100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Inleiding Tot Het Economisch Recht (D0T01A) (16/20) $5.98   Add to cart

Summary

Samenvatting Inleiding Tot Het Economisch Recht (D0T01A) (16/20)

 39 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Een volledige samenvatting van het van 'inleiding tot het economisch recht'. Eerste bachelor TEW aan de KULeuven. Academiejaar 16/20 behaald op het examen

Preview 4 out of 43  pages

  • April 23, 2023
  • 43
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Inleiding tot het Economisch Recht
Hoofdstuk 0: wat is recht?
Basiskenmerken
- Recht beheerst enkel het uitwendige gedrag
- Er bestaan een hiërarchie tussen de rechtsregels
- Rechtsregels worden uitgevaardigd door een daartoe bevoegd orgaan
o Vb: nationale, supranationale of internationale instanties
- Naleving van recht wordt afgedwongen door middel van sancties
- Wie (=bevoegdheid) handelt en hoe (=procedure) er gehandeld wordt is van belang

Objectief recht en subjectief recht
- Objectief recht: “het recht zegt dat…”
- Subjectief recht: “ik heb het recht om …”
o door objectief recht beschermde aanspraken op andermans gedrag

objectief recht
- positief recht
o het recht dat op een bepaalde plaats op een bepaald tijdstip geldt
- gemeen recht: algemene regels
- bijzonder recht: extra regels op gemeen recht
o voorrang
o specifieker in bep. Situaties
o algemeen of bijzonder karakter is een relatief begrip
- materieel recht: omvat de eigenlijke gedragsvoorschriften
o WAT zijn misdrijven, WELKE straffen, …
- Formeel recht: procedureregels
o HOE wordt er vervolgt en bestraft, HOE worden deze straffen uitgevoerd

Aanvullend recht Dwingend recht Dwingend recht van
openbare orde
Doel? Aanvullen van leegtes Bescherming private Bescherming
in afspraken tussen belangen algemeen belang
partijen  Overstijgen
particulier
belang
Afstand van recht? Steeds mogelijk Nadat het recht Niet mogelijk
verworven is (onvoorw. bindend)
Sanctie? Geen sanctie Relatieve nietigheid Absolute nietigheid

,Wat is recht (niet)?
Recht = dwang en geweld (recht ≠ rechtvaardig)
- Dwang en geweld: monopolie bij de overheid
- Geketend door regels => rechtsstaat
o Scheiding der machten
 Wetgevende macht: stelt wetten op
 Uitvoerende macht: voert wetten uit
 Rechterlijke macht: past wetten & uitvoerende normen toe
o Democratie = indirecte deelname van het volk aan uitvaardigen van regels
o Grondrechten = fundamentele rechten & vrijheden die niet geschonden mogen worden
 Vb Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (EVRM)
- Rechterlijke macht:
o Beslist of wet al dan niet stemt met hogere normen
o Maar hogere normen = vaag => veel interpretatie mogelijk

Recht ≠ zeker
- Recht is een voorspelling van wat de rechter zal doen
- Er is niet 1 boek met alle regels
- Normen dienen geïnterpreteerd te worden
o Er zijn interpretatieregels
o Die regels kunnen op hun beurt conflicteren
- Er is veel flexibiliteit
o Koningskwestie
 “indien de koning in de onmogelijkheid verkeert te regeren, roepen de
ministers na deze onmogelijkheid te hebben vastgesteld, de kamers dadelijk
bijeen. Door de verenigde kamers wordt in de voogdij en in het regentschap
voorzien
 Regent = taken als staatshoofd overnemen
 Wanneer? Bij ziekte, geestesgestoordheid
 Vb 1: Leopold 3: wou terugkeren na WOI, maar meerderheid was niet
akkoord  er werd een referendum opgesteld, maar wou niet aftreden
 Oplossing: “koning in de politieke onmogelijkheid om te regeren”
 Zijn broer, prins Karel, wordt aangesteld als regent = staatshoofd
 Vb 2: Boudewijn
 Abortuswet in parlement goedgekeurd, maar B was heel gelovig en
was er tegen  wou niet tekenen (maar is wel verplicht)
 Oplossing: “koning in de morele onmogelijkheid om te regeren”
o Maar niet juist gevolgd: geen voogd en regent aangeduid
o Affaire Marie Popelin
 Eerste vrouw met rechtendiploma, wou advocaat worden maar dit mocht niet
(omdat ze een vrouw was)
 Ze interpreteerden er een regel bij, want het stond niet in de wet dat vrouwen
geen rechter mogen worden
o Kiekenkot-arrest
 Ze serveerden hoevekip, maar geen koksdiploma. Volgens de wet mag je
zonder koksdiploma enkel ‘lichte’ gerechten serveren, vb hiervan is vol-au-
vent, en de ze zeiden dat het gewoon een heel slecht gemaakte vorm van vol-
au-vent was.

