Samenvatting staatsrecht h1 t/m h4 blok 1 uit 'Inleiding in het Nederlandse recht'
91 views 2 purchases
Course
Staatsrecht
Institution
Hogeschool Leiden (HSL)
Book
Inleiding in het Nederlandse recht
Volledige samenvatting van alle leerstof uit het boek 'Inleiding in het Nederlandse recht', alles wat je moet leren komt hierin aan bod. Duidelijke uitleg en overzichtelijk ingedeeld per hoofdstuk en onderdeel.
Samenvatting Staatsrecht uit ‘Inleiding in het Nederlandse recht’.
Hoofdstuk 1
Hoofdstuk 2 paragraaf 1 + 2 + 3 + t/m 4.3
Hoofdstuk 3
Hoofdstuk 4
,Hoofdstuk 1 Recht in het algemeen.
1. Inleiding
Een mens leeft in contact met zijn medemens. Dit doet hij door deel te nemen aan grote
en kleine samenlevingsverbanden. Er is behoefte aan mechanismen die conflicten
kunnen voorkomen. Het recht is een van die mechanismen. Naast het ordenen van
menselijk gedrag door het stellen van rechtsregels heeft het recht nog een tweede
belangrijke functie, die uit de eerste functie volgt. De regels moeten worden
gehandhaafd, dit wil zeggen dat er toezicht wordt uitgeoefend op de niet-naleving ervan
en dat conflicten daarover aan een rechter kunnen worden voorgelegd.
2. De rechtsbronnen
De term ‘recht’ = het geheel van geldende rechtsregels = positief recht = alle rechtsregels
die hier in Nederland op dit moment gelden = objectief recht = ordenen de
verhoudingen tussen personen door aan hen bevoegdheden en verplichtingen toe te
kennen, ze dienen ertoe om in de conrete werkelijkheid steeds te worden toegepast
zodra het in de regel beschreven geval zich voordoet.
Subjectief recht = de bevoegdheid die iemand in een concreet geval aan een regel van
objectief recht ontleent. Een aan het objectieve recht ontleedne bevoegdheid van een
persoon.
Samenhang tussen objectief recht en subjectief recht:
1. De wet
2. De jurisprudentie
3. De gewoonte
4. Verdragen en sommige besluiten van volkenrechtelijke organisaties
3. Nationaal en internationaal recht
Binnen zijn grondgebied bepaalt ieder land de omvang en inhoud van zijn nationale
rehtsstelsel. Het staat ieder land in beginsel vrij in zijn wetgeving te regelen wat het
nodig acht, en te bepalen welke bevoegdheden aan het bestuur en de rechterlijke macht
toekomen = soevereiniteit.
Soevereine staten dulden van buitenaf geen macht boven zich, ten zij ze dat zelf
toestaan. Dat staten naar binnen soeverein zijn, blijkt uit het feit dat de overheid in elk
land in beginsel de exclusieve bevoegdheid bezit tot wetgeving, bestuur en rechtspraak.
,Volkenrecht = het deel van het internationaal rech dat rechtsregels bevat over het
verkeer tussen staten onderling en het verkeer tussen staten en volkenrechtelijke
organisaties.
Bestaat voornamelijk uit verdragen, besluiten van volkenrechtelijke organisaties en
regels van gewoonterecht.
Verdrag = kan worden omschreven als een schriftelijke, bindende regeling tussen staten
onderling of tussen staten en volkenrechtelijke oganisaties.
Typen verdragen:
Verdragen tussen staten waarbij alleen de betreffende regeringen wederzijds
verplichtingen aangaan.
Een verdrag dat verplichtingen bevat voor de wetgevers van de aangesloten staten
tot het maken of aanpassen van wetgeving.
Een verdrag dat meer in grijpt in de soevereiniteit van staten. Het gaat dan om
verdragen die rechtsregels bevatten die in een staat zonder tussenkomst van de
wetgever rechtstreeks in het nationale recht kunnen gelden = rechtstreekse werking.
Een verdrag dat bestaat uit regelingen waarbij bevoegdheden tot wetgeving, bestuur
en rechtspraak worden opgedragen aan een internationale organisatie. De Europese
Unie is hier het belangrijkste voorbeeld van. Op grond van deze verdragen heeft de
Europese Unie eigen organen die bevoegd zijn tot wetgeving, rechtspraak en
bestuur.
Monistisch systeem = Een systeem waarbij bijvoorbeeld de grondrechten uit het EVRM
zonder meer deel uitmaken van het nationale recht. Rechtsregels uit een verdrag
kunnen deel uitmaken van het nationale recht zonder dat eerst omzetting in nationaal
recht nodig is. bij dit systeem is er vrijwillige inperking van soevereiniteit.
Het geheel van rechtsregels die afkomstig zijn van de Europese Unie wordt het Europees
Unierecht of het recht van de Europese Unie genoemd.
Voorrangsregel = Wanneer blijkt dat een regel van nationaal recht in strijd is met een
regel of een besluit van internationale herkomst, dan is bepaald dat een regel of besluit
van internationale herkomst voorrang heeft boven de nationale regel. Daarbij geldt wel
dat de regel of het besluit in Nederland een ieder naar zijn inhoud kan verbinden, dus
verdragsbepalingen die voor iedereen kunnen gelden.
