Werken aan normatieve professionaliteit
Pedagogische Wetenschappen 2022-2023
,Hoorcollege 1: Introductie en argumentatieleer
Krabbe
Logica: studie van redeneringen, argumentaties, betogen en discussies (maar ook definities en
bewijzen) -> wat moet er op dit gebied als correct en wat als incorrect worden beoordeeld?
Argumentatietheorie: redeneren en argumenteren, waarbij er sprake is van ten minste twee
gesprekspartners, een meningsverschil en een overtuigingspoging.
Logica wordt in deze cursus gezien als onderdeel van de argumentatietheorie. Hierbij staat het
oplossen van meningsverschillen centraal. Het uitgangspunt is dat het een gegeven is dat niet
alle mensen het over alles eens zijn.
Bij een verschil in mening/meningsverschil is het niet nodig dat alle betrokkenen een mening
hebben over het onderwerp in kwestie, maar is het voldoende dat iemand een mening heeft
die een ander niet heeft.
Soorten geschillen
1. Enkelvoudig geschil: één kwestie aan de orde
2. Meervoudig geschil: meerdere kwesties aan de orde
3. Niet-gemengd geschil: één gesprekspartner neemt één of meer standpunten in: -> l
4. Gemengd geschil: meerdere gesprekspartners nemen een standpunt in: -> <-
Het niet-gemengd enkelvoudige geschil is fundamenteel, de basis. Degene die het standpunt
heeft ingenomen gaat dit met argumenten verdedigen tegenover degene die twijfelt aan het
standpunt. De andere soorten geschillen zijn variaties hierop.
strijdige
Strijdige proposities zijn proposities die niet tegelijk waar proposities: niet
tegelijk waar
kunnen zijn. Wanneer ze ook niet tegelijk onwaar kunnen
zijn, zijn ze elkaars tegengestelde. Als ze niet tegelijk waar
en wel tegelijk onwaar kunnen zijn, zijn het contraire tegengesteld:
contrair: wel
proposities. niet tegelijk
tegelijk onwaar
onwaar
Soorten discussies
1. Kritische discussie: wederzijdse serieuze overtuigingspoging om de ander over te
halen tot de eigen positie -> instrument om geschillen op te lossen
2. Informatieve discussies: kennis die de ander heeft door vragen boven tafel te halen
(bv. een interview)
3. Onderzoeksdiscussies: geen van de gesprekspartners neemt een standpunt in, maar
samen ga je aan een opdracht werken
4. Beraadslagingen: hoe te handelen, welke koers gaan we volgen?
5. Ruzie: stoom afblazen
6. Twistgesprekken: schijn wekken winner van de discussie te zijn, waarbij de
redelijkheid er niet toe doet
7. Onderhandelingen: zoeken naar een compromis/oplossing, waarbij niemand het
oorspronkelijke standpunt hoeft los te laten, maar het compromis te aanvaarden als iets
dat naar eigen overtuiging beter is.
, Redelijke en onredelijke discussiezetten
- Een goed discussiereglement zou een reeks van hoezo-vragen niet moeten toelaten, op
die manier schiet de discussie niet op
- Verdedigingsplichtregel: een discussiant die een standpunt naar voren brengt, is
verplicht dit standpunt te verdedigen
- Vrijheidsregel: discussianten mogen elkaar niet beletten standpunten of twijfel naar
voren te brengen
- Relevantieregel: een standpunt mag alleen worden verdedigd door argumentatie naar
voren te brengen die op dit standpunt betrekking heeft
- Drogredenen: overtredingen van de regels in een discussie
- Standpuntsregel: een aanval op een standpunt moet betrekking hebben op het
standpunt dat ook werkelijk door de andere partij naar voren is gebracht
- Houdbaarheidskritiek: kritiek gericht op een mogelijk gebrek aan houdbaarheid van
het argument op zichzelf, los gezien van de vraag of het argument het standpunt
ondersteunt.
- Bewijskrachtkritiek: kritiek gericht op een mogelijke gebrekkige bewijskracht van de
argumentatie, er is twijfel of via het argument het standpunt in voldoende mate kan
worden ondersteund
- Actieve kritiek: zelf een standpunt innemen in de kritiek. Kent drie soorten: recht tegen
het standpunt ingaan (negatief standpunt), tegenwerping en tegenargumenten
- Drogredenkritiek: kritiek op de manier waarop de discussie wordt gevoerd, ook wel
een standpunt op metaniveau (discussie over de discussie) -> hierdoor kan de discussie
weer op het juiste spoor gezet worden
Argumentatiestructuren
Proponent/protagonist/verdediger van het hoofdstandpunt: probeert gedurende de discussie
een argumentatie op te bouwen die dat standpunt ondersteunt
Criticus/opponent/respondent/antagonist: probeert door kritische noten in de discussie de
mogelijkheid van twijfel aan het hoofdstandpunt open te houden
Soorten argumentatieschema’s:
1. Enkelvoudige argumentatie: één niet verder te splitsen overtuigingspoging
2. Meervoudige argumentatie: twee of meer argumentaties voor hetzelfde standpunt die
ieder opzich als een afdoende verdediging worden beschouwd.
3. Onderschikkende argumentatie: Argument 2 ondersteunt argument 1 en argument 1
ondersteunt het standpunt
4. Cumulatief nevenschikkende argumentatie: aantal afzonderlijke argumenten voor
hetzelfde standpunt die gezamenlijk gepresenteerd worden als afdoende verdediging
5. Complementaire argumentatie: onderscheid tussen hoofdargument en complementair
argument (=argument die een bezwaar tegen het hoofdargument ondervangt)
6. Complementair nevenschikkende argumentatie: afzonderlijke argumenten voor
hetzelfde standpunt, waarvan minimaal één argument een tegenwerping ondervangt
van de criticus
7. Verzwegen argument: een argument die niet benoemd wordt, maar wel impliciet
bedoeld wordt
8. Dialectische argumentatietheorie: argumentatieve monologen, waarin een schrijver
een stuk schrijft met standpunt, argument, tegenargument en weerlegging
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller elishavanbraak. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.66. You're not tied to anything after your purchase.