Samenvatting van hoofdstuk 2, daarbij ook de extra artikelen die op de Pearson website staan en de belangrijke afbeeldingen uit het boek, waarin de stof nog een keer duidelijk wordt uitgelegd.
H2 Biopsychologie, neurowetenschappen en de menselijke aard
2.1 Wat is het verband tussen genen en gedrag?
Biopsychologie is een specialisme binnen de psychologie dat de interactie tussen biologie,
gedrag en omgeving bestudeert. Evolutie is het geleidelijke proces van biologische
verandering van een soort doordat die zich succesvol aanpast aan zijn omgeving. Charles
Darwin kwam op het idee van evolutie doordat hij vele gelijkenissen zag tussen allerlei
planten en dieren en besloot te onderzoeken of dit ook voor mensen zou gelden. Hij ging
hiermee in tegen het creationisme: de religieus geïnspireerde opvatting dat het universum en
al het leven op aarde hun ontstaan te danken hebben aan een bijzondere, goddelijke
scheppingsdaad. Natuurlijke selectie is de drijvende kracht achter de evolutie, waardoor de
omgeving de best aangepaste organismen ‘selecteert’. De organismen die het best in hun
leefomgeving passen, overleven. Via natuurlijke selectie verandert een soort organisme
geleidelijk als deze zich steeds weer aan de veranderende eisen van de omgeving aanpast.
Genen coderen moleculaire informatie die kan worden omgezet in fysieke kenmerken.
Genotype is het genetische patroon waarin je van alle andere mensen op aarde verschilt, het
zijn kenmerken van een organisme zoals die genetisch zijn vastgelegd. Het fenotype zijn de
daaruit voorkomende eigenschappen, de waarneembare fysieke kenmerken van een
organisme. Maar niet alleen de zichtbare kenmerken, ook de verborgen biologische
kenmerken zoals de chemie en bedrading van je hersenen maar ook gedrag. Niet alleen het
genetisch patroon bepaald de uiteindelijke lichamelijke kenmerken, maar ook de omgeving
(voeding, ziekte, stress). Bijvoorbeeld slechte prenatale zorg die een geboortedefect als
gevolg heeft. Elke cel in het lichaam bevat een volledige verzameling biologische instructies
voor het opbouwen van het organisme, genomen genoemd. Een genoom is een cel in het
lichaam die één complete set chromosomen (23 paar) bevat. Een chromosoom is een lange,
dunne en spiraalvormige draad waarlangs de genen zijn gerangschikt als de kralen van een
ketting. Chromosomen bestaan voornamelijk uit DNA. DNA (desoxyribonucleïnezuur) is een
lang, complex molecuul dat informatie bevat over alle genetische eigenschappen. Genen zijn
stukjes van een chromosoom waarin de codes voor de erfelijke lichamelijk en psychische
eigenschappen van een organisme zijn opgeslagen. Ze vormen de functionele elementen van
een chromosoom. Elk gen, dat is gecodeerd in korte segmenten van DNA, draagt bij aan de
werking van een organisme door voor één enkel eiwit te coderen. Die eiwitten dienen
vervolgens als bouwstenen voor het fenotype en reguleren de interne werking van het
lichaam. Genen bestaan uit nog kleinere moleculaire eenheden, nucleotiden. De genetische
code bestaat uit slechts 4 nucleotiden, waardoor sommige genen soms wel uit honderden
nucleotiden bestaan, waarvan elke combinatie een bepaald eiwit specificeert.
Geslachtschromosoom is een chromosoom dat onze lichamelijke geslachtskenmerken
bepaald. Vrouwen hebben 2 X-chromosomen en mannen een X- en een Y-chromosoom. Het
chromosoom afkomstig van de vader, een X- of een Y-chromosoom, bepaalt dus het geslacht
van het kind. Autosomen zijn alle chromosomen die geen geslachtschromosoom is, dus een
chromosoom uit de 22 paar andere chromosomen.
2.2. Hoe is de interne communicatie van het lichaam geregeld?
De twee interne signaalsystemen, het zenuwstelsel en het endocriene stelsel, gebruiken beide
chemische boodschappers om met doelen in het gehele lichaam te communiceren
Bijvoorbeeld in een noodsituatie komt het eerst het snel reagerende zenuwstelsel je te hulp,
het geleidt impulsen waardoor je hartslag wordt versneld en je spieren zich spannen voor
actie. Het hormoonstelsel, dat trager werkt, stuurt vervolgsignalen waardoor de reactie die
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Cheryl3107. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.