100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Handboek Organisatie en Management. Een praktijkgerichte benadering, ISBN: 9789001895600 Organisatie & Management $5.93   Add to cart

Summary

Samenvatting Handboek Organisatie en Management. Een praktijkgerichte benadering, ISBN: 9789001895600 Organisatie & Management

 35 views  2 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Een samenvatting gemaakt voor de studie Integrale Veiligheidskunde.

Preview 4 out of 44  pages

  • No
  • Hoofdstuk 0, 1, 2.1 t/m 2.4, 8, 9.2, 10.2, 11, 12.2
  • April 22, 2023
  • 44
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting organisatie en projectmanagement
Hoofdstuk 0 De evolutie van organisatie en management
De definitie van organisatiekunde omvat twee aspecten van het vakgebied, namelijk:

1. Een descriptief aspect: dit is een beschrijving van het gedrag van organisaties, met de motieven en gevolg.
2. Een prescriptief aspect: dit is een advies over te volgen handelswijze en organisatie inrichtingen.

Bij organisatiekunde wordt het begrip interdisciplinariteit genoemd. Hiermee wordt bedoeld dat de
organisatiekunde veel elementen bevat die afkomstig zijn uit andere wetenschappen. Bij het bestuderen van
organisaties spelen vele wetenschappelijke vakgebieden een rol: bedrijfseconomie, marketing, technische
wetenschappen, informatica, de gedragswetenschappen en juridische wetenschappen. Als we alle bijdragen uit deze
vakgebieden verzamelen die de wij nodig hebben voor een onderzoek is dit echter nog geen interdisciplinaire, maar
een multidisciplinaire aanpak. Interdisciplinair gaat nog een stapje verder, de verschillende bijdragen worden naar
hun belang afgewogen en worden gebruikt voor de ontwikkeling van een nieuwe benadering, waarin het onderwerp
in zijn totaliteit wordt beschouwd. Oude disciplines komen hierbij niet meer herkenbaar naar voren. Dit is erg
ambitieus en daarmee erg moeilijk. De meeste onderzoeken komen niet verder dan multidisciplinair.

Er zijn twee andere begrippen in de definitie waarvan de eerste besturing is. Besturing zijn de pogingen tot gerichte
beïnvloeding. De mate waarin de besturing slaagt, wordt aangeduid met het begrip doeltreffendheid of effectiviteit.
Dit is het tweede begrip. Een organisatiekundige wordt vaak een generalist i.p.v. een specialist genoemd omdat hij
van alles oppervlakkig weet omdat een organisatie zo breed is.

2. Ontstaan van het vakgebied

Al in de vierde eeuw werd er nagedacht over leidinggeven, taakverdeling en specialisatie. In Nederland is
organisatiekunde als afstudeerrichting aan de technische hogeschool kort na de tweede wereldoorlog
geïntroduceerd. Het vak heette toen bedrijfsorganisatie en was sterk technisch georiënteerd. In de jaren zestig en
zeventig van de vorige eeuw is de organisatiekunde zoals wij die nu kennen in Nederland ontstaan. Andere
wetenschappen werden er toen geïntroduceerd en ontstond het begrip interdisciplinariteit. Dit kwam door de sterke
groei in de techniek en de groei van grote bedrijven. Hierdoor was er behoefte aan mensen die organisaties konden
organiseren en begrepen. Eerst was er alleen behoefte daaraan in het bedrijfsleven, maar later ontdekten andere
organisatie dat zij dit ook konden gebruiken.

3. Ontwikkeling van handel en ontstaan van multinationale ondernemingen

De eerste internationale handels waren de zijderoute die tussen Europa en Azië was met het Midden-Oosten als
tussenpersoon. De eerste Multinationale ondernemingen waren geregeld door de overheden voor exploiteren van
het kolonialisme. Enkele belangrijke handelsondernemingen waren: Engelse Oost-Indische compagnie, VOC, Deense
Oost-Indische compagnie, WIC, Franse West-Indische compagnie, Royal Afrikaanse compagnie en de Hudsons Bay
compagnie. Tegenwoordig zijn er ruim 100.000 multinationals en heeft de private sector het overgenomen. Door
technologische ontwikkelingen is het transporteren en het communiceren beter geworden. Hierdoor is er ook betere
informatie over de verschillende markten en afnemersgroepen. Ook is er meer informatie over plekken waar je
goedkoop en snel kan produceren. Nederland is thuisland van 11 van de 500 grootste Multinationals.




