100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
College aantekeningen Stadssociologie van opvoeding en onderwijs (FSWE2-045-A) $9.78   Add to cart

Class notes

College aantekeningen Stadssociologie van opvoeding en onderwijs (FSWE2-045-A)

 23 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Aantekeningen van de hoorcolleges van Stadssociologie van opvoeding en onderwijs.

Preview 4 out of 41  pages

  • April 25, 2023
  • 41
  • 2022/2023
  • Class notes
  • -
  • All classes
avatar-seller
College 1 Inwijding Stadssociologisch Denken
Inwijding in het (stads)sociologisch denken
● Kijken vanaf de Euromast: de focus op macro- en mesoniveau.
○ Psychologie kijkt naar het individu (micro), terwijl sociologie geïnteresseerd is in de
interactie tussen groepen mensen en instituties.
○ Mesoniveau: instituties, de groepsdynamiek in plaats van individuen, dynamiek in
scholen, buurten, gezinnen.
○ Macroniveau: interactie tussen landen, bijvoorbeeld Ministerie van OCW in interactie
met schoolbesturen.
● Duiden van de sociale context waarin kinderen en jongeren opgroeien in een
(groot)stedelijke omgeving.
● Verkenning van het snijvlak tussen stadssociologie en stadspedagogiek.
○ Het gaat bij dit vak om de vraag of het wat uitmaakt of jongeren opgroeien in de grote
stad of in een landelijke omgeving
○ Wat is de invloed van grootstedelijke processen op jongeren (orthopedagogiek,
onderwijswetenschappen en gezinspedagogiek) op twee gebieden:
■ Opgroeien in de grote stad
■ Naar school gaan in de grote stad
○ Pedagogische driehoek: switchen tussen thuiscultuur, schoolcultuur en peer group.
● Gericht op intermenselijke relaties: het ‘tussen’ (Schinkel, 2007).
○ Sociologisch denken is alles wat tussen mensen plaatsvindt, de dynamiek tussen
mensen, = inter!
● Het ‘tussen’ ziet er in (groot)stedelijke omgevingen anders uit.


Concrete voorbeelden van sociologisch denken

Je moet alles verklaren met een multidisciplinaire benadering van zowel een psychologische als
een sociologische verklaring.

● Echtscheidingen: in 40 jaar tijd is het percentage gestegen van 10% naar 36%.
○ De psychologische verklaring is bijvoorbeeld vreemdgaan wegens ontevredenheid.
○ Echter, de sociologische verklaring is essentieel om de verandering te verklaren:
het huwelijk is veranderd van een economisch instituut naar een romantisch, familie-
instituut. Vroeger niet scheiden als er geen romantiek meer was, nu wel.
● Voortijdige schooluitval: op sommige mbo-opleidingen ligt het v.s.v.-cijfer op dit moment
tussen de 30%-40%.
○ Psychologisch: burn-out, demotivatie.
○ Sociologisch: manier van lesgeven, groepsdynamiek in de klas.
● Eenzaamheid: ongeveer 20% van de volwassenen in Nederland geeft te kennen zich
eenzaam te voelen.
○ Psychologisch:
■ Angstontwikkeling, self-efficacy en depressie hangen samen met
eenzaamheid.
■ Existentiële eenzaamheid: je hebt als individu zingevingsproblemen over
wat je op aarde doet.
○ Sociologisch:
■ Sociale eenzaamheid: tekort aan kwalitatieve positieve relaties,
■ Mattheuseffect: mensen die economisch kapitaalkrachtig zijn hebben
toegang tot rijke sociale netwerken, mensen die niet economisch
kapitaalkrachtig zijn hebben dit niet en zijn eerder eenzaam.

, ● Stedelijke rellen: In Parijs (2005), in Londen (2010) en in Stockholm (2013) hebben zich
grote rellen voorgedaan.
○ Psychologisch: agressie.
○ Sociologisch:
■ Gentrificatie: de elite komt weer terug naar het centrum →
huurprijzen in de stad stijgen. Dit heeft een groot effect op de
Engelse geliberaliseerde woningmarkt → onvrede bij de jongeren.
● In sommige scholen hebben investeringen in de structuur van het onderwijs geleid tot betere
resultaten en in andere scholen niet.

Hoe kunnen we dit verklaren? Ligt het puur aan factoren op het (micro-)niveau van de
persoonlijkheid van mensen? Of is er meer...?

Een multidisciplinaire benadering is essentieel: zowel psychologie als sociologie!
● R^2 ligt in de sociale wetenschappen tussen de 20-30%. De Y-variabele wordt maar voor 20-
30% verklaard door de X-variabelen.
● Je weet dus de meerderheid van de informatie niet.
● De verschillende wetenschappelijke benaderingen hebben elkaar nodig om dus meer te
weten te komen/meer van de variantie te verklaren!

Problemen
1. De gesegregeerde school (hoorcollege 1)
2. Het ‘kapitaal’ van kinderen en het ‘vermogen’ van ouders en scholen
Twee betekenissen
○ Kapitaal: geld + sociaal, cultureel kapitaal
○ Vermogen: geld + potentie en capaciteit
3. De ‘exclusieve’ stad
4. De ‘deviante’ stad
5. De leefwerelden binnen en buiten de school
6. De ‘gezonde’ school
7. De ‘familiaire’ stad
8. Zoeken naar zuiverheid: tussen vroomheid en radicalisering

Vier typen sociologie (Burawoy, 2005)

,Vier typen sociologie (Burawoy, 2005)

1. Kritisch: theoretische, fundamentele reflecties op macht

5% van de sociologen.

