1. Voorzetselbijwoord
Subtype bijwoord
Meestal zelfde vorm als voorzetsel
Geen voorzetsel want geen relatum
3 gebruikswijzen: 1ste deel s.s. ww (opeten), 2de deel vnw. bijw
(erop) en achterzetsel (de tuin in)
2. Locutie – illocutie – perlocutie
Locutie: taaluiting (“Het tocht hier!”)
Illocutie: boodschap (mededelen, uitroepen, vragen, opdragen,
wensen)
Perlocutie: effect taaluiting (actie ondernemen, vraag
beantwoorden)
3. Potentiële klanken – reële woorden
(woordenreeksen/representatieve vorm van stand van
zaken)
Betekenis – Taalgemeenschap – Codificatie
1. Asyndeton= zinnen/delen naast elkaar geplaatst zonder
voegwoord. Hij douchte, at, speelde, vertrok.
1. Valentie
De verbindingsmogelijkheid van een woord
Morfologisch: afleidingen/samenstellingen
Syntactisch: woordgroepen vormen (ZN: LW/BN)
Zinswaarde: kan op zichzelf het antwoord van een zin vormen
Productiviteit: prefix/suffix/ diminutief ZN
Kwalitatieve valentie : semantische rol : Agens, Patiens, Bron, Doel,
Recipiens (zie soorten WW)
Kwantitatieve valentie : lexicale betekenis (IEMAND.. IETS) + totale
valentie (ERGENS, MANIER…)
4. Syntaxis
Regels van een taal voor het maken van groepen van woorden en
zinnen
5. Topicaliseren
Ongemarkeerde zin gemarkeerde zin. Topicaliseren is een
inversieverwekkende factor. Er is sprake van restrictie op het VV: alleen
beklemtoonde vorm van een woord dat je topic maakt (zich zichzelf,
me mij)
, Hij heeft zich nog niet gewassen vandaag.
Zichzelf heeft hij vandaag nog niet gewassen
Gemarkeerde zin: zin begint niet met Su
6. Mentaal lexicon (woordenboek)
Alle woorden van een taal (woordenschat: woordsoort – valentie -
vormen
7. Semantiek
Betekenisnetwerken, woordvelden: samenhangende groep van
semantisch verwante woorden binnen een overkoepelend thema
2. Lexicologie vs. Lexicografie
Lexicologie= woordbetekenissen (woordenboek)
Lexicografie= soorten woordenboeken (eentalig..)
8. Denotatie
Letterlijke, referentiële betekenis van een woord
9. Betekenisdriehoek/semiotische driehoek
Richards en Ogden, 1923
Taaleconomisch principe
Synchrone/diachrone variatie bij 3 elementen (vb. lexical gap:
stalking)
Model dat de werking van betekenis/denotatie aantoont
Driehoek met 1) Taalteken/vorm/woord(groep) 2) Concept/ mentale
voorstelling 3) referent/stand van zaken
=> Verwijzing van het teken naar de eraan beantwoorde zaak via de
mentale voorstelling/begrip van die zaak.
Vb. Telefoon: Taalteken: telefoon
Zaak: zwarte ding in mijn huis
Begrip: hardware, zwart, oud, draadloos, praten er door… (distinctieve
kenmerken)
10. Connotatie
Gevoelswaarde van een woord (flikker - homo), stilistisch:
(fiets – rijwiel)
11. Eufemisme/dysfemisme
Verzachtende/vergrovende uitdrukking van betekenis
(crematie – lijkverbranding) (pillendraaier – apotheker)
12. Homonymie
Meerduidigheid/ ambiguïteit
1 woord, 2 betekenissen, zonder onderliggend verband
Lexicaal
Bank; zitmeubel; financiële inst.)
a. Syntactisch
Wie verjaagt Jan (SU-DO)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dhoogeelise. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.37. You're not tied to anything after your purchase.