‘De opleiding tot ware estate planner: een opleiding of de harde praktijkleerschool?’ 2008.
Gelezen, bijna hetzelfde als de vorige tekst.
Week 2 (12 okt): beginselen in estate planning.
Geen literatuur.
Week 3 (19 okt): checklist, huwelijksvermogensrecht.
Geen literatuur.
Week 4 (26 okt): relatievermogensrecht en estate planning (deel 1).
FTV 2018-22 (artikel van de docent, https://www.ndfr.nl/zoeken?query=FTV+2018%2F22).
Zie je downloads.
Schols c.s. FBN 1996-66
Zie je downloads.
Week 5 (2 nov): testamenten.
L. Stokkel, ‘Samenwoners: verblijvingsbeding of testament?’, Estate Planner Digitaal 2017/5.
(hier voorgeschreven, maar naar verwezen in HC 6)
Verblijvingsbeding = verdeling onder opschortende voorwaarde van overlijden en kan
worden opgenomen in een notarieel verleden samenlevingsovk. Het verblijvingsbeding is
over het algemeen verbintenisrechtelijk, wat betekent dat de overeenkomst tot verdeling na
overlijden nog dient te worden uitgevoerd.
Met een verblijvingsbeding komen de partners overeen dat bij een overlijden van één van
hen, de gemeenschappelijke bezittingen aan de langstlevende worden toebedeeld, onder de
verplichting de daarmee samenhangende schulden voor zijn of haar rekening te nem
en en als eigen schuld te voldoen.
Hoewel het verblijvingsbeding voor alle gemeenschappelijke goederen kan gelden, wordt de
uitwerking ervan hierna toegespitst op de gemeenschappelijke woning.
Het verblijvingsbeding kan worden opgenomen tegen inbreng van de waarde of zonder
inbreng van de waarde.
1. Moet de waarde worden ingebracht, dan moet de langstlevende de waarde van de
onverdeelde helft van de woning, verminderd met de helft van de restant
(hypothecaire) financiering, vergoeden aan de nalatenschap van de overleden
partner. Hierdoor komt deze waarde toe aan de erfgenamen van de overleden
partner. Dit kunnen anderen zijn dan de langstlevende, bijvoorbeeld kinderen of
, ouders, broers en zussen. De langstlevende verkrijgt dan wel de eigendom, maar
niet de waarde van het aandeel van de overleden partner in de woning.
2. Bij een verblijvingsbeding om niet (zonder inbreng) verkrijgt de langstlevende zowel
de eigendom als de waarde. Dit is geen met schenkbelasting belaste gift, mits de
overeenkomst kan worden aangemerkt als een kanscontract. Bij een aanzienlijk
leeftijdsverschil of als de sterftekansen van de ene partner groter zijn dan die van de
andere partner, is geen sprake van een kanscontract.
Na het overlijden van de eerste partner moet de verdeling op grond van het
verblijvingsbeding worden uitgevoerd. Het betreft hier een verkrijging onder bijzondere titel.
De eigendom van het aandeel van de overleden partner in de woning moet nog worden
geleverd.
De langstlevende kan gebruik maken van de – meestal – in het verblijvingsbeding
opgenomen onherroepelijke volmacht, zodat hij/zij de levering zelfstandig kan
bewerkstelligen. De langstlevende heeft dan niet de medewerking van de erfgenamen van
de overleden partner nodig.
In het verblijvingsbeding is over het algemeen bepaald dat de langstlevende niet alleen de
gemeenschappelijke woning verkrijgt, maar ook de daarmee samenhangende
gemeenschappelijke schulden voor zijn of haar rekening moet nemen.
Hiervoor is de medewerking van de schuldeiser, bijvoorbeeld de bank die de hypothecaire
financiering heeft verstrekt, vereist. De bank dient de erfgenamen van de overleden partner
dan te ontslaan uit de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de hypotheekschuld. Of de bank
ook daadwerkelijk bereid is aan dit verzoek te voldoen is altijd een onzekere factor bij de
uitvoering van een verblijvingsbeding.
Wordt niet voldaan aan de vereisten van art. 15 lid 1 sub g WBR, bijvoorbeeld doordat de
partners de woning niet gezamenlijk hebben verkregen of buiten de toegestane bandbreedte
van 60-40% gerechtigd zijn tot de woning, dan is bovendien overdrachtsbelasting
verschuldigd over de verkrijging door de langstlevende van het aandeel van de overleden
partner in de woning.
In een testament kunnen de partners elkaar tot erfgenaam benoemen. Verkrijgt de
langstlevende op deze wijze de eigendom van de woning onder algemene titel, dan is geen
levering meer nodig. De eigendom en de schulden gaan automatisch – van rechtswege –
over. De medewerking van de bank is niet nodig en bij een eigendomsverhouding buiten de
bandbreedte van 60-40% is geen overdrachtsbelasting verschuldigd.
Is de langstlevende enig erfgenaam dan verkrijgt hij/zij bovendien niet alleen de
gemeenschappelijke bezittingen, maar ook de privébezittingen van de eerstoverleden
partner.
In een testament kunnen nog andere regelingen worden opgenomen die niet mogelijk zijn
als uitsluitend met een verblijvingsbeding wordt gewerkt.
Hierbij kan gedacht worden aan een uitsluitingsclausule en een tweetrapsmaking waarmee
de eerstoverleden partner kan bepalen waar het door de langstlevende van hem/haar
geërfde vermogen bij overlijden van de langstlevende naartoe vererft.
Daarnaast kan in een testament een erfrechtelijke verdeling op maat worden gemaakt.
Uiteraard kan de langstlevende tot enig erfgenaam worden benoemd, maar er kan ook voor
worden gekozen bepaalde goederen aan anderen na te laten. Bijvoorbeeld het legateren
van familievermogen aan broers en zussen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller s-kers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.02. You're not tied to anything after your purchase.