Ik heb notities gemaakt van alle lessen van Ignace Claeys van verbintenissenrecht in 1ste bachelor rechten in Gent.
In de samenvatting staat alles wat je moet kennen, inclusief de schema's die prof maaktte. Ik heb mijn examen enkel met mijn samenvatting geleerd, zonder het boek te openen en behaa...
DEEL I. DE VERBINTENIS, SITUERING EN BRONNEN VAN HET VERBINTENISSENRECHT
Hoofdstuk 1. Verbintenis: begrip en indelingen
Wat is een verbintenis?
Populaire, oneigenlijke zin: Prestatie die moet verricht worden, in geval van huurcontract: de
beloofde prestatie = de schuld
Eigenlijke, technische definitie: een rechtsband (vinculum juris) tussen een schuldeiser en een
schuldenaar (tussen 2 of meer personen)waarbij de schuldenaar een bepaalde prestatie moet
verrichten ten voordele van de schuldeiser en waarbij de schuldeiser de prestatie in rechte kan
afdwingen.
Contract -> Verbintenis (CTT -> VB): 1 contract kan aanleiding geven tot meerdere verbintenissen.
Contractuele vs. buitencontractuele verbintenissen (1382, 1383); (aansprakelijkheidsrecht: als de
fout schade veroorzaakt ontstaat er een verbintenis tot schadeherstel -> causaal verband)
Vb. huurcontact geeft aanleiding tot/ is een bron van verbintenissen: bv. betalen van de huurprijs,
verhuurder moet woning ter beschikking stellen, huurder moet pand onderhouden, etc.
Wat is een contract?
=overeenkomst; wilsovereenstemming tussen 2 of meer personen
(je hoeft niet noodzakelijk iets te ondertekenen om een overeenkomst aan te gaan; Negotium
(rechtshandeling) vs instrumentum (akte) )
Vb. arbeidsovereenkomst, koopcontract, huurcontract: handelshuur, woninghuur, … ,
verzekeringscontract, huwelijkscontract, concessiecontract, etc.
---------------------------
Objectief recht: rechtsregels die je vindt in de verschillende bronnen van het recht; hieruit kunnen
wij (rechtssubjecten) recht putten. Dit zijn de subjectieve rechten, het recht dat afgeleid wordt uit
het objectieve recht.
Subjectieve rechten: persoonlijke, zakelijke en intellectuele eigendomsrechten
Persoonlijke rechten (=schuldvordering): rechten die een persoon heeft tegenover een andere
persoon, er is aanspraak tegenover een andere persoon, er bestaat een rechtsband, verbintenis
bekeken vanuit de actieve zijde.
Zakelijke rechten: band tussen een persoon en een goed; kenmerken: volgrecht* en recht van
voorrang**
Eigenaar grond Opstalhouder
(= een specifiek soort zakelijk recht)
Koper
Eigenaar van een stuk grond heeft een opstalcontract gesloten met een opstalhouder. Dus die eigenaar heeft
een zakelijk recht, nl. eigendomsrecht (belangrijkste soort zakelijk recht). Maar die opstelhouder heeft ook een
zakelijkrecht, nl. opstalrecht. Wat wil zeggen dat de opstalhouder het recht heeft een gebouw te plaatsen op
dat stuk grond.
Stel dat de eigenaar dat grond wil verkopen aan een koper, dan gaat het volgrecht spelen. Namelijk dat
opstalrecht gaat dat goed volgen. Die koper gaat dat volgrecht ook moeten respecteren want het gaat om een
zakelijk recht.
A heeft voorrang op schuldeisers, dus A krijgt sofa terug en de 100 euro wordt op een pondspondsgewijze
manier verdeeld onder de schuldeisers. (SE 1: 50 euro en SE 2&3: 20 euro)
Samenloop schuldeisers pondspondsgewijze manier (art 3.36 BW)
Tenzij er tussen de schuldeisers voorrangsrechten zijn
Tegenstelbaarheid/tegenwerpelijkheid
Zakelijk rechten ERGA OMNES (=tegenstelbaar aan iedereen)
Persoonlijke rechten INTER PARTES (=niet tegenstelbaar aan derde, enkel tussen partijen)
“Relativiteit van contracten” (11.65 oud BW)
MAAR! Het bestaan van een contract is wel tegenwerpelijk aan derde.