Conclusie: Door de werking van het monistisch systeem en de voorrangsregel die op dat
systeem berust, neemt het internationale recht een dominante plaats in binnen de
Nederlandse rechtsorde.
, 4. Materieel en formeel recht
Het recht heeft twee belangrijke functies: ordening van menselijk gedrag door het
stellen van rechtsregels en handhaving van die regels door geschilbeslechting.
Materieel recht Formeel recht
Regels met betrekking tot rechten/plichten Regels over de wijze van procederen
van personen in hun onderling verkeer. voor de rechter, ook wel procesrecht.
5. De rechtsgebieden
Staatsrecht
Bevat de regels die betrekking hebben op de organisatie van de Staat en zijn organen en
op de bevoegdheden van die organen. Omvat de verhoudingen van de burgers tot de
Staat en demogelijkheden die de burgers hebben om invloed uit te oefenen op het
functioneren van diverse staatsorganen.
Grondwet is het belangrijkste wettelijk fundament. Belangrijk zijn:
De grondrechten = Vormen een bijzondere categorie rechten, die berusten op de
geachte dat de mens meer is dan alleen onderdaan van en staat en dat de
overheid meer heeft te eerbiedigen, dit zijn vrijheidsrechten.
Politieke grondrechten = Deze geven de bevolking zeggenschap over de
samenstelling van de overheidsinstellingen.
Sociale grondrechten = Tegenhanger van de vrijheidsrechten omdat ze de
overheid verplichten zich in te spannen voor het algemeen welzijn.
Organieke opbouw < het grootste deel van de Grondwet is gewijd aan de inrichting van
de Staat en de bevoegdheden van de belangrijkste overheidsorganen.
Belangrijkste staatorganen:
- Koning
- Ministers
- Staten-Generaal
- Raad van State
- Rechterlijke macht
- Provincies en gemeenten
Organieke wet = op een aantal plaatsen in de Grondwet wordt aangegeven dat over
een bepaald onderwerp nadere regels moeten worden gemaakt in een wet, deze wet
bevat een uitwerking van zo’n bepaling in de Grondwet.
Gewoonterecht = regels die geleidelijk in het parlementaire leven zijn ontwikkeld en
die niet in een wettelijke regeling zijn vastgelegd. Met name de verhouding tussen
regering en parlement en de gang van zaken bij de kabinetsformatie.
, Bestuursrecht
Heeft de juridische bestuursactiviteit van de overheid tot onderwerp. Ook wel
administratief recht.
Belangrijkste wettelijke regeling is de Algemene wet bestuursrecht = Awb.
De rechtsverhouding tussen overheid en burger staat centraal. Dit komt voor een groot
deel tot uiting in de beschikking.
Beschikking = een besluit van een bestuursorgaan dat rechtsgevolgen vaststelt voor één
individu of rechtspersoon. Bijvoorbeeld: vergunning, visum, studiefinanciering,
belastingaanslag, WW-uitkering, dipoma of rijbewijs.
Er is telkens sprake van een individueel geval waarin een bestuursorgaan ten aanzien
van een burger een beslissing neemt.
Het materiële bestuursrecht > Houdt zich bezig met de bevoegdheid van
bestuursorganen tot het maken van beschikkingen en met de vereisten die aan een
rechtsgeldige beschikking worden gesteld.
Beschikkingen zijn alleen rechtsgeldig als ze in overeenstemming zijn met de wet en met
de zogenoemde algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Zijn tegenwoordig
grotendeels vastgelegd in de Algemene wet van bestuur.
Tegen een beschikking kan de burger beroep aantekenen bij de rechter. Deze verleent
de burger rechtsbescherming tegen beschikkingen waarmee iets mis is.
Strafrecht
Kenmerkend voor het strafrecht is dat het bepaalde gedragingen bedreigt met straf.
Materiële strafrecht > Geeft aan welke feiten strafbaar zijn, wie de dader is en met welke
sancties het plegen van die feiten bestraft wordt. Grotendeels geregeld in Wetboek van
Strafvordering.
Formele strafrecht > Bevat voorschriften omtrent de gang van zaken bij opsporing van
strafbare feiten, het onderzoek ter terechtzitting en de tenuitvoerlegging van de straf.
Vrijwel geheel geregeld in het Wetboek van Strafvordering.
Bepaalde gedragingen worden bedreigd met straf, reden hiervoor is voorkomen dat die
gedragingen worden verricht en daarmee het beveiligen van de maatschappen. Het
belangrijkste van de straf is leedtoevoeging aan de dader.
Een in de wet met straf bedreigde gedraging = strafbaar feit.
Strafbare feiten kunnen worden gepleegd door natuurlijke personen, maar ook door
rechtspersonen. Het vervolgen en berechten van strafbare feiten is bij uitsluiting
opgedragen aan de overheid. De bevoegdheid om tot strafrechtelijke vervolging van een
strafbaar feit over te gaan is voorbehouden aan het openbaar ministerie. Dit is
ondergeschikt aan de Minister van Veiligheid en Justitie.
Sancties: hechtenis, taakstraf en geldboete.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tessadenengelsman. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.