Theoretische, fundamentele reflectie op macht. Ze analyseren machtsstructuren en proberen deze
te ontrafelen. Een voorbeeld is de kapitaaltheorie van Bourdieu. Deze theorie verklaart hoe de
gevestigde macht in de samenleving er continu in slaagt om eigen kinderen via het onderwijs weer
hoogopgeleid te maken.

Bourdieu laat in een andere analyse de reproductie van ongelijkheid zien: ongelijkheid wordt
intergenerationeel overgedragen. Er is een patroon: het opleidingsniveau van de ouders is een
belangrijke verklarende factor voor het opleidingsniveau van de kinderen. Er is sprake van een
overdracht van opleidingsniveau, maar ook van cultureel en sociaal kapitaal.

2. Professioneel: een combinatie van een theoretische en empirische focus om de sociale
werkelijkheid te duiden

De meerderheid van de sociologen, dit zijn de meeste artikelen die we dit vak lezen: introductie,
methoden, tabellen etc.

3. Beleidssociologie: instrumenteel, gericht op advies

Vindt van oorsprong vooral buiten de campus plaats: onderzoek- en adviesbureaus. Dit is ook
wetenschap, niet alle wetenschap vindt plaats in een academische institutionele omgeving. Vindt veel
plaats in ministeriële en ambtelijke omgevingen. Ambtenaren baseren zich vaker op beleidssociologie
dan op kritische sociologie.

4. Publiek: gericht op het publieke debat, veranderen van de wereld

Is qua methodologie puur wetenschappelijk, maar wil vervolgens de publieke verantwoordelijkheid
nemen om mee te doen met het publieke debat in de samenleving met de gevonden resultaten.

Professionele sociologie staat in dit blok centraal, maar wel met een sterke connectie met het
publieke debat.

Typen wetenschappelijke artikelen:

Multidisciplinair: pedagogische, sociaal-pedagogische, criminologische, en sociologische
artikelen → verschillende perspectieven

Twee competenties zijn essentieel voor de bloktoets:
1. ‘Sociologische verbeelding’: focus op verklaren gedrag door te kijken naar de bedding van
mensen in groepen (Mills)
2. ‘De-familiarisering’: vermogen om bekende en vanzelfsprekende zaken ter discussie te
stellen (Bauman).

Het gaat om de mechanismen die verklaren waarom men in bepaalde groepen bepaald gedrag
vertoont.

Mechanisme = werking, hoe verschillende factoren interacteren, hoe factoren op elkaar inwerken.

, Sociale en etnische segregatie in grootstedelijke buurten: Rotterdam als casus

Segregatie en concentratie als wetenschappelijke concepten
❖ Concentratie (oude terminologie, vaak gebruikt door stadsgeografen) = mate van groepering
van personen met gelijke kenmerken in bepaalde buurten (vgl. concentratiewijken= 40% niet-
westerse migranten).
➢ Absolute invulling: welke groep woont in welke wijk en in welke mate.
❖ Segregatie = ongelijke verdeling van personen met gelijke kenmerken over alle buurten in de
stad (relatief).
➢ Relatieve invulling: hoe is de groep verdeeld over de verschillende wijken.

Segregatie index: geeft aan welk deel van een groep moet verhuizen om een volledig gelijke
verdeling van de groep over alle buurten van de stad te krijgen.

Varieert van 0 (geen segregatie, volledig gelijke verdeling) tot 100 (absolute segregatie: een groep
woont in één buurt en nergens anders)

❖ 0 = geen segregatie, volledig gelijke verdeling
❖ 100 = absolute segregatie, een groep woont volledig in 1 buurt

Hoofdvragen in stadssociologisch en stadsgeografisch onderzoek:
● Bepaalt klasse (sociaal-economische status: inkomen + opleidingsniveau) of cultuur de
segregatie?
● Zijn mensen gedwongen tot gesegregeerd wonen of kiezen zij er zelf voor?

Segregatie en vrijheid van onderwijs
Casus: Artikel Trouw
Voorbeeld van public sociology; wetenschapper heeft iets genuanceerd gevonden, maar moet het
anders verpakken voor journalisten voor het brede publiek in “normaal” Nederlands. Je kan niet alles
vanuit de wetenschappelijke invalshoek communiceren.

De constitutionele basis voor vrijheid van onderwijs
Artikel 23, lid 6 (grondwet)
“Deze eisen worden voor het algemeen vormend lager onderwijs zodanig geregeld, dat de
deugdelijkheid van het geheel uit de openbare kas bekostigd bijzonder onderwijs en van het
openbaar onderwijs even afdoende wordt gewaarborgd. Bij die regeling wordt met name de
vrijheid van het bijzonder onderwijs betreffende de keuze der leermiddelen en de aanstelling der
onderwijzers geëerbiedigd.”

We zijn het enige land dat nationale financiering heeft voor bijzonder onderwijs, voortgekomen uit
de schoolstrijd.

Discussie over het artikel.

Tegenstanders artikel 23:
1. Denkt dat er dan geen segregatie meer is. Dit is onjuist, want segregatie wordt ook
veroorzaakt door sociaal-economische status, woonsegregatie, keuzes van schoolbesturen,
etc.
2. Denkt dat er dan een openbaar onderwijssysteem komt met ruimte voor pedagogische
onderwijsconcepten.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller erasmusuniversitysummaries. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.78. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

78140 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$9.78
  • (0)
  Add to cart