Samenvatting Silverthorn het spijsverteringsstelsel (H21) - Abdomen 1 AKO1005
14 views 0 purchase
Course
AKO abdomen 1 (AKO1005)
Institution
Maastricht University (UM)
Book
Human Physiology
Dit is een uitgebreide samenvatting van Silverthorn hoofdstuk 21 - het spijsverteringsstelsel met aanvulling van Marieb en First Aid. Omdat er tijdens abdomen 1 met losse casussen wordt gewerkt raak je soms de rode daad wat kwijt. Dit document is daarom een goede basis om te beginnen met studeren v...
Test Bank - Human Physiology: An Integrated Approach 8th Edition ( Dee Unglaub Silverthorn,2024) Chapter 1-26||All Chapters || Latest Edition
Test Bank for Human Physiology: An Integrated Approach, 8th Global Edition by Silverthorn, All Chapters 1 to 26 complete Verified editon ISBN:9781292259543
Test Bank for Human Physiology: An Integrated Approach, 8th Global Edition by Silverthorn, All 1-26 Chapters Covered ,Latest Edition, ISBN:9781292259543
All for this textbook (44)
Written for
Maastricht University (UM)
MSc/MD Arts klinisch onderzoeker
AKO abdomen 1 (AKO1005)
All documents for this subject (17)
Seller
Follow
QuickMED
Reviews received
Content preview
SAMENVATTING SPIJSVERTERINGSSTELSEL | Abdomen 1 (A-KO)
Dit document bevat een samenvatting van voornamelijk hoofdstuk 21 van Silverthorn (Human Fysiology). Daarbij zijn
aanvullingen gedaan met samenvattingen uit Marieb (Human anatomy & physiology) en First Aid).
Bronvermelding:
• Silverthorn, D. (2018). Human Physiology: An Integrated Approach. Pearson. – hoofdstuk 21
• Marieb, E. N., & Hoehn, K. N. (2018). Human Anatomy & Physiology. Pearson. – hoofdstuk 23
• Le, T., & Bhushan, V. (2020). First Aid for the USMLE Step 1 2021, Thirty first edition. McGraw-Hill Education /
Medical.
,Inhoudsopgave
Anatomie van het spijsverteringsstelsel ......................................................................................................................................... 3
GLobaal overzicht spijsverteringstelsel – en basisfuncties organen .......................................................................................... 3
Opbouw wand spijsverteringsstelsel.......................................................................................................................................... 6
Digestieve functies en processen .................................................................................................................................................. 10
secreties in het gastro-intestinale systeem.............................................................................................................................. 11
Digestie en absorptie ............................................................................................................................................................... 12
Motiliteit .................................................................................................................................................................................. 12
Regulatie van gI functie ................................................................................................................................................................ 15
het enterisch zenuwstelsel ....................................................................................................................................................... 15
GI Peptiden omvatten: Hormonen, Neuropeptiden, en Cytokinen ......................................................................................... 17
Intregratie van spijsverteringsfuncties ......................................................................................................................................... 17
het proces van vertering: de cephalische fase ......................................................................................................................... 18
HET PROCES VAN VERTERING: DE GASTRISHCE FASE .............................................................................................................. 23
het proces van vertering: de intestinale fase ........................................................................................................................... 28
Summary macronutrient digestion ............................................................................................................................................... 48
,ANATOMIE VAN HET SPIJSVERTERINGSSTELSEL
Het SPIJSVERTERINGSSTELSEL begint met de MONDHOLTE (mond en keelholte), die dienst doet als voedselreservoir.
Ingeslikt voedsel komt vervolgens in de GASTO - INTESTINALE (GI) TRACT / HET MAAGDARMKANAAL , dat bestaat uit:
→ ESOPHAGUS ( SLOKDARM )
→ GASTER ( MAAG )
→ DUNNE DARM
→ DIKKE DARM .
D E DARM – het gedeelte van het maag-darmkanaal dat loopt van de maag tot de anus
Onderweg worden secreties aan het ingenomen voedsel toegevoegd door SECRETORISCHE EPITHEELCELLEN en
bijkomende KLIERORGANEN , waaronder:
→ SPEEKSELKLIEREN
→ DE LEVER ( HEPAR )
→ DE GALBLAAS ( VESICILA BILIARIS )
→ DE ALVLEESKLIER ( PANCREAS ).
