Samenvatting neurokinesitherapie
Neurologische revalidatie (volwassenen) voorbeelden patiëntenpopulatie
- Patiënt na een cerebrovasculair accident (CVA)
• Patiënt met een hemiplegie/hemiparese (één heft is aangetast → hemi) (hemiplegie =
verlamd lifmaat wat helemaal niet meer kan bewegen) (hemiparese = spieruitval.
Krachtverlies is minder uitgesproken, krachtsvermindering)
- Patiënt met de ziekte van parkinson (extrapyramidaal) (basale ganglia die uitvallen)
- Patiënt met (cerebellaire) ataxie (uitval in het cerebellum ataxie is onsamenhangend
bewegen. De patiënten hebben een coördinatieprobleem)
- Patiënt met een dwarslaesie/ruggenmergletsel (qiadriplegie, paraplegie/paraparese)
(verlengd merg) (gehele breedte van het ruggenmerg is aangetast, niveau van het letsel zal
bepalen weke spieren zullen uitvallen)
- Patiënt met evenwichtsproblemen (vestibulair probleem, multipele sensory deficit,…)
- Patiënt met multipele sclerose (MS)
Patiënt na een cerebrovasculair accident (CVA)
Patiënt met een linker hemiplegie/hemiparse
Tijdens het lopen zitten er elementen van parese. Hij kan een aantal bewegingen uitvoeren. maar er
zitten ook een aantal elementen van spasticiteit in. Het gaat een stijfbeen zijn, wat met moeite
geplooid kan worden.
Bij patiënten met hemiparese zal je altijd elementen zien van er is iets te weinig → parese. Maar er is
ook iets te veen → hypertonie dat ongecontroleerd is.
Patiënt met de ziekte van Parkinson – (rust)tremor
Wat typisch is voor patiënten met parkinson is dat die verminderd bewegen → bradekinesi (?). Ze
hebben last van een rusttrmor. Patiënten proberen aan het begin hun hand nog stil te houden door
hem te ondersteunen.
Parese → krachtverlies
Intentionele tremor → tremor treedt op als het doel wordt bereikt
Disartrie is spraakstoornis, gescanteerde spraak → praten in stukjes
Cerebellair probleem → stoornissen in oog motoriek
Hypermetrie → ogen schieten te ver weg. Hypometrie als het te kort schiet
Bij mensen met een cerebellair probleem ga je ook stoornissen zien in hun oogmotoriek. Snelle
oogbewegingen naar links en naar rechts zullen niet mooi gecoördineerd zijn. Ze zullen schokkerig
zijn.
Patiënten met een paraparese → onvolledige dwarslaesie. Is niet volledig verlamd. Heeft wel axiale
extensie.
Rehabilitation: what is it?
(het is een probleemoplossend proces)
Rehabilitation is a problem solving and educational process aimed at reducing the disability and
handicap experienced by someone as a result of a disease, always within the limitations imposed
both by available recources and by the underlying disease.
Methodisch handelen en klinisch redeneren
We kunnen klinisch redeneren omschrijven als een dynamisch geheel van cognitieve processen
waarbij hypotheses gegenereerd en getest worden teneinde beslissingen te nemen om een diganose
,te stellen, een behandeling te plannen, uit te voeren, te herevalueren en indien nodig aan te passen
(management van de patiënt)
Methodisch handelen
- Stap 1: aanmelding
• Inventarisatie hulpvraag
• Screening ‘pluis/niet-pluis’
- Stap 2: aanvullende (hetero)anamnese
- Stap 3: basis- en aanvullend onderzoek
• Neuro- & psychomotorisch
• Musculoskeletaal?
• Cardiovasculair/respiratoir?
- Stap 4: analyse van de gegevens
- Stap 5: behandelplan (opstellen zorgplan)
- Stap 6: behandeling (uitvoeren van interventies)
- Stap 7: eindevaluatie (evtl. Tussentijdse evaluaties)
- Stap 8: afsluiting
Op basis van de klachten van de patiënt
- Verschillende hypothesen mogelijk
• Anamnese & raadpleging dossier
o Heteroanamnese (je gaat patiënt niet rechtstreeks vragen kunnen stellen.
Anamnese wordt gedaan via bv. familieleden en het medischdossier)
• Klinisch (neurologisch) onderzoek
o Gericht (patroonherkenning(
o Systematisch
- Voorbeelden
• Duizeligheid, nekpijn, hoofdpijn
• Patiënt loopt overal tegenaan ondanks afwezigheid hepiparese of hemianesthesie
Bij draaiduizelighied heb je de indruk dat jijzelf of de omgeving aan het tollen is.
