Hoofdstuk 7
Steenkool, aardgas en aardolie zijn fossiele brandstoffen. De verbrandingswarmte geeft
aan hoeveel warmte er vrij komt bij het verbranden van een brandstof.
Aardolie is een mengsel van duizenden verschillende koolwaterstoffen. Om dit te verwerken
wordt aardolie gescheiden in fracties. Tijdens gefractioneerde destillatie verlaat elke fractie
de destillatiekolom op een ander punt, door het verschil in kooktrajecten.
De naftafractie bestaat uit een mengsel van koolwaterstoffen waarvan het aantal
koolwaterstoffen tussen de acht en de twaalf ligt. Twee belangrijke stappen in het
bewerkingsproces van nafta zijn kraken en reformen:
- Kraken: Dit is een proces waarbij grote koolwaterstofmoleculen worden ontleed in
kleinere moleculen. Meestal vindt dit plaats door verhitting waardoor de
atoombindingen tussen de koolstofatomen worden verbroken. Er ontstaat dan een
mengsel van verzadigde en onverzadigde koolwaterstoffen.
- Reformen: Hierbij wordt de nafta onder hoge temperatuur en druk zodanig bewerkt
dat onvertakte alkanen en cycloalkanen worden omgezet in onder andere vertakte
alkanen en aromaten.
SO2 (zwavelzuur) wordt in de lucht omgezet tot H2SO4 met als reactie zure regen.
Wanneer bij een omkeerbare reactie beide reacties tegelijkertijd met dezelfde snelheid
verlopen noem je dat een evenwichtsreactie. De tijd tussen het begin van de reactie en het
intreden van de evenwichtstoestand heet de insteltijd.
Uit de reactievergelijking van een evenwichtsreactie kan je een concentratiebreuk afleiden.
De concentraties van de reactieproducten staan in de teller en de concentraties van de
beginstoffen in de noemer. Als zich een chemisch evenwicht heeft ingesteld, veranderen de
concentraties stoffen niet meer. De concentratiebreuk zal dan een constante waarden
hebben: evenwichtsconstante (K). De evenwichtsconstante en de concentratiebreuk
samen heet de evenwichtsvoorwaarde.
Als er geen chemische reactie verloopt maar er wel een dynamisch evenwicht is, noem je
dat een verdelingsevenwicht (jood & wasbenzine).
Een evenwicht kan op verschillende manieren beïnvloed worden: A (g) + B (g) ⇄
C (g)
- Concentratie → Bij meer stof B zal de reactie naar rechts groter worden
- Volume → Bij een vergroot volume zal de reactie naar de kant met de meeste
gasdeeltjes groter worden.
- Katalysator → Het versnelt de reactie, maar verandert het evenwicht niet.
- Temperatuur → Temperatuur is de enige factor die K kan beïnvloeden.
Bij een aflopend evenwicht verschuift het evenwicht volledig naar 1 kant.
, Hoofdstuk 12
Als je in de structuurformule van een molecuul alle valentie-elektronen tekent, krijg je de
lewisstrctuur. Wanneer deze in paren voorkomen het dat een elektronenpaar. Het
gemeenschappelijke elektronenpaar is het bindendelektronenpaar wat je weergeeft met
een streepje. De niet-bindende of vrije elektronenparen geef je weer met stipjes. In
sommige gevallen kan bij een centraal P-, N- of S-atoom het aantal omringende elektronen
groter zijn dan acht = uitgebreid octet. Een radicaal is een deeltje waarbij er een los
elektron om het atoom heen zit, in plaats van een paar. Deze reageren heel snel, om zo aan
de octetregel te kunnen voldoen. In een lewisstructuur hebben sommige atomen meer
elektronen dan het oorspronkelijk aantal valentie elektronen. Hierbij ontstaat een formele
lading.
Soorten bindingen:
- Polaire atoombinding: hierbij bevindt het elektronenpaar in de atoombinding dichter
bij het ene dan bij het andere atoom. HIerdoor ontstaat een partiële lading.
- Vanderwaalsbinding: Onderlinge aantrekkingskracht (vanderwaalskracht) tussen
moleculen.
- Waterstofbruggen: Binding tussen OH- en/of NH-groepen, naast de
vanderwaalsbinding. Een N- of O-atoom oefent een aantrekkingskracht op het
H-atoom van een ander molecuul. Het kookpunt is hierdoor hoger en vaak zijn deze
stoffen goed oplosbaar in water.
De VESPR methode is een manier om de ruimtelijke bouw van een molecuul te voorspellen
met behulp van de lewisstrctuur. Hierbij maak je gebruik van het feit dat zowel bindende als
vrije elektronenparen elkaar afstoten en dus zo ver mogelijk van elkaar af zitten. Je bepaalt
hierbij het omringingsgetal van het centrale atoom, de som van het aantal atomen dat
direct aan het centrale atoom is gebonden en het aantal vrije elektronenparen van het
atoom.
Moleculen die een partiële lading hebben door polaire atoombindingen heten dipolen.
Wanneer deze een binding aan gaan met andere dipolen ontstaat een
dipool-dipoolbinding.
Een molecuul of ion waarbij je meerde lewisstructuren kan tekenen heeft mesomerie. De
verschillende structuren heten de grensstructuren.
Een reactiemechanisme is een beschrijving van het verloop van een reactie in meerdere
stappen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller novavanoosterom. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.95. You're not tied to anything after your purchase.