1

,4. Denkrichtingen en persoonlijkheden

De personen hiernaast vertegenwoordigen vaak een bepaalde stroming of
denkrichting binnen de organisatiekunde. De bijdragen van deze personen
maakt nog steeds deel uit van het huidige theoretische kader van het
vakgebied. De bijdragen die door de genoemde personen zijn geleverd,
hebben betrekking op verschillende aspecten van organisaties. Hierbij
worden verschillende uitgangspunten gehanteerd.



In de 15e eeuw heeft de Italiaan Niccolo Machiavelli een boek gemaakt
voor de vorsten en leiders van gebieden met richtlijnen hoe je het best
macht kan bewaren en kan uitbreiden. Tot in de tweede helft van de 18e eeuw overheerste het mercantilisme als
economische denkrichting. Deze stroming stelde dat het bezit aan het geld en het goud de enige welvaartsbron was.
Totdat Adam Smith stelde dat productieve arbeid de bron is van welvaart en dat door arbeidsverdeling de
productiviteit van de arbeid sterk verhoogd kan worden. Daarna werd de bedrijfsvoering systematischer aangepakt
en heeft men meer aandacht voor effectiviteit.

In de 18e eeuw begon de industriële revolutie en werden fabrieken veel groter en kwam er steeds meer handel en
afzetmarkten. Hierdoor was er een behoefte aan een meer gestructureerde en systematischere aanpak. Deze taak
nam Frederick Taylor op zich. Hij gaf aan dat een bedrijfsleider zich niet moet opstellen als slavendrijver, maar een
bredere visie moet hebben op zijn taak die bestaat uit plannen, coördineren, toezicht uitoefenen en het controleren
van resultaten.

Hoofdpunten van Scientific Management (Taylorisme) zijn:

1. Een wetenschappelijk analyse van de werkzaamheden en het uitvoeren van bewegingsstudies. De resultaten
hiervan kunnen leiden tot standaardisatie en normalisatie van het productieproces en de hierin te gebruiken
machines en materialen.
2. Een vergaande taakverdeling en training van arbeiders, waarbij elke handeling en beweging precies is
voorgeschreven. Hierdoor krijgt de arbeider veel routine waardoor hogere productienormen gehaald kunnen
worden.
3. Een hechte en vriendschappelijke samenwerking tussen leiding en arbeiders.
4. De bedrijfsleiders zijn verantwoordelijk voor het analyseren en het zoeken naar werkmethoden en het
scheppen van productievoorwaarden.
5. De juiste man op de juiste plaats door zorgvuldige selectie.
6. Het invoeren van prestatiebeloning met als doel te komen tot lagere productiekosten.

Ook heeft hij het Achtbazenstelsel bedacht wat inhield dat hij acht taken had die allemaal een aparte baas nodig
hadden:

1. Tijd en kosten
2. Werkinstructies
3. Bewerkingen en hun volgorde Het was een chaos in de fabrieken: niet
4. Werkvoorbereiding en uitgifte efficiënt en gevaarlijk.
5. Onderhoud
6. Kwaliteitscontrole
7. Technische leiding
8. Personeelsbeheer

Taylors idee werd vaak overgenomen, alleen het loon en de verhoudingen bleven hetzelfde.

2

,In Europa was Henri Fayol de eerste die een samenhangend stelsel van opvattingen ontwikkelde over de wijze
waarop organisaties in hun geheel bestuurd zouden moeten worden. Dit in tegenstelling tot die van Taylor die zich
vooral richtte op de productieafdeling. Zijn General Management-theorie was bedoeld als onderwijsmodel en legt
verbanden tussen de managementgebieden en de managementtaken. Hij onderscheidde zes onafhankelijke
managementgebieden:

1. Technisch
2. Commercieel
3. Financieel
4. Veiligheid van mensen en spullen
5. Boekhouding
6. Besturing

De besturing zorgt voor de onderlinge samenhang op de overige gebieden. Deze besturing is uiteraard het
belangrijkste onderdeel van de functie van managers en bestaat uit zes taken:

1. Plannen of vooruitzien. Het opstellen van een actieplan voor de toekomst.
2. Organiseren. De opbouw van de organisatie met mensen en middelen.
3. Bevel voeren. Ervoor zorgen dat mensen aan het werk blijven.
4. Coördineren. Het onderling afstemmen van de activiteiten.
5. Controleren. Erop toezien dat de resultaten in overeenstemming met het plan zijn.

