Samenvatting van hoofdstuk 3, daarbij ook de extra artikelen die op de Pearson website staan en de belangrijke afbeeldingen uit het boek, waarin de stof nog een keer duidelijk wordt uitgelegd.
3.1 Hoe verandert stimulatie in sensatie?
Sensatie is onze eerste gewaarwording van een stimulus. Een stimulus (bv. een geluid) wordt
omgezet in neurale signalen, zodat de hersenen het kunnen begrijpen. Het is een vroeg
stadium van perceptie waarin de neuronen van een receptor (bv. oren) een stimulus omzetten
in een patroon van zenuwimpulsen. Deze signalen worden vervolgens voor verdere bewerking
doorgestuurd naar de hersenen. Perceptie is het proces waarbij aan het patroon van
sensorische zenuwimpulsen, een gedetailleerde betekenis wordt toegekend. Dit wordt sterk
beïnvloed door herinnering, emotie, motivatie en andere processen. Het is eigenlijk het proces
waarin een sensatie bewerkt en geïnterpreteerd wordt. De hersenen nemen de wereld indirect
waar, omdat de zintuigen stimuli omzetten in neurale impulsen. Transductie of omvorming is
het proces waarbij de ene vorm van energie wordt omgezet in een andere vorm, dus de
omzetting van stimulusinformatie in een zenuwimpuls. Bij alle zintuigen is het de taak van de
sensorische receptoren om de informatie van een stimulus om te zetten in neurale signalen, de
stimulus zelf komt niet verder dan de receptoren (zintuigen). Uit de neurale impulsen halen de
hersenen informatie over de elementaire kenmerken van de stimulus, bv. geluidssterkte.
Omdat we de wereld niet direct zien, is wat we waarnemen een elektrochemische weergave
van de wereld die door de zintuigen en de hersenen is gecreëerd. Onze zintuigen zijn vooral
gericht op veranderingen, receptoren zijn gespecialiseerd in het verzamelen van informatie
over nieuwe gebeurtenissen en veranderingen in de omgeving. Sensorische adaptie is het
proces waardoor receptorcellen minder gevoelig worden als de stimulus een bepaalde tijd op
hetzelfde niveau aangeboden blijft (tenzij ze heel intens of pijnlijk zijn). Hierdoor zal elke
verandering de aandacht trekken. De absolute drempel is de hoeveelheid stimulatie die nodig
is voordat de stimulus wordt opgemerkt. In de praktijk houdt men aan dat de stimulus de helft
van het aantal pogingen moet worden opgemerkt. Deze drempel varieert per persoon en
veranderd bij iedereen voortdurend, door wisselingen in onze geestelijke alertheid en
lichamelijk conditie. De verschildrempel of JWV (juist waarneembare verschil) is het kleinst
mogelijke verschil waarbij de stimulus, dat iemand 50% van de tijd als verschil kan
opmerken. Door bv. het volume geleidelijk te verlagen, kun je iemands verschildrempel
vinden. De Wet van Weber is de theorie die stelt dat het JWV in proportionele verhouding
staat tot de intensiteit van de stimulus. Dus het JWV is groot als de intensiteit van de stimulus
groot is. Bv. als een geluid erg hard staat, moet je het volume behoorlijk wat zachter zetten
voor je verschil merkt. Als het geluid al niet erg hard stond, hoeft het volume niet ver omlaag
om verschil te merken. De signaaldetectietheorie is de theorie die stelt dat de beoordeling van
stimuli door de hersenen een combinatie is van de sensatie en de besluitvormingsprocessen.
De sensatie is afhankelijk van de kenmerken van de stimulus, de achtergrondstimulus en de
detector. Je beslissing wordt ook beïnvloed door achtergrondgeluiden.
3.2 Waarin lijken zintuigen op elkaar en waarin verschillen ze?
Al onze zintuigen zetten stimulusenergie om in neurale impulsen, zijn gevoeliger voor
verandering dan voor constante stimulatie en verschaffen ons informatie over de wereld. Maar
elk zintuig vangt zijn eigen soort informatie op en stuurt dit naar zijn eigen, gespecialiseerde
verwerkingsgebied in de hersenen. Het oog haalt informatie uit lichtgolven, wat een vorm van
elektromagnetische energie is. Vervolgens worden de kenmerken van dit licht omgezet in
neurale signalen die de hersenen kunnen verwerken (transductie). Deze omzetting gebeurd in
de retina, ook wel het netvlies, de lichtgevoelige cellenlaag aan de achterzijde van de oogbol.
Bij mensen die ‘bijziend’ zijn, stelt de lens het beeld scherp vóór het netvlies en bij mensen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Cheryl3107. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.