2
, Voorbeeld: CTT
VTM JIJ jij hebt een contract met VTM voor een programma met een
exclusiviteitsbeding (bv. 2 jaar exclusief voor VTM werken).
BCTT Nu wilt VRT ook met jou contracteren. Als jij nu een contract
zou gaan aangaan met VRT, heb je een contractsbreuk
VRT begaan.
VTM kan jou contractueel aansprakelijk stellen
Maar ook een vordering instellen tegen VRT
Wat met de relativiteit van contracten?
Tegenwerpelijkheid (bestaan contract)
Verbintenis vs. Obliegenheit
OBLIGENHEIT NATUURLIJKE VERBINTENIS CIVIELE VB
= last -niet afdwingbaar zoals bij een
Als je je aan jouw last niet civiele VB, maar wat nagekomen is,
voldoet, verlies je een recht kan niet worden teruggevorderd
-niet afdwingbaar (art. 5.2 BW)
Vb. schadebeperkingsplicht Vb. Verjaarde schuld (betaling kan
(=als schadelijder heb je de niet worden teruggevorderd indien
plicht om alle redelijke al betaald maar kan niet worden
maatregelen te nemen om zijn afgedwongen aangezien het reeds
schade te beperken) verjaard is)
3
,Bronnen van het verbintenissenrecht
1. Contracten
= wilsovereenstemming tussen 2 of meer personen
2. Buitencontractuele aansprakelijkheid
Vb. foutaansprakelijkheid (art. 1382,1383 oud BW)
(1384, lid 3 -> aansteller, aangestelde)
3. Eenzijdige wilsverklaring
4. Onverschuldigde betaling
5. Zaakwaarneming Quasi-contracten
6. Ongerechtvaardigde verrijking
7. De wet (regel: als … dan ….)
8. Vertrouwensleer of schijnleer
CONTRACTENRECHT
Regels: ALS ……………………………………. DAN…………………………..……
Toepassingsvoorwaarden Rechtsgevolgen
! Leven van een contract !
Precontractuele Contractuele fase Post contractuele
fase Fase
PRE CONTRACTUELE FASE:
Onderhandelen (niet altijd, bv. Als je broodje bestelt)
Regel: informatieplicht (= wat MOET er gezegd worden binnen de concrete
omstandigheden, wat is belangrijke, noodzakelijke informatie); het is een plicht omdat het
wettelijk is geregeld maar ook deel uitmaakt van de algemene zorgvuldigheidsnorm (art.
1382,1383)
Wat met een fout in de onderhandelingsfase?
Bv. “moest u die info als koper gekregen hebben, was er geen schade geweest”
- Schadevergoeding op grond van art. 1382, 1383 (geen contractuele aansprakelijkheid
want we zitten in de precontractuele fase)
- Nietigheid (& restitutie): *Dwaling (moet verschoonbaar zijn) Altijd kijken of alle toepassings-
*Dwang (geweld) voorwaarden voldaan zijn.
