100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Alle WG Staatsrecht $7.06   Add to cart

Class notes

Alle WG Staatsrecht

 707 views  7 purchases
  • Course
  • Institution

Collegedictaat van 39 pagina's voor het vak Staatsrecht aan de VU

Preview 2 out of 39  pages

  • December 15, 2011
  • 39
  • 2011/2012
  • Class notes
  • Unknown
  • All classes
avatar-seller
c             
            




   
Docent: Elvier Geurink
Email: e.geurink@vu.nl
Tel: 020-5983325

Vraag 1a.
De periode die hierbij hoort is de periode voor de periode van het Republiek der zeven verenigde
Nederlanden (1579-1795). De periode hiervoor was het feodalisme (goed kunnen zeggen wat dit is);
nederland was toen decentraal. Er was hier een opstand aan vooraf; redenen:
-Ê ‘elastingdruk
-Ê Godsdienstige inquisitie; dit was ingesteld ter bestrijding van de reformatie. Deze inquisitie
had veel macht; en dit leidde tot een inbreuk op het bestaande instellingen rechten en
privileges.
-Ê Centralisering en uniformering. Inbreuk op bestaande instellingen, rechten en privileges. Om
macht effectief te kunnen uitoefenen moet je het centraliseren. Alles hiervoor was
decentraal; alles wat eigen. Dit leidde tot uniformering; alles moest in landjes hetzelfde aan
toe gaan.
-Ê De opgedrongen godsdienst.


Vraag 1b.
Unie van Utrecht: 1579 werd deze opgericht. De dreiging van de Spaanse legers werd groter,
daardoor sloten alle noordelijke gewesten zich bij elkaar aan. Dit onder leiding van Jan van Nassau.
De Noordelijke Nederlanden sloten gezamenlijk een verdrag ter een gezamelijke verdediging. Dus om
hunzelf te verdedigen tegen het Spaanse leger. Een verdrag waarin men een confederatie
(verschillende soevereinen staten werken samen ter behartiging van bepaalde belangen) in het leven
roept bij de staten generaal (dit is  orgaan in de 7 verenigde nederlanden!!). Per gewest 1 iemand
naar de S-G. deze persoon kreeg een bepaalde last mee; over hoe hij zijn stem moest inbrengen. En
hij moest ook weer terug naar de eigen staten indien er iets nieuws werd besproken; dan
ruggespraak, indien je dit niet had besproken met je eigen gewesten. Dan moest je dus terug naar je
gewest gaan om te overleggen. DUS op last en ruggespraak.
De noordelijke gewesten behielden hun zelfstandigheid/hun soevereiniteit en moesten dingen met
unanimiteit besloten worden bij de S-G; die hierboven.

Confederatie = dit is niets anders dan een een verdrag waarbij de delen hun volledige soevereiniteit
blijven behouden in hun samenwerking. Dit blijkt bij de unie van utrecht uit de unanimiteit; ze
hadden een vetorecht. Iedereen moet instemmen; 1 feto en het wordt afgeblazen.
Federatie = geheel en delen zijn aan elkaar gelijk. Hier is er sprake van een scheiding van
bevoegdheden; federale bevoegdheden door de centrale organen en andere bevoegdheden door de
deelstaten. Maar ze behouden wel hun soevereiniteit.

Plakkaat van Verlatinge: 1581 Dit is opgericht door Unie van Utrecht. Zij zworen de landsheer af. En
zochten een andere manier/iemand om te regeren. Het soevereine gezag is eerst aangeboden aan
vreemde vorsten , maar dat is niet gelukt. Toen hebben de verschillende gewesten zelf de
soevereiniteit aanvaard en opzich genomen. Er was vanaf dit moment geen centrale vorst meer.
Hierdoor is het Republiek der Verenigde Nederlanden ontstaan.
DUS: landsheer werd afgezworen, en de gewesten namen zelf de soevereiniteit op zich.

, Plakkaat en unie vormden eigenlijk samen de eerste grondwet van het toenmalige Nederland.

Vraag 2.
Vraag hieroven kan gaan over staten, staten-generaal of stadhouder; op tentamen.
De republiek werd vertegenwoordigd door de S-G * afgevaardigden van de verschillende staten.
Waarover gingen zij? Over de ͚uitwendige aangelegenheden͛; p. 125 v/d Pot. O.a. defensie, marine,
landmacht, de benodigde financien daarvoor, bestuur daarvan, buitenlandse zaken (diplomatie),
toezicht op de handelscompagnien. Het gaat om zaken die het geheel aangaan; dus alle gewesten
aangaan * er werd met unanimiteit besloten! Dus gewesten hadden hier ook hun soevereiniteit nog
over. De rest was aan de gewesten zelf.
De rest van de aangelegenheden lagen bij de afzonderlijke gewesten.


Dit is de Franse tijd. Drie subperioden:
1.Ê 1795 ʹ 1806 * toen werden we de ‘ataafse Republiek.
2.Ê 1806 - 1810 * Koninkrijk Holland (dus we waren geen republiek meer). Napoleon zat toen
hier op de troon.
3.Ê 1810 ʹ 1813/14 * inlijving bij het Franse keizerrijk.


Vraag 3a.
Deze vraag gaat over de ‘ataafse Republiek. ‘lijkt uit:
1.Ê Er was toen sprake van een sterk doorgevoerde trias; er was een strikte machtenscheiding.
2.Ê De volksvertegenwoordiging had hierbinnen alleen de wetgevendemacht.
3.Ê De volksvertegenwoordiging was tevens de hoogste macht
4.Ê Het beginsel van volkssoevereiniteit.
5.Ê De volksvertegenwoordiging werd gekozen op basis van een vergaand kiesrecht (voor die
tijd).
Het gaat hier over een democratie; dus geen rechtsstaat. Een argument als er werden grondrechten
in verankerd heeft meer te maken met rechtsstaat en niet met democratie.

Hoe kwamen we opeens aan zo een democratische grondwet? In 1789 Franse Revolutie. Eerste GW
in Frankrijk was in 1795. Hierin waren de idealen van de Franse revolutie verankerd;
vrijheid,gelijkheid, broederschap en macht aan het volk. Dit was dus democratisch. In 1795 kwamen
de partiotten bij ons aan de macht met behulp van de Franse troepen; organisten waren weg
gejaagd (pro standhouders). Voorafgaand aan de vaststelling van staatsregeling van 1798; kwamen
de Franse met blauwdrukken van hun GW over hoe zij dat hebben gedaan als voorbeeld. Onze
staatsregeling kwam toen met veel punten overeen met de eerste Franse Grondwet.
Staatsregeling is dus eigenlijk een vertaling van de idealen van de Franse revolutie.

Vraag 3b.
Ze gingen van een confederatie naar een eenheidsstaat = trendbreuk.
-Ê Provincies afgeschaft.
-Ê Stadsrechten afgeschaft.
-Ê Gemeenten bleven bestaan; maar werden geheel ondergeschikt gemaakt aan het centrale
macht.
*Ê Er was dus geen autonomie.
Verklaring: de bestaande situatie in NL was niet als uitgangspunt. De Franse bestaande situatie vanaf
de eerste Franse GW was als uitgangspunt genomen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller PaulaBakker. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.06. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.06  7x  sold
  • (0)
  Add to cart