Cariologie P SV
Biochemie
Speeksel en buffers
Functies speeksel:
- Bescherming van elementen
o Remming van demineralisatie
o Remineralisatie
o Clearance = wegspoelen van zuren & suikers
o Lubricatie = smeren vd mond
o Buffer
Bicarbonaat
Fosfaat
Proteïnen
- Voedsel
o Voorvertering
Amylase = breekt zetmeel af
Lipase
Protease
o Smaak
o Bolus
- Antimicrobieel
o Antiviraal
o Antifungaal
o Antibacterieel
Belangrijkste speekselklieren:
- Parotis
- Submandibularis
- Sublingualis
Ook kleine speekselkliertjes in de slijmvliezen.
Gestimuleerd en ongestimuleerd speeksel is anders:
Gestimuleerd: meer Na+ en Cl- en meer HCO3- (carbonaat=belangrijke buffer).
Uitspoeling door speeksel = ‘Oral Clearance’
Volume speeksel in de mond: 0,8 - 2,0 mL
Oppervlakte mondholte 200cm2, dit betekent dat er in de mondholte een filmpje van speeksel van
100 micrometer dik. Deze biofilm wordt continu ververst.
Xerostomie = droge mond = risico op cariës neemt toe, doordat er geen Oral Clearance is en zuren
niet gebufferd worden.
,Anorganische componenten van speeksel:
Calcium: 1-2 mmol/L
In vrije vorm, maar vaak gebonden in eiwit, elementair, ionen
Fluoride: variabel (na poetsen neemt concentratie toe)
Bufferionen:
Fosfaat: 2-10 mmol/L (afh van flow rate = uitstroomsnelheid van het speeksel)
In verschillende vormen afh van pH:
H3PO4, H2PO4-, HPO42-, PO43-
Carbonaat: 3-28 mmol/L (afh van flow rate)
H2CO3, HCO3-
Fosfaat buffer
H2PO4- ↔ HPO42- + H+ (pK = ±7)
Bicarbonaat buffer
CO2 + H2O ↔ H2CO3 ↔ HCO3- + H+ (pK = ±6)
(Enzym : Carbonic anhydrase)
Als evenwicht volledig naar links gaat vergroot de buffercapaciteit omdat er dan meer waterstof kan
worden gebonden door het verdwijnen van CO 2.
Eiwit buffers
- 1-2 mg eiwit/mL
- Glycoproteïnen, sereus en muceus
- Isoelectrisch punt (IEP): pH 5-9
eiwitH+ ↔ eiwit + H+
pH < IEP pH > IEP
Buffercapaciteit = hoeveel zuren een buffer kan neutraliseren
Fosfaat bepaalt buffercapaciteit rond pH van 7
Bicarbonaat rond pH van 6
Proteïnen rond 5,5 en lager.
Buffercapaciteit van gestimuleerd speeksel > ongestimuleerd.
Speekseleiwitten
- Muceuze eiwitten: >60% koolhydraten (suikers gebonden aan het eiwit)
- Sereuze eiwitten: <50% koolhydraten
- Calcium-bindende eiwitten (reservoir voor calcium in het speeksel):
o statherines en PRP’s
- Verteringsenzymen:
o 40-50% α-amylase (breekt zetmeel af)
o lipase (vetten)
- Antimicrobiële eiwitten:
o lysozym (enzym dat celwanden v bacteriën kan afbreken)
o lactoferrine (kan ijzer-ionen binden, veel bacteriën hebben ijzer-ionen nodig voor
groei)
o peroxidase (zorgt voor productie van waterstofperoxide, giftig voor micro-
organisme)
o agglutinines (laten bacteriën samenklonteren, zodat het makkelijker kan wegspoelen
door speeksel)
o immuunglobulines (anti-lichamen, A is belangrijkst)
, o cystatines en histatines (remmen groei bacteriën).
De pellicle
1-10 micrometer dik, wordt heel snel gevormd na poetsen
Speekseleiwitten: mucines ea glycoproteïnes
Adhesie van bacteriën
Bescherming van glazuur
Calcium ea ionen
Fluoride in speeksel
Continu
[F-] uit bloed, weefselvloeistof wat terecht komt in speeksel (onvoldoende om te beschermen
tegen demineralisatie)
Uit drinkwater
Tijdelijk
Uit voeding en tandpasta etc.
Verdwijnt snel door clearance door speeksel
Onder bepaalde omstandigheden: vorming CaF 2 in biofilm.
Glazuur: Het kristalrooster
Oplosbaarheid HA en kristalstructuur HA.
HA komt voor in alle gemineraliseerde weefsels vh lichaam.
dus: glazuur, dentine, cement en alveolair bot.
Onder invloed van zuren kan het in al deze weefsels in oplossing gaan.
Hydroxyapatiet: C5(PO4)3(OH)
In eerste benadering: glazuur (vervuiling enz)
HA = meest stabiele calciumfosfaat bij neutrale pH
Oplosbaarheid (solubility)
AB ↔ A- + B+
zout heeft een hoge oplosbaarheid, HA laag.
Ionactiviteitsproduct (IAP, hoeveelheden ionen in de oplossing) = (A -)1 x (B+)1
Het product van centraties (in mol/L) van de ionen (tot de macht van voorkomen in
chemische formule)
IAP = Ksp (constante solubility product) = (A -)1 x (B+)1 bij verzadiging (=maximale hoeveelheid ionen
aanwezig in de vloeistof)
Onderverzadigd (unsaturated)
Vaste stof AB à IAP < Ksp (nog maar net in water, nog niks opgelost) à IAP = Ksp (in oplossing tot
verzadigd)
Oververzadigd (supersaturated)
Vaste stof AB à IAP > Ksp (oververzadigde oplossing) à IAP = Ksp (neerslag tot verzadigd =
precipitatie)
Oplosbaarheid HA
(onder normale situatie) IAP = (Ca2+)5 x (PO43-)3 x OH-
Oplosbaarheidsproduct (Ksp) = 7.41 x 10 -60 mol9/L9, omdat er maar hele lage hoeveelheden
van de ionen kunnen oplossen in water.
Keukenzout
IAP = (Na+)1 x (Cl-)1
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller janiekleijtens. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.79. You're not tied to anything after your purchase.