Begrippenlijst/samenvatting van de belangrijke begrippen uit het boek: Psychologie een inleiding van Zimbardo. Druk 7. De lijst bevat niet alleen de definitie van de begrippen maar ook de belangrijke aanvullende informatie die in het boek staat. Ook staan er bij de meeste begrippen voorbeelden zoda...
Begrippenlijst Inleiding Psychologie
Hoofdstuk 1
Psychologie Wetenschap van gedrag en mentale processen
Experimenteel psycholoog Psycholoog die onderzoek doet naar elementaire psychologische processen
Docent psychologie Psycholoog met als primaire taak het geven van onderwijs
Toegepast psycholoog Psycholoog die de door experimenteel psychologen vergaarde kennis
gebruikt om problemen van mensen op te lossen
Psychiatrie Een medisch specialisme dat zich richt op de diagnose en behandeling van
mentale stoornissen
Pseudopsychologie Niet-onderbouwde psychologische aannamen die als wetenschappelijke
waarheden worden gepresenteerd (bijv. horoscopen en paranormale
fenomenen)
Vaardigheden voor kritisch denken Gebaseerd op de volgende vragen:
1. Wat is de bron?
2. Is de bewering redelijk of extreem?
3. Wat is het bewijsmateriaal?
4. Kan de conclusie zijn beïnvloed door bias?
5. Worden veelvoorkomende denkfouten vermeden?
6. Zijn voor het oplossen van het probleem verschillende invalshoeken
nodig?
Anekdotisch bewijsmateriaal Getuigenissen die de ervaringen van iemand of enkele personen schetsen,
maar ten onrechte voor wetenschappelijk bewijs worden gezien (bijv. als
een bepaald programma het leven van sommige mensen veranderd, geldt
dat niet meteen voor iedereen)
Bias Een vooroordeel, vervorming of vertekening van een situatie, meestal op
basis van persoonlijke ervaringen en waarden
Emotionele bias De neiging om oordelen te vellen gebaseerd op attitudes en gevoelens, in
plaats van op een rationele analyse van het bewijsmateriaal (bijv. denken
dat je in gevaar bent omdat je je angstig voelt)
Confirmation bias De neiging om informatie die niet bij je opvattingen aansluit te negeren of te
bekritiseren en om in plaats daarvan informatie te zoeken waar je het wel
mee eens bent (bijv. mensen die gokken onthouden de keren dat ze winnen
en vergeten de keren dat ze verliezen)
Biologisch perspectief Het psychologische perspectief dat de oorzaken van gedrag zoekt in het
functioneren van de genen, de hersenen en het zenuwstelsel en
hormoonstelsel. Lichaam kan apart van geest worden bestudeerd
(Descartes)
Neurowetenschap Het vakgebied dat zich richt op begrip van hoe de hersenen gedachten,
gevoelens, motieven, bewustzijn, herinneringen en andere mentale
processen creëren
Evolutionaire psychologie Een relatief nieuw specialisme in de psychologie dat gedrag en mentale
processen beschouwt op basis van hun genetische aanpassingen aan
overleving en voortplanting. Een groot deel van het menselijk gedrag komt
voor uit overgeërfde neigingen (Darwin) (bijv. jonge kinderen hebben
instinctieve afkeer van alles wat bitter is, omdat gif vaak bitter smaakt)
Introspectie Beschrijving van je eigen innerlijke, bewuste ervaringen
Structuralisme Historische stroming binnen de psychologie die de basisstructuren van de
geest en de gedachten trachtte te ontrafelen. Structuralisten zochten de
elementen van bewuste ervaring (Wund/Titchener)
,Functionalisme Historische stroming binnen de psychologie die meende dat psychische
processen het beste begrepen kunnen worden in het licht van hun adaptieve
nut en functie. Dus het toepassen van de psychologie om het menselijk
leven te verbeteren (James)
Cognitief perspectief Legt nadruk op mentale processen, zoals leren, geheugen, perceptie en
denken als vormen van informatieverwerking (Wundt/James)
Behaviorisme/behavioristisch perspectief Een historische school die ernaar streefde om van de psychologie een
objectieve wetenshap te maken die zich allen op observeerbaar gedrag
richtte. De prikkels in onze omgeving en de voorgaande consequenties van
ons gedrag bepalen ons gedrag (Watson/Skinner)
Psychodynamische psychologie Legt nadruk op het begrijpen van menselijk functioneren in termen van
onbewuste behoeften, verlangens, herinneringen en conflicten
Psychoanalyse Legt nadruk op onbewuste processen (Freud)
Perspectieven vanuit de gehele persoon Perspectieven die draaien om een globaal inzicht in de persoonlijkheid.
