In deze uitgebreide samenvatting staat alles wat nodig is voor het schriftelijk examen economie voor vmbo TL. Ik heb de syllabus van duo gebruikt hierbij. Alle begrippen staan goed en makkelijk uitgelegd doormiddel van het boek. Heel het leerboek Pincode staat hierin.
Succes met leren!!
Wat is het verschil tussen goederen en diensten?
Een goedere is een tastbaar product. Een dienst is immaterieel
Wat is het verschil tussen gebruiks en verbruiksgoederen?
Gebruiksgoederen zijn duurzaam en verbruiksgoederen niet. Gebruiksgoederen
worden ook wel duurzame consumptiegoederen genoemd.
Wat is het verschil tussen noodzakelijke en luxe goederen/diensten?
Noodzakelijke goederen zijn goederen die mensen nodig hebben om te overleven
zoals water, voedsel, onderdak en warmte. Luxegoederen zijn producten die niet
noodzakelijk zijn, maar door de consument wel als plezierig wordt ervaren.
Voor het vervullen van je behoefte heb je middelen nodig. De belangrijkste middelen
zijn tijd en geld. Als je meer behoeften hebt dan middelen, moet je prioriteiten
stellen. Dat betekent dat je moet kiezen welke behoeften voor jou het belangrijkst
zijn en aan welke je voorrang wilt geven.
Veel goederen zijn schaars: ze zijn er niet vanzelf, maar er zijn productiemiddelen
nodig om ze te maken. Als goederen schaarser worden, gaat de prijs omhoog.
Zelfvoorziening: : productie voor de eigen behoeften, productie voor de behoeften
in gezinsverband.
Collectieve voorzieningen: voorzieningen waar alle burgers gebruik van kunnen
maken en die worden geleverd en betaald door de overheid.
Voorbeelden natuurlijke hulpbronnen: grondstoffen, frisse lucht inademen,
recreëren in de natuur, duurzaamheid
Geld fungeert bij de koop en verkoop als ruilmiddel. Dat is een middel om goederen
of diensten aan te schaffen.
Directe ruil: Goederen of diensten worden tegen andere goederen geruild.
Indirecte ruil: Goederen worden geruild voor geld (of een ander ruilmiddel).
Chartaal geld: Tastbaar geld in de vorm van munten en bankbiljetten.
Giraal geld: Geld dat mensen op hun betaalrekening hebben.
1
,Productiefactoren (middelen om te produceren) :
- Natuur: bijvoorbeeld grondstoffen, grond, aardolie, aardgas.
- Arbeid: de inspanningen die mensen bij productie leveren.
- Kapitaal: alle kapitaalgoederen die je langere tijd bij de productie gebruikt,
zoals machines, gebouwen en voertuigen.
- Ondernemerschap: de activiteiten van de ondernemer die het productieproces
organiseert en leidt.
Inkomen uit arbeid:
- Loon of salaris, prestatiebeloning
- Vakantiegeld
- Loon in natura
- Winst (arbeid & ondernemerschap)
Inkomen uit bezit:
- Rente (samengesteld en enkelvoudige)
- Dividend van aandelen (kapitaal en ondernemerschap)
- Huur (kapitaal)
- Pacht (natuur)
- Winst (ondernemerschap)
Enkelvoudige rente: rente die telkens na afloop van het jaar apart wordt uitgekeerd.
Je spaartegoed zelf veranderd niet.
Samengestelde rente: rente op rente. De rente wordt na ieder jaar bijgeschreven
op je spaarrekening. In het volgende jaar krijg je rente over je spaarbedrag plus de
bijgeschreven rente.
Inkomens worden vaak vergeleken met het modaal inkomen. Dat is het inkomen
dat het meest voorkomt. Wat alle inwoners samen aan inkomen uit arbeid en bezit
hebben is het nationaal inkomen. Zoals loon, winst, rente, huur en pacht. Hoe het
nationaal inkomen over de bevolking is af te lezen uit de Lorenzcurve. Het verschil
in inkomen komt door verschil in opleiding, ervaring, verantwoordelijkheid en
zwaar/risicovol werk.
Koopkracht: de hoeveelheid goederen en diensten die je met je inkomen kunt
kopen. De koopkracht hangt af van je inkomen en hoogte van prijzen.
2
, Primaire inkomens: geld dat verdiend wordt door een productiefactor te leveren. Dit
bestaat uit inkomen uit arbeid en inkomen uit bezit.
Secundaire inkomens: inkomens uit overdrachten waarbij je geen directe
tegenprestatie levert.
Welke factoren hebben invloed op de persoonlijke en maatschappelijke behoeften?
- Beïnvloeding van het eigen consumentengedrag en dat van anderen
- Tijd
- Sociale beïnvloeding (vrienden en familie)
Welke factoren zijn van invloed op het eigen consumentengedrag en dat van
anderen?
- budget
- gezinssamenstelling
- sociale beïnvloeding
- trends/rages
- leeftijd
- marketing en reclame
Welke factoren zijn van invloed op het consumentengedrag in tijd?
- de tijd waarin men leeft
- vergrijzing
- technische ontwikkeling
- aandacht voor veiligheid
- aandacht voor milieuaspecten
- inkomensontwikkeling
Wat zijn de 6 marketinginstrumenten/ 6 P’s?
Prijs, product, plaats, promotie, personeel, prestatie.
Wat zijn de 6 beleidsvormen van marketing?
- Productbeleid: het verschil tussen A en B merken en huismerken, kwaliteit
van producten en productaansprakelijkheid
- Prijsbeleid
- Plaatsbeleid
- Promotiebeleid
- Personeelsbeleid
- Prestatiebeleid
Commerciële reclame: reclame om meer producten te verkopen en daar geld aan
te verdienen.
Ideële reclame: reclame om meer mensen te laten nadenken over maatschappelijke
thema’s.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fleurvanhoorn. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.92. You're not tied to anything after your purchase.