100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Media en publiek (de Boer en Brennecke) samenvatting (hele boek) $5.40
Add to cart

Summary

Media en publiek (de Boer en Brennecke) samenvatting (hele boek)

34 reviews
 815 views  138 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Een samenvatting van het gehele media en publiek boek. Ik heb per hoofdstuk de belangrijkste dingen eruit gehaald en ze in mijn eigen woorden met extra uitleg uitgelegd.

Preview 4 out of 26  pages

  • Yes
  • October 24, 2016
  • 26
  • 2016/2017
  • Summary

34  reviews

review-writer-avatar

By: FontysHogeschoolJournalistiek • 2 year ago

review-writer-avatar

By: marieoosterhaven • 3 year ago

review-writer-avatar

By: 496528 • 3 year ago

review-writer-avatar

By: oscarlawson2 • 3 year ago

Translated by Google

Many spelling errors and ambiguity

review-writer-avatar

By: kehs_ • 2 year ago

review-writer-avatar

By: nadinejansen • 4 year ago

review-writer-avatar

By: jesperkamphuis • 4 year ago

Show more reviews  
avatar-seller
Boer en Brennecke Samenvatting
hoofdstuk 1: Almacht van de media


Zender Ontvanger
één richting zonder filters
boodschap Effect




= klassiek communicatie model

Almacht van de media-theorie
- Zo goed als iedereen bereiken
- Direct verband tussen inhoud (zoals verstuurd) en de invloed op de ontvanger
- Ontvanger kan alle boodschappen opnemen
- Ontvanger neemt boodschap passief en kritiekloos over
- Lineair in één richting
- Geen filters tussen zender en ontvanger
- Massamens is kwetsbaarder voor de invloed van massamedia dan de elite
(wetenschappers, rijke mensen etc)
- Media heeft een slechte invloed

Stimulus-responstheorie = het gedrag van mensen (respons) is het directe gevolg van
datgene waarmee de mens wordt geconfronteerd (stimulus)

Metaforen voor het beïnvloedingsproces
- Stimulus-responsmodellen
- Injectienaaldtheorie  passiviteit van ontvangers
- Transportband  directe verband tussen inhoud en effect  je legt je
boodschappen op de band en diezelfde boodschappen gaan ook in je tassie
- Lont in het kruitvat  grote zekerheid over effect dat zal optreden  steek je het
lontje aan dan ontploft het
- Bullet theory  zender schiet kogels af, ontbanger wordt geraakt
 bij al deze theorien werd geen rekening gehouden dat een boodschap de ontvanger ook
vertekend kan bereiken of dat verschillende mensen de boodschap verschillend kunnen
interpreteren  typisch almacht denken

functies van modellen
1. Het Organiseren van de werkelijkheid  overzichtelijker maken
2. Het Inzichtelijk maken van de werkelijkheid
3. Het kunnen doen van voorspellingen
4. Het kunnen meten van de werkelijkheid

,Lasswell (1948)
Who says what, in which channel, to whom, with what effect?

Who Zender
Says what Boodschap
In which channel Kanaal/medium
To whom Ontvanger
With what effect Effect
 dit model houdt geen rekening met dingen die de boodschap kunnen verdraaien

Shannon en Weaver  eerste mensen die in hun model/omschrijving rekening houden met
dat tijdens het proces dingen kunnen gebeuren (noise) die de zender niet heeft bedoeld
waardoor de boodschap anders kan worden geïnterpreteerd dan de zender eigenlijk
bedoelde.

Propaganda  de verspreiding van communicatieboodschappen die tot doel hebben het
publiek in de door d zender gewenste richting te beïnvloeden.

7 propagandatechnieken (Het Institute for Propaganda Analysis)
1. Name calling
 idee, persoon of bedrijf negatief afgebeeld
2. Glittering generality
 idee, persoon of bedrijf positief afgebeeld
3. Transfer
 idee, persoon of bedrijf acceptabeler door associatie met iets wat mensen
leuk/goed vinden
4. Testimonial
 getuigenis van ‘goede’ en ‘slechte’ mensen  Geert Wilders campagne
filmpje
5. Plain folks
 Idee van het volk/opvatting van de gewone mens
6. Bandwagon
 Doe mee! Stap op de trein met alle andere mensen!  campagnelied SP
7. Card stacking
 Presentatie positieve/negatieve argumenten over een idee, persoon of bedrijf
 campagne filmpje wilders


Reclamewerkingsmodellen (Franzen, 1994)
1. Sales-responsmodel
 Gunstige prijs-waardeverhoudingen en aanbiedingen in beeld
2. Persuasionmodel
 Nieuwe of nog onbekende productvoordelen in beeld
3. Emotionsmodel
 Associaties tussen merk (of product) en specifieke gevoelens oproepen
4. Symbolismmodel

