ECOLOGIE II
GEMEENSCHAPPEN, PARASITISME EN MUTUALISME
Coëvolutie leidt tot specifieke interacties en symbiose
Parasitisme symbiose waarbij de gastheer als voedselbron dient ten voordele van parasiet met negatieve
gevolgen voor de gastheer maar geen sterfte
Infectie te veel parasieten op een gastheer waardoor deze aan ziekte gaat leiden
Microparasieten klein, korte generatietijd, snelle reproductie, vaak ziekmakend bv. virussen, bacteriën, protozoa
Macroparasieten Groot, lange generatietijd, meestal heteroxeen bv. wormen, luizen, schimmels, maretak
Ectoparasieten Leven op huid of pantser van de gastheer
Endoparasieten Leven onder de huid, in weefsels of organen
- Afweermechanismen gastheer kunnen parasitisme omzetten naar commensalisme (+,-) en door co-evolutie later
zelfs tot mutualisme (+,+)
- Infectie: via huid of lichaamsopeningen, nadien migratie
- Transmissie:
o Direct door abiotisch medium of contact
o Indirect door vector
- Meerdere gastheren: intermediaire gastheer (of meerdere) en definitieve gastheer
REACTIE VAN GASTHEER OP EN IMPACT DOOR PARASIET
- Vermijden parasiet bv. vogels die luizen wegpikken
- Biochemisch:
o Beschadiging gastheercellen induceert histaminesecretie (alarmsignaal); bloedtoevoer naar infectie wordt
toegedreven; afweerreactie op gang
o Encystering parasiet
- Immunologisch:
o Parasiet = lichaamsvreemd antigen dat aanzet tot aanmaak antilichamen (lymfocyten) die antigen
vernietigen
o Vereist voldoende nutriënten voor aanmaak antilichamen
o Continue verandering antigenen door parasiet kan leiden tot chronische ziekte (bv. HIV)
- Grote kost van afweermechanismen doen groei en reproductie gastheer afnemen
- Wederzijdse tolerantie: balans tussen gastheer en parasiet waarbij gastheer niet sterft maar de parasiet ook niet
kan doden omdat dat zijn eigen groei/reproductie te hard dalen
IMPACT PARASIETEN OP GASTHEERPOPULATIE
Directe transmissie Gastheerpopulatie met hoge densiteit nodig (kuddes)
Indirecte transmissie Gastheerpopulatie met lage densiteit
Densiteitsonafhankelijk Verspreiding parasiet onafhankelijk van densiteit populatie zonder evolutief ontwikkelde
beschermingsmechanismen: kan leiden tot extinctie, vaak micrpoparasieten
Densiteitsafhankelijk Parasiet blijft bestaan in klein reservoir geïnfecteerde individuen in populatie en infecteren
door directe transmissie als densiteit van de populatie te groot wordt
Selectieve mortaliteit Slechts een deel van de populatie wordt geïnfecteerd
MUTUALISME
Ontwikkeling mutualisme: evolutieve ontwikkeling mogelijkheid de parasiet te exploiteren door resistente gastheer
Symbiotisch mutualisme Niet-symbiotisch
Relatie obligaat voor ten minste één van de partners Geen fysische co-existentie maar afhankelijk voor een
bepaalde functie
Fysische co-existentie: twee organismen functioneren als
één individu
, Belang mutualisme:
- Samenhang met populatiegrootte
- Demografische studie bemoeilijkt door diffusie van verschillende interacties
SYMBIOTISCH MUTUALISME VOOR NUTRIËNTEN
- bv. verteringsstelsel herbivore zoogdieren: bacteriën voor afbraak cellulose
- Rhizobium + N-fixerende leguminosen
o Bodembacterie en leguminosen zoals erwten, bonen…
o Bacteriën aangetrokken tot wortelenzymen leguminosen en dringen wortelharen binnen
o Fixeren atmosferische stikstof die niet rechtstreeks door planten kan worden opgenomen, enkel in
aanwezigheid van deze enzymen
