte,
zitcomfort, licht of een wasbeurt. Cruciaal wordt het in goede staat houden van al geleverde producten
teneinde de kosten van onderhoud en hergebruik zo laag mogelijk te houden. Dat kan als producten
worden ontworpen die lang mee gaan en die gemakkelijk gerepareerd kunnen worden.
3. Bio-based economie gaat over de verschuiving van een economie die draait op fossiele
grondstoffen naar een economie die draait op biomassa als grondstof; van ‘fossil based’ naar bio-
based. In een bio bases economie gaat het dus over het gebruik van biomassa voor niet-voedsel
toepassingen. Deze toepassingen zijn bijvoorbeeld chemicaliën, materialen, transportbrandstoffen,
elektriciteit en warmte.
4. Samenwerkingseconomie onder deze noemer wordt een andere manier van met elkaar
samenwerken zichtbaar. Samenwerken dat er meer toe leidt dat we met elkaar een systeem van uitruil
opzetten; mijn auto tegen jouw stroom, tegen weer het gebruik van een andermans flat of kantoor of
ontwerpdiensten.
5. Deeleconomie essentie hier is dat we veel zaken niet meer bezitten maar delen –en dus (net zoals
in de functionele economie) gebruik kunnen maken van de functie(s). Dus delen we auto’s,
wasmachines en zonnepanelen. Op zakelijke basis en met inzet van een verscheidenheid aan
transactiemiddelen.
6. Zelf-maak economie met deze laatste trend wordt verwezen naar de razendsnelle opkomst van de
3D-print-technologie. Werkelijk alles kan nu of in de nabije toekomst geprint worden, thuis, in de wijk,
van afval of gewone grondstoffen, van topkwaliteit en dat in het klein (een menselijke kaak) of in het
groot (een huis).
LES 2
Wat is innoveren?
Doen wat niemand doet. Innovaties zijn “nuttige” vernieuwingen.
- Pas als de vernieuwing nuttig blijkt, noemen we het een innovatie!
Uitvinden is het ontdekken van iets nieuws, innoveren is het proces van het omzetten van een
uitvinding in iets dat commercieel gezien bruikbaar is.
1
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anoukkorendijk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.