Cursus 1: Inleiding Dyslexie - Bijeenkomst 2 – 13-09-‘16
Afhankelijk van de moeite van het kind: Kijken naar de visuele en auditieve methode. Dit
verschilt per kind.
“Dyslexie is een stoornis die gekenmerkt wordt door een hardnekkig probleem met het
aanleren en/of vlot toepassen van het lezen/spellen op woordniveau.”
Stoornis: de basis van dyslexie is op neurobiologische basis die je niet kan wegnemen.
De stoornis blijft gelden en hoeft niet steeds opnieuw bewezen worden.
Hardnekkig: het is een erg probleem waar altijd last van gehouden wordt ondanks extra
hulp.
Aanleren en/of vlot toepassen: als in beide fases een probleem is is het dus vanaf groep
3 tot de rest van je leven een probleem. Aanleren is de fase groep ¾ en vlot toepassen
gaat over de rest van het leven.
Lezen en/of spellen: hoeft niet op beide gebieden. Het kan wel.
Woordniveau: je moet eerst woorden kunnen lezen voor je zinnen kunt maken. Bij
zinnen kun je raden wat er staat.
Om iemand met dyslexie te signaleren, moet je meerdere taalvaardigheden testen. Het
kind kan wel een briefje schrijven maar misschien begrijpt hij/zij het net of is de
concentratie slecht of kan hij moeilijk lezen en schrijven. Je moet het kind daarom ook
laten voorlezen en opdracht maken/vragen stellen. ruime oriëntering noodzakelijk.
De uitingsvorm van dyslexie verandert gedurende de levensloop. In groep 3 is het
anders als op de middelbare school. Bij het aanleren van een vreemde taal of bij het
organiseren van huiswerk kan een dyslectici ook last hebben.
Brochure SDN:
Stoornis: anatomische/functionele uitval. Het verdwijnt niet uit zichzelf.
Beperking: belemmering is activiteiten
Niet alle dyslectici hebben een beperking. Sommige wel.
Handicap: bedreigde maatschappelijke positie. Wat de ander ziet/oordeelt over je.
VB: Als je een rolstoelgebruiker bent, ben je beperkt in het lopen. Maar wanneer je een
gebouw niet in kan, kan je een handicap hebben.
Je hebt mensen die denken in handicappen en mensen die denken hoe iedereen mee kan
doen. Dit heet dan een “Inclusieve samenleving”.
Drie vormen van diagnose: Alleen door de GGZ-specialist.
- Onderkennende diagnose: 2 manieren om het te testen: objectieve
waarneembare kenmerken. Is er sprake van dyslexie of niet?
o Criterium van achterstand: je hebt een achterstand wanneer je niveau
onder het gemiddelde niveau ligt vergeleken met de leeftijd en
omstandigheden.
o Criterium van didactische resistentie: het probleem blijft bestaan ook
wanneer er adequate remediëring en oefening is.
- Verklarende diagnose: komt tot een samenhangend beeld van de factoren die ten
grondslag liggen aan de stoornis. Kan het gevolg zijn van (diverse combinaties
van) stoornissen in onderliggende cognitieve processen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Sjarlot. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.