o Ontwikkeling wortelknolletjes waar uitwisseling stikstof en geassimileerde koolstof plaatsvindt
- Mycorrhizae: permanent, obligaat mutualisme
o Plantenwortels + schimmel
o Schimmel vergroot worteloppervlak voor nutriënten opname (Fosfor belangrijk)
o Plant geeft C
o Ectomycorrhiza: vertakkingen tussen wortelcellen maar niet erbinnen,
o Endomycorrhiza: vertakking met arbusculi binnen wortelcellen
SYMBIOTISCH MUTUALISME VOOR VERDEDIGING
- Festuca gras + endofytische fungus
o Schimmels vormen bitter smakende alkaloïden die beschermen tegen begrazing
o Plant levert fotosyntheseproducten
NIET-SYMBIOTISCH MUTUALISME
- Geen fysische co-existentie: leven volledig gescheiden
- Meestal ontstaan uit prooi-predator relaties of uit één of andere vorm van exploïtatie
- Bv. dieren die pollenkorrels of zaden verspreiden
o Consumptie pollen of zaden is nadelig voor plant, verspreiding hiermee gepaard is voordelig
o Suikerrijke nectar levert voordeel
- Facultatief mutualisme: fitness betrokken soorten verhoogt maar niet essentieel voor persistentie
FACILITATIE
= één soort ondervindt voordeel van een andere soort zonder dat deze er iets voor doet
Bv. schaduw geleverd door bomen, habitat gecreëerd voor vissen door koraal
,GEMEENSCHAPPEN EN INTERACTIE MET DE MENS
- Mens exploiteert tal van soorten, rechtstreeks en onrechtstreeks
DUURZAME EXPLOITATIE VAN NATUURLIJKE POPULATIES
Opbrengst = yield Hoeveelheid resource geoogst per tijdseenheid
Productiviteit Geproduceerde hoeveelheid per tijdseenheid
𝑑𝑁 𝑁 N = densiteit prooipopulatie
= 𝑟𝑁 (1 − ) − 𝑞𝐸𝑁
𝑑𝑡 𝐾 Q = vangstefficiëntie
E = grijpingsinspanning/ predatordensiteit
qE = mortaliteit prooipopulatie
qEN = vangstsnelheid
r = exponentiële groeisnelheid
Draagkracht K: maximale densiteit van populatie wanneer deze
ongemoeid wordt gelaten
Inflectiepunt: grootste groeisnelheid wanneer N = K/2
Duurzame opbrengst = sustainable yield Hoeveelheid die voortdurend geoogst kan worden zonder vermindering
𝐾−𝑁 van de populatiegrootte
𝑟𝑁 ( ) = 𝑞𝐸𝑁
𝐾 Groeisnelheid populatie moet minstens even groot zijn als vangstsnelheid
Groeisnelheid ≥ vangstsnelheid bij: N* = populatiedensiteit waarbij groei = vangst
N* = O Impliceert extinctie, niet bruikbaar
N* = 𝐾 (1 −
𝑞𝐸
) Waarde N* hangt af van qE = jachtinspanning
𝑟
Duurzame vangst
Als N > N* vangstsnelheid > groeisnelheid N
, totdat N=N*
Als N < groeisnelheid N , totdat N=N*
, Vangst opgedreven, nog steeds duurzaam
Prooipopulatie blijft bestaan maar wordt kleiner
N* is lager
Overbelasting tot extinctie
Vangstsnelheid overstijgt groeisnelheid
Bij effort = 0 groeit populatie weer tot K = N*
Bovenlimiet effort bereikt wanneer qE = r met N* = 0
Maximum sustainable yield (Y)
Grootste bij r/2
Overal op grafiek: groei = vangstsnelheid
Prooi-predator vangsteffeciëntie
REALISATIEPROBLEMEN VOOR DUURZAME VANGST
- r (groeisnelheid):
o Moet gekend zijn
o Is veranderlijk met veranderingen in de populatie zoals leeftijdsverdeling
- Monitorprogramma nodig voor opvolging evolutie van de populatie
- Quota opleggen voor beperking vangstinspanning
- Hoge groeisnelheid:
o Laat in theorie een hogere vangstinspanning toe
o Gevoeliger voor fluctuaties in omgeving
- Economische druk:
o Korte termijn denken; grote bedreiging op lange termijn
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller pernilladirkx. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.