21 oefenvragen van het boek: HBO Procestechnologie
1. Wat is kenmerkend voor een proces uit de a) De gebruikte grondstoffen zijn niet meer
procesindustrie? herkenbaar in het eindproduct.
b) Er vindt altijd een fysische verandering
plaats van de grondstoffen.
c) Er vindt altijd een chemische
verandering plaats van de grondstoffen.
d) Er vindt altijd zowel een fysische als een
chemische verandering plaats van de
grondstoffen.
2. Welke van de volgende disciplines speelt geen a) Marketeer
rol bij de keuze welk proces ingezet gaat b) Procestechnoloog
worden voor de productie van een bepaald c) Procesoperator
nieuw product? d) Financiën
3. Wat wordt verstaan onder een a) Een berekening die je loslaat op een
eenheidsbewerking? standaard hoeveelheid (de eenheid) om
de noodzakelijke schaalgrootte van de
installatie te kunnen berekenen.
b) Herkenbare bewerkingen in de
procesindustrie, onafhankelijk van een
sector.
c) Het omrekenen van de ene eenheid naar
de andere. Bijvoorbeeld een hoeveelheid
stof waarvan je het gewicht weet en de
soortelijke massa omrekenen naar liters.
d) Dit is een standaard maat voor de
productiecapaciteit.
4. Een veel voorkomende eenheidsbewerking is a) Stoffen die zich in verschillende
mengen. Het doel van mengen is een aggretatietoestanden bevinden kunnen
homogene samenstelling te krijgen van 2 of niet gemengd worden.
meer stoffen. Welke stelling is juist? b) Stoffen die zich in verschillende
aggretatietoestanden bevinden kunnen
gemengd worden.
c) Alleen stoffen die zich in verschillende
aggretatietoestanden bevinden kunnen
gemengd worden.
d) Alleen stoffen die zich in verschillende
aggretatietoestanden bevinden kunnen
niet gemengd worden.
5. Welke van de volgende eenheidsbewerkingen a) Prillen
heeft als doel het scheiden van mengsels? b) Cycloneren
c) Sinteren
d) Condenseren
6. Uit hoeveel eenheidsbewerkingen bestaan de a) 1
meeste processen in de procesindustrie? b) 2
c) meerdere tot vele
d) 3 tot 7
7. De "Algemene gaswet" (wet van Boyle Gay- a) Als T2= 1,1*T1 dan moet V2=1,1*V1 om
Lussac) stelt dat P*V/T constant is. het evenwicht te bewaren. Het volume
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller HenkDijkstra. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.