*Bedrog (kwaad opzet) Determinerend karakter
(*Benadeling) (zonder die vergissing had ik het
niet gekocht)
4
, = GEBOORTE OF ONTSTAANSFASE VAN EEN CONTRACT
Onderscheid tussen totstandkoming en geldigheid
Aanbod wordt gedaan, aanbod wordt aanvaardt => contract is gesloten, tot stand gekomen
Dit wil niet zeggen dat het contract ook geldig is => geldigheidsvereisten
Geldigheidsvereisten (zodat je contract kan afdwingen zonder problemen) :
---------------------------------------------------------------------------------------------------
1. Geen wilsgebreken; bewust gevormde wil
(consumentenrecht: herroepingsecht)
2. Voorwerp = het QUID
Inhoud van wat je krijgt, de beloofde prestatie
(kan soms nog aangevuld worden, ook door derde) cumulatief voldaan anders
nietig
3. Oorzaak = het CUR
Waarom verbintenis aangaan? Concrete reden
4. Handelingsbekwaamheid
Nietigheid bekomen? -> vordering instellen, naar de rechter stappen
Zorgt er voor dat het contract nooit heeft bestaan (dat ook wanprestatie t.g.v. dat contract
niet meer te wijten zijn aan jou)
CONTRACTUELE FASE
Kernvragen:
1. Wat zijn de verbintenissen die zijn aangegaan door de contractspartijen? Wat is de inhoud en
draagwijdte van de verbintenissen voortvloeiend uit een contract?
(80% van de geschillen gaan over inhoudskwesties)
Inhoud = interpretatie (Pas op: partijen zijn op meer en op minder gehouden dan wat ze
hebben besloten in een contract)
Negatieve kant Positieve kant
Sommige zaken kunnen (door bv. Omstandig- Naast het contract zijn er nog een reeks
heden) niet afgedwongen worden (ook al is het verplichtingen aangevuld door de wet
afgesproken)
Bv. Verbod op rechtsmisbruik
2. Is er sprake van een niet-nakoming of niet?
Nee? Geen probleem; contract wordt uitgevoerd en we naderen het einde van een contract
Ja?
3. Toerekenbaar vs. Niet-toerekenbaar
= SA is verbintenis niet nagekomen …
op een wijze die toerekenbaar is aan
de SA
*inspanningsverbintenis = middelenverbintenis
= verbintenis waarbij een partij alle redelijke inspanningen moet leveren om een
bepaald resultaat te bereiken
*resultaatverbintenis
= verbintenis waarbij de SA een bepaald resultaat heeft beloofd
4. (1) Wat als de niet-nakoming van het contract toerekenbaar is?
SA in gebreke stellen = aanmaning (dit is het principe)
Je vraagt hierbij uitdrukkelijk om de verbintenis na te komen
(2) Wat als de niet-nakoming van het contract niet-toerekenbaar is?
verbintenis is gedaan (langs beide kanten)
Uitzondering: koopcontract bij een species (= geïndividualiseerd goed) (species vs genus)
Bv. tuned auto: er is een koop/verkoop contract, hierbij is er onmiddellijk sprake van een
eigendomsoverdracht. Nu heeft de auto schade geleden alvorens het is geleverd. In dit geval zal de
koper toch nog steeds voor de auto moeten betalen want de koper is de eigenaar dus draagt hij ook
het risico op dit goed.
Res domino perit (=zaak gaat verloren ten laste van de koper)
5. Wat als de aanmaning niet werkt?
SANCTIES: -ontbinding (meest drastisch)
-uitvoering in natura (= primaire sanctie)
-schadevergoeding
-opschortingsrechten (het recht om eigen verbintenis op te schorten)
-vervanging van de SA
EINDE, DOOD VAN HET CONTRACT
- Nietigverklaring
- Ontbinding (overmacht, wanprestatie)
- Opzegging
Les 4 :
PICC = Principals on International Commercial Contracts
PECL = Principals of European Contract Law
DCFR = Draft Common Frame of Reference (het ontwerpgemeenschappelijke referentiekader)
CESL/ GEKR = Common European Sales Law
Internationale en Europese sets van beginselen/regels die academici hebben uitgewerkt om
van toepassing te zijn over de grenzen heen
Toepassingsgebied: verschillend::
*PICC: handelscontracten
*PECL: (al)gemeen contractenrecht (-> betrekking op alle mogelijke contracten ongeacht de
Hoedanigheid van de contractspartijen)
Ontwikkeling van
+- 40 jaar
6
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller XX1607. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.48. You're not tied to anything after your purchase.