Scheikunde samenvatting hoofdstuk 14: Chemie van het leven
PowerPoint en boek
§14.1 De cel
Het leven is vloeibaar
Een levend organisme bestaat uit stevige delen (skelet, tanden, nagels, enz.) bedoeld voor
stevigheid en voor zachte delen die vooral bestaat uit water met daarin opgeloste stoffen. Een
levend organisme kan alleen reageren op signalen uit de omgeving als in een dynamisch systeem
waarbij voortdurend moleculen worden afgebroken en opgebouwd kan alleen in een vloeibaar
systeem met opgeloste stoffen waarin transport mogelijk is.
DNA, desoxyribonucleïnezuur het materiaal in de celkern die de erfelijke informatie
bevat. Van DNA kan mRNA (boodschappermolecuul) worden gemaakt. Dit kopie van het
DNA verlaat de celkern en wordt in de ribosomen in het ruw endoplasmatisch reticulum
gebruikt om eiwitten te maken. Deze gevormde eiwitten worden in het golgi-systeem
afgemaakt, opgeslagen en gedistribueerd ze worden geschikt om de betrokken functie te
vervullen.
Cytoplasma
Al je organen zijn opgebouwd uit cellen en al die cellen bevatten een cytoplasma de
inhoud van de cel met uitzondering van alle organellen, celkern, celmembraan en eventuele
celwand die bestaat uit water met daarin opgeloste suikers, zouten en eiwitten.
Membranen
Membraan een dun vliesje waarmee celorganellen en cellen van elkaar worden
gescheiden. De moleculen die het membraan vormen moeten aan een aantal eisen voldoen:
ze moeten voldoende hydrofoob zijn zodat de membranen niet oplossen in het cytoplasma,
ze moeten voldoende hydrofiel zijn om een stabiele dunne laag te vormen. Fosfolipiden
de moleculen die het membraan vormen. Fosfolipiden hebben een hydrofiele kop en
hydrofobe staarten.
Een celmembraan is een dubbele laag fosfolipiden, waarbij de hydrofobe staarten naar
elkaar toe zijn gericht en de hydrofiele koppen naar buiten. De staarten zijn vetzuren
waarvan één verzadigd en één onverzadigd (veroorzaakt de knik). Door de knik in de
structuur is de vanderwaalsbinding zwakker en is er ruimte voor andere moleculen tijden het
transport.
, Transport over het celmembraan
Als er concentratie verschillen van een stof aan weerszijden van een celmembraan bestaan
kan er diffusie of passief transport plaatsvinden nettotransport in de richting van de
laagste concentratie, een dynamisch evenwicht aan beide kanten van het membraan zal
ontstaan. Kleine ongeladen moleculen kunnen het membraan gemakkelijk passeren, maar
grotere deeltjes hebben een transport eiwit nodig om te passeren.
Het transporteiwit herkend het molecuul dat moet passeren en opent op blokkeert als op
basis van de concentraties transport gewenst of niet gewenst is. Als de concentratie aan één
kant van het membraan hoger moet zijn is er actief transport nodig een transporteiwit en
energie zijn nodig om het deeltje tegen het concentratieverschil in te transporteren.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ahmhengstermann. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.57. You're not tied to anything after your purchase.