Triade: vertigo (draaiduizeligheid) – nekpijn – hoofdpijn
(al deze ziektes kunnen de 3 klachten triade opleveren
• BPPV (benigne Paroxysmale Positionlee Vertigo)
• VBO (vertebra-Basilaire insufficiëntie) (meer algemene duizeligheid)
• CPV of CGD (cervicogene proprioceptieve Vertigo) (algemene duizeligheid)
,BPPV (voornaamste klacht is draaiduizeligheid)
Problematiek: otoconia komen terecht in de semicirculaire kanalen van het labyrint.
Evaluatie: bepaal aangedane zijde, aangedane kanaal, vorm aandoening
Behandeling: repositie- en bevrijdingsmanoeuvres, habituatietraining
Evenwichtsapparaat is het labyrinth. Centraal deel bestaat uit vestibulum met daarin 2 otiliet
organen (sensoren)
Labyrinth bestaat uit een centraal deel, met daarin sensoren en 3 half cirkelvormige kanalen waarin
ook sensoren zitten. Dus 5 in totaal. In het centrale deel zitten er kristallen op. Op oudere leeftijd
kunnen deze los komen. Ze kunnen dan in het kanaal terecht komen. Ze zitten daar dan vast. Als je
begint te bewegen gaan die ook bewegen en dat maakt je duizelig. Bij jongeren kunnen de kristallen
loskomen door een hoofdtrauma.
Patiënten hebben ook lichte hoofdpijn. Nekpijn komt als ze lang lopen met deze klachten. Ze houden
hun hoofd vaak stil om duizeligheid te voorkomen is dus secundair aan de duizeligheid.
Je moet als therapeut te weten komen in welk kanaal de kristallen terecht zijn gekomen en moet dan
correcte hoofdbewegingen doen om de kristallen terug uit dat kanaal te krijgen en is het probleem
opgelost.
2de P staat voor positioneel → dat verwijst dat de klachten worden uitgelokt door een beweging of
een positie
V-→ verwijst naar vertigo → voornaamste klacht is draaiduizelig
1ste P staat voor paradoximaal → patiënt gaat kortdurend hele hevige klachten hebben. Gaat voor
korte tijd draaiduizeligheid ervaren. Patiënt kan hierbij ook nog misselijk zijn.
B staat voor beigne is dus goedaardige aandoening. Kan heel snel verholpen worden. Kan ook
spontaan herstellen.
Snelle oogbeweging tegenovergesteld aan de hoofdrotatie. Door te testen kan je er achterkomen in
welk kanaal de kristallen zich bevinden om dan de correcte hoofdbeweging te doen om ze eruit te
krijgen.
Vertebro-basilaire insufficiëntie (VB)
Cervicale Arteriële Dysfunctie (CAD)
Zorgt ook voor triade van klachten.
Je hebt vestibulo basilair systeem dat via het foramen transversari van de cerviculae wervels naar
boven loopt. Zal de achterste deel van de cirkel van willis van bloed voorzien
, Zal het posterieure deel van je centraal neurologisch systeem beïnvloeden → occipitale corticale
zones en je cerebellaire zones. In die zone heb je ook je vestibulaire arterie. Afhankelijk van het
probleem zal je vestibulaire arterie ook minder bloed doorsturen naar je vestibulair apparaat
(labyrinth). Met een lokale ischemie tot gevolg.
De lokale ischemie kan gebeuren als je cervicale wervelkolom versleten is. Men spreekt dan van een
functionel VBI, waarbij als je extensie rotatie doet, je een van de verticale arteries afklemt. Hierdoor
vermindert de bloedtoevoer naar je hersenen. Het is je arterie labyrinth. Als die minder bloed
doorstuurt krijgt je lokale ischemie, en krijg je klachten als gevolg van een vestivulaire ischemie. Dit
geeft aanleiding tot duizeligheid.
Patiënten met een versleten cervicale wervelzuil zullen al lang klagen over nekpijn. De hoofdpijn is
over het algemeen vrij ernstig. Vrije zware occipitale hoofdpijn. Dit gaat meestal vooraf aan de
duizeligheid. Dit is een centraal neurologisch probleem, en bij deze patiënt zie je vaak ook andere
centraal neurologische symptomen. Bv. dat de patiënt minder gecoördineerd praat en zelfs tot
bewustzijn verlies. De timing van de klachten is belangrijk.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anneliekenaalden. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.53. You're not tied to anything after your purchase.