,  Symbolische betekenissen ontwikkelen
5. Relationshipsmodel
 Ontwikkelen persoonlijke betrokkenheid bij mens
6. Awarenessmodel
 Bekendheid van product of merk vergroten
7. Likeabilitymodel
 Een positieve waardering voor de reclame opwekken

War of the worlds verklaring paniekreacties
- Uitzending was realistisch
- Geloofwaardig opvoeren van autoriteiten (politie)
- Mensen hadden veel vertrouwen in de radio
- Aankondiging van hoorspel niet gehoord

Methodologische problemen bij effectenonderzoek
Meten onafhankelijke variabele (blootstelling aan de media)
Problemen
- Er vindt geen meting plaats maar men veronderstelt blootstelling aan de media
- In een onderzoek wordt achteraf gevraagd of men een bepaalde mediaboodschap
gezien/gehoord heeft
o Achteraf  je kunt het zijn vergeten
o Persoon heeft het wel gezien maar wilt het niet vertellen om wat voor reden
dan ook
o Hij heeft via een andere bron over de mediaboodschap gehoord maar hem
niet zelf gezien
- Kijkmeter
o Mensen zien het als een spelletje
o Leereffecten treden op
- Vragen met welke intensiteit mensen hebben gekeken/geluisterd  is slechts een
schatting
- Er zijn zooooveel mediaboodschappen die men kan kijken  bij onderzoek met
verschillende mensen met verschillende interesses is dit niet onderzoekbaar 
iedereen let ergens anders op
- In het dagelijks leven kan de proefpersoon anders kijken naar mediaboodschappen
en ook anders reageren dan tijdens een onderzoek

Meten van afhankelijke variabele (effect)
- Effecten op kennis, mening, gevoelens en gedrag
- Effecten op micro- of macroniveau
o Microniveau: kennis, mening, gedrag, emoties en gevoelens
o Macroniveau: groepen, grotere gemeenschappen, hele samenleving
- Verandering versus versterking of stabilisatie
o Bijv. Status-quo versterken of meningen van mediagebruikers
stabieler/minder twijfelachtig maken
- Effecten op lange of korte termijn en tijdelijke effecten
o Slechts bij longitudinaal onderzoek meer inzicht in duurzaamheid van
meningsveranderingen  of er daadwerkelijk lange termijn effecten zijn

, - Bedoelde en onbedoelde effecten
o bedoelde effecten: effecten van commerciële boodschappen op koopgedrag
of de politieke campagnes op stemgedrag  deze effecten zijn bedoeld door
de zender
o onbedoelde effecten: effect van geweld op (agressiviteit) kinderen
 persuasieve communicatie: mediaboodschappen die het gedrag of de
gedragingen beïnvloeden  bijv. 7 propaganda technieken

andere aandachtspunten bij het meten van effecten
- relatie tussen de afhankelijke en de onafhankelijke variabele
o causaliteit is moeilijk aan te tonen omdat andere variabelen ook een rol
kunnen spelen
- interpretaties van de gevonden resultaten
o verschillende onderzoekers kunnen dezelfde resultaten anders interpreteren
- laboratoriumeffecten bij experimenten
o deelnemers van een onderzoek zijn zich er altijd van bewust dat ze
proefpersonen zijn. Dit kan de manier van kijken naar de gegeven opdrachten
etc. Veranderen
 hierdoor moet je een onderzoek altijd dubbelblind doen  zowel de
onderzoeker als de proefpersonen weten niet wie tot welke groep
behoord
- het tegelijkertijd optreden van tegengestelde effecten
o soms heft het ene effect het andere op
- de context van de mediaboodschap
o het effect van de boodschap hangt natuurlijk af van de kennis van het individu
en dus wat hij/zij al weet. Als het persoon net een docu heeft gezien over
giftige stoffen in melk en je ziet daarna een melk reclame zal het persoon echt
niet denken mmm melk laat ik dat eens gaan kopen!
- Elementen in het communicatieproces
o Elk element kan zijn eigen effect hebben  er zijn er meer dan hierboven
staan

Kritiek
- Mediaboodschappen bereiken niet iedereen
- Er bestaat geen direct verband tussen deinhoud van de boodschap en de invloed
daarvan op de ontvanger
- Ontvanger kan zeker niet alle boodschappen opnemen
- Er zitten filters tussen zender en ontvanger waardoor de boodschap anders kan
worden geïnterpreteerd

Beperkte effecten model  er zijn 6 factoren die de macht van de media beperken:
1¶ Selectieve blootstelling
2¶ Selectief waarnemen en onthouden
3¶ Groepen en groepsnormen
4¶ Interpersoonlijke verspreiding van de inhoud van de boodschap
5¶ Opinieleiderschap
6¶ Het comerciele karakter van de massamedia

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller celestakuling. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.40. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.40  138x  sold
  • (34)
Add to cart
Added