Psychodynamische, humanistische en karaktertrekken en temperament
psychologie
Humanistische psychologie Legt nadruk op de mogelijkheden, groei, potentie en vrije wil van de mens
(Rogers/Maslow)
Psychologie van karaktertrekken en Ziet gedrag en persoonlijkheid als de producten van fundamentele
temperament psychologische kenmerken. Unieke persoonlijkheidskenmerken die in de tijd
en in alle situaties consistent zijn bepalen ons gedrag (Oude Grieken)
Ontwikkelingsperspectief Legt nadruk op erfelijkheid en omgeving, en op voorspelbare veranderingen
die zich voordoen tijdens de levensloop (Ainsworth/Piaget)
Sociocultureel perspectief Legt nadruk op het belang van sociale interactie, sociaal leren en een
cultureel perspectief (Milgram/Zimbardo)
Cultuur Complexe mix van taal, opvattingen, gewoonten, waarden en tradities die
wordt ontwikkeld door een groep mensen en die wordt gedeeld met
anderen in dezelfde omgeving
Crosscultureel psycholoog Psycholoog die geïnteresseerd is in de manieren waarop psychologische
processen verschillen tussen mensen van verschillende culturen
Holisme Visie die totaliteit altijd belangrijker vindt dan de som der delen
Wetenschappelijke methode Procedure voor empirisch onderzoek van een hypothese, waarbij de
omstandigheden zo zijn gekozen dat vooroordelen en subjectieve oordelen
worden uitgesloten
1. Hypothese ontwikkelen
2. Toetsen van hypothese: objectieve data verzamelen
3. Resultaten analyseren en hypothese accepteren of verwerpen
4. Resultaten publiceren, bekritiseren en repliceren
Empirisch onderzoek Gegevens worden verzameld door middel van objectieve informatie uit de
eerste hand, gebaseerd op sensorische ervaring en observatie
Theorie Toetsbare verklaring voor een aantal feiten of observaties
Hypothese Voorspelling van de uitkomst van een wetenschappelijk onderzoek; een
bewering over de relatie tussen variabelen in een onderzoek
Variabele Element dat van invloed is op dat wat onderzocht wordt
Operationele definitie Objectieve beschrijving van een concept dat bij een wetenschappelijk
onderzoek hoort (bijv. angst kan operationeel gedefinieerd worden als ‘zich
van een stimulus af bewegen. Aantrekkingskracht kan worden gemeten door
hoelang iemand naar een ander kijkt)
Data Informatie, gegevens die door een onderzoeker zijn verzameld en gebruikt
worden om een hypothese te toetsen
, Experimentele conditie Omstandigheden waaraan de leden van de experimentele groep tijdens de
speciale behandeling worden blootgesteld
Experimentele groep Proefpersonen die worden blootgesteld aan de speciale behandeling die
men onderzoekt
Controlegroep Proefpersonen die worden gebruikt als vergelijkingsmateriaal naast
experimentele groep. Krijgt niet speciale behandeling waar men meer over
wil weten
Controleconditie Omstandigheden waaraan de leden van de controlegroep tijdens het
experiment worden blootgesteld. Deze zijn op bijna elk onderdeel identiek
aan experimentele conditie, met uitzondering van de speciale behandeling
Onafhankelijke variabele Factor die gevarieerd kan worden
Afhankelijke variabele Variabele die wordt gemeten of geobserveerd. Wordt beïnvloed door het
manipuleren van onafhankelijke variabele
Randomisering Procedure waarbij volledig door het toeval wordt bepaald op proefpersonen
aan de experimentele of controlegroep worden toegewezen. Of volgorde
waarin stimulus aangeboden wordt, wordt volledig door toeval bepaald
Significant Geeft aan dat het waargenomen effect is waarschijnlijk niet door toeval
ontstaan, maar door onafhankelijke variabele te veranderen
Repliceren Onderzoek opnieuw uitvoeren om te zien of dezelfde resultaten worden
verkregen
Experiment Onderzoeker maakt gebruik van vergelijkbare groepen en controleert alle
omstandigheden en manipuleert deze rechtstreeks, inclusief onafhankelijke
variabele
Correlatieonderzoek Onderzoek waarbij de relatie tussen variabelen wordt bestudeerd zonder
een onafhankelijke variabele in een experiment te manipuleren. Geen
oorzaak-gevolg relatie
Geen correlatie Variabelen hebben geen relatie met elkaar
Positieve correlatie Als ene variabele groter/kleiner wordt, wordt de ander dit ook (bijv. hogere
score op Cito-toets leidt tot hogere cijfers in het voortgezet onderwijs)
Negatieve correlatie Als de ene variabele groter wordt, wordt de ander kleiner en andersom (bijv.
meer alcoholgebruik leidt tot lagere concentratie)
Survey Mensen worden gevraagd te reageren op een van tevoren vastgestelde lijst
met vragen
Natuurlijke observatie Gedrag van mensen of dieren in hun eigen omgeving wordt geobserveerd
Gevalstudie Onderzoek van een enkel object of enkele personen
Expectancy bias Waarnemer staat toe dat zijn of haar verwachtingen de resultaten van een
onderzoek zullen beïnvloeden. Gaat op zoek naar bewijzen voor wat hij
verwacht
Placebo Substantie die op een medicijn lijkt, maar het niet is. Bevatten geen echt
geneesmiddel
Dubbelblindonderzoek Zowel onderzoekers als proefpersonen weten niet wie welke behandeling
krijgt
Hoofdstuk 3
Sensatie Vroeg stadium van perceptie waarin de neuronen van een receptor een
stimulus omzetten in een patroon van zenuwimpulsen. Deze signalen
worden vervolgens voor verdere bewerking doorgestuurd naar de hersenen
(bijv. je ziet een rond oranje ding)
Perceptie Proces waarbij aan het patroon van sensorische zenuwimpulsen een
gedetailleerde betekenis wordt toegekend. Wordt sterk beïnvloed door
herinnering, motivatie, emotie en andere psychologische processen. Geeft
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller romyvandijk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.17. You're not tied to anything after your purchase.