Het organiseren en leiden van een grote organisatie is een vak.

Max Weber hield zich bezig met overheidsorganisaties en grote bedrijven vanuit een sociologische invalshoek. Grote
organisaties volgens Weber in zijn tijd de volgende kenmerken:

 Sterk doorgevoerde taakverdeling.
 Hiërarchische bevelsstructuur.
 Nauwkeurige afgebakende bevoegdheden en verantwoordelijkheden.
 Onpersoonlijke relaties tussen functionarissen.
 Werving op basis van bekwaamheden en kennis in plaats van vriendjespolitiek en kruiwagens.
 Bevordering en beloning op basis van objectieve criteria en procedures.
 Uitvoering van werkzaamheden volgens vaste routineregels.
 Vastlegging van alle gegevens in schriftelijke stukken, zodat alles op controle mogelijk is.
 Aan restricties gebonden macht van functionarissen, ook die van hogere functionarissen.

Volgens Weber is dit een ideale bureaucratie.

Vooral overheidsorganisaties moeten betrouwbaar, voorspelbaar en integer handelen.

De Human Relations beweging ontstond rond de jaren 50. Hierin liet Elton Mayo zien dat objectieve en subjectieve
(zoals groepsgevoel) factoren bepalend zijn voor resultaat. Dit laat zien dat samenwerking en sociale vaardigheden
van een baas belangrijk zijn voor resultaat.

Subjectieve factoren zijn aandacht, zekerheid, bij de groep horen en waardering.

- Gelukkige mensen leveren een maximale arbeidsprestatie.
- Sociale vaardigheden zijn dus voor leidinggevenden zeer belangrijk.

Ook (of juist) mensen doen ertoe.




3

, Revisionisme: managementstroming die zich afzette tegen de te zeer doorgeschoten zakelijke bedrijfsvoering
(Scientific Management) en als reactie daarop de sociale kant (human Relations) benadrukte, de arbeidende mens
zelf.

- Scientific management: organisatie zonder mensen
- Human relations: mensen zonder organisatie
- Revisionisme: mensen en organisatie

Belangrijke auteurs:

- Likert: linking pin (paragraaf 11.7)
- Herzberg: motivatie/ hygiënetheorie
- McGregor: theorie X en Y: (sub paragraaf 9.5.3)

Organisatiekunde gaat juist over de balans tussen HARD en ZACHT: tussen systemen en mensen.

Maslow liet zien dat mensen geleid worden door behoeftes en dat als de een bevredigd is dat ze overgaan op de
ander. De behoeftes zijn:

 Fysiologische behoeftes
 Zekerheid
 Acceptatie
 Erkenning
 Zelfontplooiing

Kenneth Boulding kwam met de systeembenadering. Dat houdt in dat men niet alleen moet kijken naar de belangen
van een enkele organisatieonderdeel maar ook naar de invloed van genomen beslissingen op de totale organisatie.

Paul lawrence en Jay Lorsch kwamen na een aanvullend onderzoek tot de conclusie dat verschillende
omstandigheden zullen leiden tot een andere inrichting van organisaties, taakstellingen en werkwijzen, willen ze
optimaal presteren. Het begrip ‘contingentie’ dat door hen werd geïntroduceerd betekent ‘bepaaldheid door
situatie’.

Volgens de contingentiebenadering hangt de keuze voor het toepassen van bepaalde managementtechnieken, die
voortkomen uit een organisatiekundige theorie, sterk af van de omstandigheden waarin een organisatie zich bevindt.

- De kunst van het ontdekken in welke situatie welke managementtechniek het best kan worden toegepast.
- Belangrijke situationele variabele is de omgeving met consequenties voor de te kiezen strategie, structuren
en systemen.

Het gaat ook om balans tussen wat de organisatie doet en wat de buitenwereld verwacht.

Philip Crosby stelt kwaliteitszorg op een. Elke organisatie moet streven naar geen fouten.

Mintzberg zegt dat dat elke organisatie gestructureerd moet worden. Hij heeft zeven basisvormen van configuraties:

1. Ondernemersorganisatie
2. Machine organisatie
3. Professionele organisatie
4. Divisie organisatie
5. Innovatieve organisatie
6. Zendingsorganisatie
7. Politieke organisatie



4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ilsepranger1. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.93. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67163 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.93  2x  sold
  • (0)
  Add to cart