Het soepachtige mengsel van voedsel en afscheidingen wordt CHYME genoemd.
Op bepaalde plaatsen in het maagdarmkanaal bevinden zich spierringen die fungeren als sluitspieren – SPHINCTERS –
om de buis te scheiden in segmenten met verschillende functies.
De producten van de spijsvertering worden door het darmepitheel geabsorbeerd en komen in de interstitiële vloeistof
terecht. Van daaruit gaan ze naar het bloed of de lymfe voor distributie door het lichaam. Alle afvalstoffen die aan het
eind van het darmkanaal in het lumen achterblijven, verlaten het lichaam via een opening die de ANUS wordt genoemd.
GLOBAAL OVERZICHT SPIJSVERTERINGSTELSEL – EN BASISFUNCTIES ORGANEN
,In de MONDHOLTE beginnen de eerste stadia van de spijsvertering met het
kauwen en de afscheiding van speeksel door drie paar speekselklieren:
→ D E SUBLINGUALE KLIEREN – onder de tong
→ D E SUBMANDIBULAIRE KLIEREN – onder de onderkaak (mandibula)
→ D E PAROTIS KLIEREN – die bij het scharnier van de kaak liggen
Het ingeslikte voedsel komt vervolgens in de EOSOPHAGUS ( SLOKDARM ): een smalle buis die door de borstkas naar de
buikholte loopt.
→ De slokdarmwanden bestaan aanvankelijk uit skeletspieren, maar gaat ongeveer op tweederde van de lengte
over in gladde spieren.
Net onder het diafragma eindigt de oesophagus bij de MAAG ( GASTER ), een zakvormig orgaan dat tot 2 liter voedsel en
vloeistof kan bevatten wanneer het volledig is uitgezet. De maag bestaat grofweg uit drie delen:
• D E FUNDUS – bovenste deel
• C ORPUS – midden
• A NTRUM – onderste deel
C ARDIA - opening tussen slokdarm en maag. Bewaakt door cardiasfincter/
slokdarmsfincter
P YLORUS - opening tussen de maag en de dunne darm. Bewaakt door
pylorische klep/ sluitspier
→ Deze verdikte band van gladde spieren ontspant zich om slechts kleine hoeveelheden chyme in de dunne darm
toe te laten.
De maag zet de vertering voort die begon in de mond door voedsel te mengen met zuur en enzymen om CHYME te
vormen.
Geïntegreerde signalen en feedback-lussen tussen de darm en de maag regelen de snelheid waarmee het chyme in het
duodenum terecht komt. Dit zorgt ervoor dat de darm niet wordt overspoeld met meer dan hij kan verteren en
absorberen.
De meeste vertering vindt plaats in de DUNNE DARM , die uit drie delen bestaat:
→ H ET DUODENUM (de twaalfvingerige darm) – de eerste 25 cm,
→ H ET JEJUNUM
→ H ET ILEUM
De spijsvertering wordt uitgevoerd door intestinale enzymen, geholpen door exocriene secreties van twee bijkomende
klierorganen: DE PANCREAS ( ALVLEESKLIER ) en DE LEVER ( HEPAR ). De secreties van deze twee organen komen via ducten
in het eerste deel van het duodenum terecht. Een tonisch samengetrokken sluitspier ( DE SPHINCTER VAN O DDI )
voorkomt dat alvleeskliervocht en gal in de dunne darm komen, behalve tijdens de maaltijd.
De spijsvertering eindigt in de dunne darm, en bijna alle verteerde voedingsstoffen en afgescheiden vloeistoffen worden
daar geabsorbeerd, zodat er ongeveer 1,5 liter chyme per dag overblijft om naar de dikke darm te gaan.
In HET COLON – het proximale deel van de dikke darm – wordt het waterige chyme omgezet in halfvaste feces, omdat
water en elektrolyten uit het chyme en in de extracellulaire vloeistof (ECF) worden geabsorbeerd.
, Wanneer de ontlasting in het eindgedeelte van de dikke darm, HET RECTUM , wordt geduwd, treedt door de uitzetting
van de rectumwand een defecatiereflex op. De uitwerpselen verlaten het maagdarmkanaal via de ANUS , met zijn
uitwendige kringspier van skeletspieren, die onder vrijwillige controle staat.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller QuickMED. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.43. You're not tied to anything after your purchase.