Sociologie hoofdstuk 6 samenvatting
Stratificatie
6.1 Sociale ongelijkheid en sociale stratificatie
Sociale ongelijkheid: in de afhankelijkheid die mensen onderling ten opzichte van elkaar hebben
(afhankelijkheidsverhoudingen) is geen gelijkwaardigheid. Ongelijkheid betekent verschil tussen
mensen. Dit komt door de verschillende maatschappelijke posities.
Hoog-laag metafoor: hoe hoger de positie, hoe meer macht. Sociale verschillen zijn daardoor ook
meestal machtsverschillen. Verschil in macht drukt zich uit in de mate van privileges. Macht betekent
ook dat er dwingende invloed kan worden uitgeoefend. Voorbeelden van (sociale) privileges:
toegang tot bepaalde kennis/informatie, politieke rechten en beloningen.
Sociale stratificatie: indeling van de maatschappij in verschillende sociale lagen. Tussen die lagen is er
verschil in macht, rijkdoom en aanzien. Klassen zijn sociale lagen waarbij mensen zich onderscheiden
van elkaar op basis van bezit en economische verhoudingen. Standen worden bepaald door mensen
die eenzelfde levensstijl hebben en eigen bewustzijn gebaseerd op tradities en erfelijkheid. Sociale
stratificatie komt voort uit: arbeidsdeling: productieoverschot (surplusproductie): toe-eigening van
het overschot.
6.2 Stratificatie in complexe agrarische samenlevingen
In complexere landbouwsamenlevingen komen sociale verschillen vaak voor. De sociale bovenlaag
wordt gedomineerd door de aristocratie (boeren); Dit zijn binnen de landbouwsamenleving de
grondbezitters. Er is sprake van een groot bewustzijn ten aanzien van de verschillen.
- Scherpe ongelijkheid ( slavernij, kastensysteem en aristocratie)
- Vaak religieus gerechtvaardigd
6.3 industrialisering en klassenvorming
Door de industrialisatie veranderde de standenmaatschappij in een klassenmaatschappij. Twee
klassen kwamen tegenover elkaar te staan: de ondernemers/productie-eigenaren en de
fabrieksarbeiders.
Theorieën van Marx en Engels: in de ontwikkeling van het kapitalisme worden klassenverschillen
verstrekt en verscherpt. Middenklassen verdwijnen en de kloof tussen de twee uitersten wordt
groter.
In de praktijk zien we dit echter niet gebeuren: naast een arbeidersklasse blijft een middenklasse
bestaan. Redenen:
- De komst van socialistische partijen en vakbonden waardoor de belangen van de arbeiders
gehoord worden;
- Door toename van de dienstensector en de groei van het ambtenarenapparaat ontwikkelt
zich een sterke middenklasse;
- Arbeiders nemen leef- en denkwijze van de hogere klassen over waardoor zichtbare
klassenverschillen afnemen.
1. Kapitalistische productieverhoudingen; beschikking over productiemiddelen
2. Bourgeoisie – proletariaat; beschaafde levensstijl – arbeidsklasse; arme bevolkingsgroep
3. Klassenstrijd – polarisatie; conflict tussen verschillende klassen binnen een maatschappij –
het verscherpen van tegenstellingen tussen (groepen) mensen.
4. Revolutie socialistische samenleving
Voorspelling Marx en Engels niet bewaarheid:
- Groei nieuwe middenklasse
- Verbetering positie arbeiders
- Verburgerlijking arbeiders
- Gematigde opstelling socialistische partijen en vakbonden
- Toenemend belang opleiding
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Helena123. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.