In deze samenvatting zijn de leerdoelen uitgewerkt van Kern 4AC. Daarnaast zijn de belangrijkste onderdelen van de lesopdrachten in de samenvatting verwerkt.
Kern 4 samenvatting
Les 1a: samenwerken met andere disciplines
Herkent comorbiditeit/multimorbiditeit en prioriteert hulpvragen van de zorgvrager om de zorg zo
goed mogelijk af te stemmen.
Comorbiditeit = de zorgvrager heeft één of meer (chronische) aandoeningen naast de hoofddiagnose
waar de meeste aandacht naar gaat. Klachten die gerelateerd zijn aan de ziekte. Het gaat hierbij dus
niet om verschijnselen of complicaties van de hoofddiagnose.
Het betekent letterlijk “een ziekte erbij”.
Voorbeeld: depressie bij dementie
Multimorbiditeit: de aanwezigheid van twee of meer chronische aandoeningen waarbij de ene
aandoening niet méér centraal staat dan een andere. De arts moet de ziekte altijd vaststellen. Je
noemt het comorbiditeit wanneer er geen hoofddiagnose is maar wel meerdere chronische
aandoeningen aanwezig zijn. Behandeling wordt vaak gedaan door verschillende specialisten.
Je richt je niet alleen op het ziektebeeld maar ook naar de eventuele klachten die kunnen ontstaan.
Herkent de overeenkomsten en verschillen in de intramurale, extramurale, semimurale en
transmurale zorg en heeft inzicht wat dit betekent voor de samenwerking.
Intramurale zorg: zorg die geboden wordt in Extramurale zorg: de zorg aan patiënten die niet
een zorginstelling, zoals een verpleeghuis, in een instelling verblijven. Het is zorg die de
een instelling voor verstandelijk patiënt op afspraak bij de zorgaanbieder krijgt, of
gehandicapten of een ggz-instelling. die de zorgaanbieder bij de patiënt thuis levert.
Letterlijk betekent het: zorg binnen de Letterlijk betekent het zorg buiten de muren.
muren.
Verschillende vormen van zorg
Semimurale zorg: een tussenvorm van zorg Transmurale zorg: ook wel ketenzorg genoemd.
en valt tussen extra- en intramurale zorg in. Dit is een dynamische vorm van zorg, waarbij zorg
Het houdt in dat patiënten niet volledig wordt aangeboden door meerdere zorgverleners.
zelfstandig kunnen wonen, maar ook niet Dit kan bijvoorbeeld thuiszorg en de zorg van een
hoeven te worden opgenomen in een huisarts en polikliniek betekenen. Intramurale
zorginstelling. VB: aanleunwoning. zorg en extramurale zorg worden gecombineerd.
,Brengt de samenwerking met andere disciplines binnen de revalidatiezorg in kaart.
- Revalidatiearts, de revalidatiearts houdt de patiënt tijdens het gehele project in de gaten, hij
let op de voorgang en de valkuilen van de patiënt.
- Fysiotherapie: met behulp van fysiotherapie kan de patiënt zijn fysieke gesteldheid
verbeteren.
- Logopedie: met behulp van logopedie kan de patiënt zijn spraak trainen om zo weer op het
oude niveau terug te komen indien mogelijk.
- Ergotherapie: samen met de ergotherapie wordt er gekeken naar aanpassingen in huis,
bijvoorbeeld een traplift.
- Verpleegkundige + verzorgende: zorgen voor de verzorging van de patiënt.
Klinische revalidatie: verblijf in een revalidatiecentrum tijdens het traject.
Poliklinische revalidatie: je gaat zelf op en neer naar het revalidatiecentrum.
Brengt de samenwerking met andere disciplines binnen de zorg voor zorgvragers in de wijk in kaart.
Binnen de wijkzorg maken ze gebruik van het samenwerkingsmodel van de geïntegreerde wijkzorg.
Het gaat uit van een passende plek voor iedere samenwerkingspartner in het systeem rondom de
cliënt.
- Wijkverpleegkundige: de wijkverpleegkundige regelt het praktische stuk, hoe veel zorg heeft
de patiënt nodig?
- Fysiotherapie: met behulp van fysiotherapie kan de patiënt zijn fysieke gesteldheid
verbeteren.
- Logopedie: met behulp van kan de patiënt zijn spraak trainen om zo weer op het oude niveau
terug te komen indien mogelijk?
- Ergotherapie: samen met de ergotherapie wordt er gekeken naar aanpassingen in huis,
bijvoorbeeld een traplift.
- Verpleegkundige + verzorgende: zorgen voornamelijk voor de verzorging van patiënten.
- Artsen in het ziekenhuis: houden de vooruitgang van de patiënt in de gaten.
- Psycholoog: de psycholoog kan de patiënt helpen in het accepteren van de ziekte.
Benoemt de wet- en regelgeving, financiering en controlerende instanties met betrekking tot wijkzorg
en revalidatiezorg.
Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO)
De gemeente zorgt ervoor dat mensen zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen. De gemeenten is
verantwoordelijk voor de ondersteuning van mensen die niet op eigen krachten zelfredzaam zijn,
voorbeelden hiervan zijn bijvoorbeeld begeleiding en dagbesteding, ondersteuning om mantelzorger
te ontlasten, beschermende woonomgeving PGB, opvang ingeval van huiselijk geweld en mensen die
dakloos zijn. De eigen bijdragen per maand bedraagt 19,00 euro.
Wet Langdurige zorg (WLZ)
Bij de zorg die verzekerd wordt vanuit de WLZ gaat het om zorg met verblijf in een instelling,
bijvoorbeeld een verpleeghuis. Je komt in aanmerking voor zorg van de WLZ als je vanwege een
ziekte of aandoening blijvend bent aangewezen op 24 uur per dag zorg in de nabijheid of permanent
toezicht. Het CIZ kijkt of je in aanmerking komen voor een WLZ-indicatie.
Wet zorg en dwang
De wet zorg en dwang regelt de rechten bij onvrijwillige zorg of onvrijwillige opname van mensen met
een verstandelijke beperking en mensen met een psychogeriatrische aandoening, bijvoorbeeld
dementie. De wet zorg en dwang geldt pas voor kinderen en jongeren als er een verstandelijke
beperking is vastgesteld en er overwogen wordt om onvrijwillige zorg toe te passen.
,Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz)
De overheid wil dat iedere patiënt goede zorg krijgt. De wet is opgesteld omdat uit onderzoek bleek
dat niet alle zorgvragers tevreden waren over de manier waarop zorgverleners hun klacht afhandelen.
Het doel van de Wkkgz is: openheid over klachten en ongewenste gebeurtenissen en daarvan leren
om zo gezamenlijk de zorg te verbeteren. De Wkkgz vervangt de wetten kwaliteitswet
Zorginstellingen en de Wet klachtrecht patiënten zorgsector.
De jeugdwet
In de jeugdwet staat beschreven dat gemeenten verantwoordelijk zijn voor jeugdhulp.
Participatiewet
De participatiewet zorgt ervoor dat meer mensen een baan vinden, zo ook mensen meet een
arbeidsbeperking, de gemeente is hiervoor verantwoordelijk.
Financering:
Zorgverzekeringswet (ZVW)
De ZVW zorgt ervoor dat iedereen in Nederland verplicht een basisverzekering heeft. De ZVW wordt
bekostigd door premie van de verzekerde, eigen risico, inkomensafhankelijke bijdragen en een
algemeen zorgverzekeringsfonds. Ook wordt er soms om een eigen bijdrage gevraagd, bijvoorbeeld
bij bepaalde geneesmiddelen, gehoorapparaten en meer. Kinderen zijn meeverzekerd via een van de
ouders.
Het persoonsgebonden budget (PGB)
Via het PGB regel je zelf je zorg. Je huurt met het budget dat je krijgt zelf zorgverleners in, die je ook
zelf in dienst neemt. Op deze manier bepaal je dus zelf wie je helpt en waarmee.
Zorg in Natura (ZIN)
De zorg wordt voor je geregeld, je hoeft dit niet zelf te doen en hoeft dus ook geen administratie bij
te houden. Zorg in natura is bedoeld voor mensen met een lichte hulpvraag.
ZIN vanuit WMO
Voor het gebruik van ZIN vraag je WMO aan, dit doe je via de gemeente. Voor de WMO geldt een
eigen bijdragen van maximaal 19,00 per maand.
ZIN vanuit de WLZ
ZIN vanuit de WLZ is bedoeld voor mensen die langdurige zorg nodig hebben. Je kunt kiezen of je de
zorg ontvangt in een instelling of thuis. Zo zijn er verschillende soorten zorg in natura: zorg in een
instelling, thuiszorg via een zorgaanbieder of thuiszorg via meerdere zorgaanbieders.
Controlerende instanties:
Nederlandse zorgautoriteit (NZA)
De Nederlandse zorgautoriteit is de toezichthouder op de zorgmarkten, ze houden toezicht over de
ZVW, AWBZ en WMG.
, Inspectie Gezondheidszorg en jeugd in oprichting (IGJ)
De IGJ houdt toezicht op de veiligheid, kwaliteit en toegankelijkheid van de zorg. De inspectie voer de
taken onpartijdig en deskundig uit. Ze bewaken vooral de rechten van patiënten en cliënten. Ook kan
de inspectie bijvoorbeeld bestuurlijke boetes en dwangsommen opleggen aan zorginstellingen.
Legt het begrip co-creatie met betrekking tot de samenwerking met andere disciplines binnen de zorg
uit.
Co-creatie: is een vorm van samenwerking waarbij alle participanten invloed hebben op het proces
en het resultaat van dit proces. Vorm van samenwerking waarbij de patiënten veel betrokken worden
in het proces.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller juliamentink. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.29. You're not tied to anything after your purchase.