,  Hof van beroep & Hof van Cassatie hebben hier tegenstrijdige meningen over

Recht ≠ wet
“Recht”
= objectief recht: geheel van regels dat uiterlijke gedragingen van mensen die in een maatschappij
leven regelt en dat wordt afgedwongen door de overheid
 Vb ondernemingsrecht, strafrecht, …
= subjectief recht: door (objectief) recht beschermde aanspraken op andermans gedrag
“Wet”
= wet in formele zin: beslissingen van een wetgevende macht
= wet in materiële zin: algemene rechtsregel met een onpersoonlijk karakter
 Geldt voor iedereen (vb: je moet rechts op de weg rijden)
Administratieve rechtsnormen: wetten in mat. zin die geen wetten in form. Zin zijn
Bronnen die we als wet beschouwen:
Formele rechtsbron: rechtsregels die door de overheid afdwingbaar zijn
! enkel materiële wetten worden beschouwd als formele rechtsbronnen !
(als het geen mat. wet is, is het geen formele rechtsbron)
NATIONAAL
- Bindend
o Wetten in materiële zin:
 Wetten in formele zin
 Grondwet
 KB
 MB
o Gewoonterecht
o Algemene rechtsbeginselen
- Niet bindend
o Rechtsspraak
o Rechtsleer

INTERNATIONAAL
- Verdragen
o België sluit een verdrag met een ander land
o In verdragen zitten regels die ons verbinden of ons een recht geven

SUPRANATIONAAL
- Geen akkoord van land nodig om regels opgelegd te krijgen, geplaatste regels gelden voor
iedereen
Hiërarchie der normen  altijd eerst zien of beide bevoegd zijn, dan pas naar hiërarchie kijken
- Bevoegde bron > onbevoegde bron
o Vb: Federale wet VS vlaamse minister van onderwijs
 Minister is bevoegd, dus > federaal, ook al is federaal normaal hoger
- Inter- / en supranationaal > nationaal

, o Vb: europese regels staan boven nationale regels
- Grondwet > wetten in formele zin > andere materiële wetten (niet administratieve normen)

De rechtspraak (Be niveau)
‘gewone’ hoven en rechtbanken
- Geschillen tussen burgers
- Toetsen?
o Nationaal recht aan supra- en internationaal
o Administratieve normen (KB, MB) aan hogere normen (wetten, GW)
o Schending? Buiten toepassing laten
- Kunnen niet:
o Wet toetsen aan grondwet (wel KB, maar geen wet)

Grondwettelijk hof
- België: gemeenschappen en gewesten overlappen
o Federaal
o Wetgevende gewesten
o Wetgevende gemeenschappen
 Geen hiërarchie hier
- Exclusieve controle op grondwettigheid van wetten en decreten
o W & D hebben zelfde hiërarchie, dus moeilijk te bepalen
o Schending? Wet vernietigen
- Prejudiciële vraag: rechter kan binnen geschil een vraag stellen aan het grondwettelijk hof,
aangezien rechter zelf niets mag uitspreken over wet en grondwet  pr. vraag aan GWhof
o Schending? Wet buiten toepassing laten

Raad van state
- Controle op wettigheid administratieve rechtshandelingen
- Schending? Exclusieve bevoegdheid tot vernietigen van adm. Normen (KB/MB)
- Geen vernietiging van wetten

Hof van Cassatie (hoogste rechtscollege)
- Controle op wettigheid vonnissen en arresten
- Schending? Exclusieve bevoegdheid tot vernietigen vonnis/arrest
o  proces moet dan opnieuw beginnen
- Geen vernietiging van wetten

Andere:
Hof van justitie (luxemburg)
- Elke nationale rechter kan een prejudiciële vraag stellen aan hof van justitie
Vredegerecht
- Kleine geschillen: max €2500 + aantal andere
Politierechtbank
- Kleine misdrijven (overtredingen)
Rechtbank in eerste aanleg
- Serieuzere overtredingen met hogere bedragen, of in beroep bij politierb of vredegerecht
- Burgerlijke = contractueel, of geschil tussen burgers
Ondernemingsrechtbank
- Geschil tussen onderneming en niet-onderneming

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller seppebeelen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.98. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62890 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.98
  • (0)
  Add to cart